Nadenken over aflossen. Met rekensom
De hypotheek aflossen, dat klonk lang dom. Toch schijnt het ook gelukkig te maken en een hoop rust te geven.
In haar boekje ”Eigenwijs aflossen” (uitg. Genoeg, 2012; 12,50 euro) beweert bespaardeskundige Marieke Henselmans niet dat aflossen te allen tijde wijs is. Maar ze laat haar lezers er minimaal over nadenken.
Henselmans schetst hoe het denken over hypotheken door de jaren heen is veranderd. Vroeger bracht je je eigen geld mee als je een huis wilde kopen. De som geleend geld bleef zo klein mogelijk. Vanaf de jaren 90 veranderde dit. Spaargeld, dat kon je beter in je zak houden. Een verbouwing werd meegefinancierd. „Als het mag van de bank zal het wel goed zijn.” En hoe riant, van de betaalde hypotheekrente krijg je een deel terug van de belasting, waarmee sparen soms slimmer is dan aflossen. Een (deels of geheel) aflossingsvrije hypotheek werd normaal.
Maar door de economische crisis en dalende huizenprijzen ziet de toekomst er anders uit. Banken verstrekken geen tophypotheken meer; beleggingshypotheken zijn uit de gratie; aan de hypotheekrenteaftrek wordt gemorreld. Mensen zijn al meer aan het aflossen om straks niet met een (torenhoge) restschuld te blijven zitten, bleek deze week uit cijfers van ING Bank. Vorige maand kwam er bij de bank 42 procent meer binnen aan gedeeltelijke aflossingen vergeleken bij november vorig jaar.
”Eigenwijs aflossen” is een mix van praktische tips en ervaringsverhalen van mensen die tegen de trend in hebben afgelost. Rode draad in die verhalen is de opluchting na aflossen. Het boek verwijst naar de Afloscheck van eyeopen.nl, waar lezers kunnen achterhalen of zij in de rode, oranje of groene categorie zitten. Rood betekent: doe iets, bouw aan een buffer. Oranje: aflossen is wenselijk, maak een plan. Groen: je zou kunnen aflossen om op de lange termijn voordeliger uit te zijn. In het boek staan verder handige invullijstjes.
Pak erbij: papieren van de hypotheek, belastingaangifte, loonstrook, pensioenoverzicht… Maak stapeltjes, krijg overzicht, en tel uit je winst. De bekendste smoezen om dit uit te stellen staan ook in het boek. Even doorbijten. Want wat het ook wordt –aflossen, of nog even niet–: de financiële toekomst kan groen kleuren via overzicht en inzicht.
Waar komt die stelling vandaan: dat je een dief bent van je eigen portemonnee als je aflost? Minder schuld betekent toch gewoon: minder rente betalen? Economieredacteur Marcel ten Broeke maakt de rekensom.
Stel, ik heb een hypotheek tegen 5 procent rente. En ik heb 10.000 euro spaargeld, dat me (bijvoorbeeld op een deposito) 3,2 procent rente oplevert. Dan is het –vanwege de hypotheekrenteaftrek– toch niet altijd verstandig om af te lossen, want:
- 10.000 euro lenen via de hypotheek kost netto minder dan bruto. Aan de bank betaal ik weliswaar 500 euro rente, maar (uitgaande van 40 procent aftrek) na belastingteruggave blijft daar nog 300 euro van over. Dat bedrag kan ik dus besparen door 10.000 euro af te lossen. Als spaargeld levert die 10.000 euro me echter 320 euro op. Dat is dus méér.
Er schuilen wel enkele adders onder het gras:
Als je aflost op een aflossingsvrije hypotheek geldt bovenstaande som. Wie er echter voor kiest een deel van zijn spaarhypotheek af te lossen, heeft naast het rentevoordeel nóg een voordeel: de spaarpremie die maandelijks in de spaarpolis wordt gestort (waarmee uiteindelijk de lening wordt afgelost) daalt óók door aflossing. Afhankelijk van de looptijd kan dit fors schelen in de maandlasten.
Naast aflossen op de lening, kun je bij een spaarhypotheek, tot op zekere hoogte, ook extra premie storten in de spaarpolis, waarvoor dezelfde rente geldt als voor de hypotheeklening, in dit geval dus 5 procent. Extra premie storten is veelal voordeliger dan sparen, omdat de rente van de spaarpolis vaak hoger ligt dan de reguliere spaarrente.
Doordat centrale banken mondiaal de geldkraan opendraaiden, daalt de rente op spaarrekeningen (en op deposito’s waar geld langer vaststaat) sinds 2009 rap. Daardoor is aflossen duidelijk aan de ‘winnende hand’.
De overheid ontmoedigt dat mensen ‘te veel’ sparen door boven een saldo van 21.390 euro (of 42.278 euro voor paren) belasting te heffen op spaargeld: de vermogensrendementsheffing. Voor iedere euro boven die grens dient jaarlijks 1,2 procent belasting te worden afgetikt, wat in die gevallen dus duidelijk in het voordeel van aflossen werkt.
Hoewel aflossen onder de streep soms voordeliger is, kunnen er redenen zijn om dit toch niet te doen. Zo is geld dat je aflost niet meer op te nemen om plotselinge tegenvallers mee op te vangen. Ook geldt dat iedere afgeloste euro bij de aanschaf van een andere woning niet opnieuw aftrekbaar is.