Met Bossi verliest Berlusconi weer minister
Umberto Bossi, leider van de separatistische partij Lega Nord, is maandag afgetreden als minister van Hervormingen in het kabinet-Berlusconi. Het enfant terrible van de Italiaanse politiek is ziek.
Ook zijn plaats in het Italiaanse parlement geeft hij op. Daarentegen neemt Bossi wel plaats in het Europees Parlement, waarvoor hij in juni werd gekozen. Maar of de ernstig zieke Bossi werkelijk naar Brussel en Straatsburg zal reizen, is maar de vraag. Het enfant terrible van de Italiaanse politiek is sinds 11 maart niet meer in het openbaar gezien, nadat hij op die dag een herseninfarct kreeg. Hij ligt nu in een ziekenhuis in het Zwitserse Lugano.
Hoewel alleen zijn ziekte ten grondslag zou liggen aan de beslissing om uit de regering te stappen, komt Bossi’s vertrek premier Berlusconi zeer slecht uit. Op zondag ging Berlusconi zelfs op ziekenbezoek in Zwitserland om Bossi -tevergeefs- van zijn besluit te weerhouden. Met de 62-jarige Bossi verliest Berlusconi in twee weken tijd zijn tweede minister. Op 2 juli nam Giulio Tremonti, minister van Financiën, ontslag. Hij was daartoe aangezet door de conservatieve Alleanza Nazionale (AN) en de katholieke UDC, twee coalitiepartijen, die hem verweten een mislukt financieel beleid te voeren en te veel op de hand te zijn van Lega Nord.
Pas vorige week vrijdag werd de naam van Tremonti’s opvolger bekendgemaakt. Het is de partijloze Domenico Siniscalco, directeur-generaal op het ministerie van Financiën. In de tussentijd nam Berlusconi de honneurs waar. Eigenlijk wilde hij het stuur pas volgend jaar uit handen geven, maar dat stuitte op bezwaren bij zijn coalitiepartners. Berlusconi deed al eens een halfjaar lang Buitenlandse Zaken erbij nadat die portefeuille in 2002 vacant kwam. Opvolger van Bossi wordt waarschijnlijk zijn partijgenoot Roberto Calderoli, de ondervoorzitter van de Eerste Kamer.
Volgens de oppositie staat het Italiaanse kabinet, dat bezig is met een Italiaans duurrecord van regeren, op het punt uiteen te vallen. De crisis begon na de Europese verkiezingen een maand geleden. De partij van Berlusconi verloor fors, terwijl zijn drie coalitiepartners stabiel bleven of erop vooruitgingen. UDC-leider Marco Follini testte als eerste de nieuwe verhoudingen. Hij dreigde uit het kabinet te stappen als er geen nieuwe minister van Financiën zou komen. Ook wilde hij een nieuw, minder partijdig bestuur van de publieke omroep en eiste hij aanpassing van de decentraliseringswet. De eerste twee eisen kon Follini in zijn zak steken. Over het laatste punt wordt onder andere vandaag beslist. Het parlement komt bijeen om te discussiëren over een wet die moet leiden tot grotere regionale autonomie van de twintig gewesten. Dit zou de rijke, noordelijke gewesten beter uitkomen dan het armere zuiden. AN en UDC hebben hun machtsbasis juist in het zuiden.
Voor de Lega Nord is het terugtreden van Umberto Bossi een bittere pil. Het betekent dat de partijleider niet de oude is, en mogelijk nooit meer op niveau zal terugkeren. Een andere leider dan Bossi heeft de partij, die twintig jaar bestaat, nooit gekend. Zijn eventuele opvolger zal komen uit een groep van vijf naaste medewerkers, die elkaar echter niet allemaal het licht in de ogen gunnen.