Ondanks problemen met gezondheid, een lager inkomen en de naderende dood zijn Britten boven de zeventig het gelukkigst van alle leeftijdscategorieën, blijkt uit het onderzoek. „Wij vonden dat het ouder worden rechtstreeks verband houdt met het toenemen van ons geluksgevoel", zegt Jonathan Scales van het Instituut voor Sociaal en Economisch onderzoek van de Universiteit van Essex.

Volgens het onderzoek vertoont het algemeen gevoel van geluk van de bevolking tussen de vijftien en negentig jaar een U-vormige curve. Het optimisme van tieners laat na het vijftiende levensjaar een scherpe daling zien om vervolgens op achttienjarige leeftijd licht af te vlakken in een gestage neerwaarts gerichte lijn die doorgaat tot het veertigste levensjaar.

Tussen de veertig en de vijftig ondergaan mensen een algeheel gevoel van depressie, waarna het gevoel van geluk langzaam begint te stijgen om zijn hoogtepunt te bereiken rond de zeventig. Dit gevoel van blijdschap is ook nog eens 15 procent hoger dan de kortdurende gelukzalige roes die werd beleefd als tiener.

Een van de onderzoekers waarschuwde echter dat de huidige generaties die na de oorlog zijn opgegroeid mogelijk niet dezelfde stijging van het geluksgevoel zullen ondergaan als de huidige generatie van zeventigers. Die hebben oorlog en armoede meegemaakt en hebben sindsdien een algemene stijging van de welvaart beleefd. Dat kan van invloed zijn op hun huidige gevoel van tevredenheid.