„Veroordeelde jihadist niet snel weer in fout”
Mensen die zijn veroordeeld voor terroristische activiteiten gaan als zij onder toezicht van de reclassering staan, niet snel weer in de fout. Onderzoekers van de Universiteit van Leiden onderzochten 159 zaken die de reclassering in de periode 2012-2017 onder toezicht had. Slechts 4,4 procent van het totaal aantal veroordeelden in die zaken raakte weer van het rechte pad af.
Vier veroordeelde jihadisten reisden alsnog uit naar het strijdgebied in Syrië, drie vervielen in crimineel gedrag, constateren de onderzoekers. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van de Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid (NCTV). Reclassering Nederland noemt het onderzoek „zeer waardevol” voor de verdere ontwikkeling van haar werk op dit terrein.
De reclassering beschikt sinds 2012 over een gespecialiseerd team voor het werken met verdachten en veroordeelden van terrorisme. Dit zogeheten TER-team (Terrorisme, Extremisme en Radicalisering) adviseert de rechter over bijzondere voorwaarden, houdt toezicht en werkt aan resocialisatie. Via gedragsbeïnvloeding probeert het team betrokken personen te helpen los te komen van het extremistische netwerk.
Volgens Johan Bac, algemeen directeur van Reclassering Nederland, blijkt uit het onderzoek dat het TER-team een waardevolle bijdrage is aan het toezicht op veroordeelde jihadisten „en daarmee aan de veiligheid van de samenleving.”
De onderzoekers: „Het TER-team heeft de middelen om controle en toezicht effectief uit te voeren en doet dit ook in de praktijk door een combinatie van meldplicht, gespreksvoering, interventies en in veel gevallen elektronische controle.” Zij bevelen aan de uitwisseling van informatie tussen de diverse instanties te verbeteren en de recidive over een langere periode te meten.