Binnenland

„We groeiden mee met onze pleegkinderen”

Het begon met een paar weken gastgezin zijn. Nu, jaren later, zijn de pleegkinderen van toen tieners en wonen ze nog altijd bij familie Thomassen. „Pleegzorg is op ons pad gekomen.”

1 November 2018 12:43Gewijzigd op 16 November 2020 14:31
Pleegouders Bert en Dineke Thomassen. beeld familie Thomassen
Pleegouders Bert en Dineke Thomassen. beeld familie Thomassen

De vierde editie van de Week van de Pleegzorg is woensdag van start gegaan. Met het initiatief wil Pleegzorg Nederland aandacht vragen voor de noodzaak van meer pleegouders. Met name aan pleeggezinnen voor tieners is een tekort.

Voor Bert (50) en Dineke (49) Thomassen was het een oproep in hun kerkblad die hen zo’n tien jaar geleden over de streep trok. Het echtpaar uit Kootwijkerbroek besloot eens per maand een weekend gastgezin te zijn voor pleegkinderen. Al snel kwam echter de vraag of het gezin er ook voor openstond om twee kinderen wat langere tijd in huis op te nemen. Aanvankelijk voor zeven weken. Daarna konden de kinderen terug naar huis. Anderhalf jaar later werd echter opnieuw een beroep gedaan op de familie Thomassen. „Toen zijn ze gebleven, nu al bijna acht jaar”, vertelt Dineke. „We hebben pleegzorg niet gezocht, maar dit is op ons pad gekomen.”

Het echtpaar heeft drie dochters van 23, 19 en 14. De pleegzoon van 18 en zijn zus van 15 zitten er met hun leeftijd tussenin. „Dat is altijd goed gegaan”, vertelt de pleegmoeder. „Onze jongste dochter en pleegdochter waren echt speelkameraadjes. En onze pleegzoon trok zich op aan de oudere dochters.” Het is een voordeel dat de pleegkinderen niet de oudsten zijn, vindt Thomassen. „Veel waar we tegen aanlopen hebben we al meegemaakt met onze eigen kinderen.”

Corrigeren

De eerste periode was niet altijd eenvoudig. „Er was best wat verschil met onze eigen kinderen. Wat voor ons normaal was in de opvoeding was voor de pleegkinderen bijzonder. In het begin moesten we hen regelmatig corrigeren. Maar het duurde niet lang voordat het beter ging en ze ook beter in hun vel zaten.”

Ook het contact met de ouders van de kinderen was nieuw. „Ze komen vanaf het begin bij ons over de vloer. Daarmee gaven we best een stuk privacy op, daar moesten we echt aan wennen.” Er is regelmatig contact met de ouders. „Dat loopt goed. Er zijn weleens dingen waarover we het oneens zijn, maar daar kunnen we goed over praten.” De kinderen bezoeken hun ouders nu iedere week.

Thomassen wil geen onderscheid maken tussen de pleegkinderen en haar eigen dochters. „Ze schoppen weleens tegen gezag, maar dat doen onze eigen kinderen ook. Mijn man zegt vaak: We mogen hun niet verwijten dat ze puber zijn. Het scheelt dat we met hen zijn meegegroeid, ook de puberteit in. We hebben nooit van onze kinderen gehoord dat we hen verschillend hebben behandeld.”

Pleegzorg kan veeleisend zijn. „Er waren momenten waarop ik dacht: waar ben ik aan begonnen en hoe houd ik dit vol? Maar later denk ik dan: het gaat veel vaker goed dan fout. Als het eens per maand spaak loopt, is het de rest van de maand wel goed gegaan.”

Terugkeer naar de eigen ouders is voor de pleegkinderen op dit moment niet aan de orde. „Maar die mogelijkheid moeten we altijd openhouden. Het lijkt me heel moeilijk om hen weer los te laten. Maar je moet de kinderen altijd hun eigen thuis gunnen. Als het kan, is er niets mooier dan bij de eigen ouders zijn.”

Wat zou de pleegmoeder zeggen tegen ouders die twijfelen over de keuze voor pleegzorg? „Probeer het eerst eens een weekend, of een paar dagen als gastgezin. Ik vroeg me ook vaak af of ik het wel zou kunnen. Maar het is goed gegaan. Je krijgt er ook kracht voor.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer