Spanje zal Saudi-Arabië niet laten vallen
Spanje blijft wapens verkopen aan Saudi-Arabië. „Het probleem van zulke intense relaties met een dictatuur is dat je zelfs je mond moet houden als ze een journalist vierendelen.”
De linkse partijen ERC en UP hadden gevraagd om stopzetting van de wapenleveranties aan Riyad. Maar de sociaaldemocratische premier Pedro Sanchez, deze zomer mede aan de macht geholpen door ERC en UP, weigerde vorige week „uit verantwoordelijkheid” de Saudi’s voor het hoofd te stoten.
Het Kamerdebat was enkele weken geleden aangevraagd naar aanleiding van berichten over vermoedelijke Saudische oorlogsmisdaden in Jemen, waaronder bombardementen op een ziekenhuis en een bus met schoolkinderen. De kersverse onthullingen over de moord op de dissidente Saudische journalist Jamal Khashoggi maakten de kwestie nog urgenter. Maar al snel werd duidelijk dat Spanje geen gevolg zou geven aan de oproep van de Duitse bondskanselier Angela Merkel om Riyad voorlopig niet van nieuw wapentuig te voorzien.
Begin september was de toon al gezet. Te midden van een golf van verontwaardiging over de burgerslachtoffers in Jemen kondigde minister Margarita Robles van Defensie aan een streep te zullen halen door de levering van 400 Spaanse laserbommen aan het regime van koning Salman. Het ging om een betrekkelijk kleine transactie van 9 miljoen euro. Maar de vrees bestond dat daardoor een grote Saudische order ingetrokken zou worden: de bouw van vijf oorlogsschepen in de werven van Cadiz. Daarmee was 1800 miljoen euro gemoeid.
Bovendien zouden er 6000 arbeidsplaatsen op de tocht komen te staan in de provincie met de hoogste werkloosheid van Spanje (30 procent). De havenarbeiders van Cadiz gingen de straat op uit protest tegen het aangekondigde embargo tegen de Saudi’s. Minister Robles werd teruggefloten en de regering in Madrid liet weten dat de laserbommen gewoon geleverd zouden worden. Het waren trouwens „intelligente bommen die zich niet vergissen en dus geen Jemenieten zullen doden”, verzekerde minister en regeringswoordvoerder Isabel Celaa. Ze ging daarmee voorbij aan de mogelijkheid dat het doden van burgers in Jemen geen vergissing was, maar opzet.
Spanje heeft een innige band met Saudi-Arabië. De vriendschapsrelatie gaat terug tot de jaren 60 van de vorige eeuw, toen de Spaanse dictator Franco op zoek ging naar bondgenoten om het internationale isolement van zijn regime te doorbreken. Nadat Juan Carlos door Franco op de Spaanse troon was gezet, werd de zogeheten koningsdiplomatie in gang gezet. Het koninklijk huis werd de spil van de betrekkingen tussen Spanje en Saudi-Arabië.
Juan Carlos en koning Salman voelden veel sympathie voor elkaar. Dat mondde uit in lucratieve contracten voor het Spaanse grootbedrijf. Volgens critici ontving Juan Carlos in ruil voor zijn diensten forse bedragen in de vorm van commissies. De zoons van beide vorsten, Felipe VI en Mohammed bin Salman, zetten de vriendschapsband tussen beide koninklijke huizen voort.
Spanje heeft Saudi-Arabië nodig als olieleverancier. Omgekeerd voorziet Spanje het regime in Riyad van wapens –Spanje is de vierde wapenexporteur naar Saudi-Arabië– en infrastructurele werken. Een Spaans consortium van staats- en privébedrijven heeft de hogesnelheidslijn tussen Mekka en Medina aangelegd en gaat deze nu ook exploiteren. Kosten: 6 miljard euro. Ook de uitbreiding van de metro in Riyad is opgedragen aan een Spaanse bouwgroep. „Het probleem van zulke intense relaties met een dictatuur is dat je zelfs je mond moet houden als ze een journalist vierendelen”, verzucht Jordi Armadans van de ngo Fundipau.