Overleg over Darfur vlot niet erg
Op de tweede dag van onderhandelingen tussen de partijen in het Darfur-conflict is geen vooruitgang geboekt. De twee belangrijkste rebellengroepen kwamen vrijdag met zes voorwaarden voor de gesprekken, die de regering onmiddellijk verwierp. Inmiddels verslechtert de situatie in Darfur, een provincie van Sudan.
Het zag er niet naar uit dat de strijdende partijen vrijdag, de dag waarop de officiële besprekingen zouden beginnen, om de tafel zouden gaan zitten. De rebellen willen dat Khartoem eerst hun eisen inwilligt. De Sudanese regering wil echter alleen op de voorwaarden ingaan als die onderwerp zijn van de onderhandelingen. De volgende gespreksronde is uitgesteld tot zaterdag.
De rebellen willen dat Sudan zijn steun intrekt aan de Arabische milities, de Janjaweed, die de zwarte bevolking in Darfur terroriseren. Bovendien moet Khartoem meewerken aan een onderzoek naar genocide in de geplaagde provincie. Verder eisen de opstandelingen dat de Sudanese regering hulporganisaties alle ruimte biedt voor voedselhulp aan de bevolking van Darfur en gevangengenomen rebellen vrijlaat.
Bovendien willen zij alleen nog overleggen op neutraal terrein. De partijen praten nu in de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba, onder toezicht van de Afrikaanse Unie (AU). De rebellen menen echter dat Addis Abeba geen neutraal terrein is, vanwege de vriendschappelijke betrekkingen tussen Sudan en Ethiopië.
Ook donderdag ontaardde het overleg al snel in een ordinaire en langdurige scheldpartij. In april spraken de rebellengroepen SLM en JEM een bestand af met de regering, maar daar kwam weinig van terecht. Het overleg moet een einde maken aan anderhalf jaar bloedvergieten, dat inmiddels is ontaard in een enorme humanitaire ramp.
In de afgelopen maanden zijn naar schatting 30.000 doden gevallen en 1,2 miljoen mensen hun huizen ontvlucht. Zo’n 200.000 Sudanezen zijn vertrokken naar het buurland Tsjaad. De vluchtelingenorganisatie van de VN zei vrijdag dat een op de drie gevluchte Sudanese kinderen ondervoed is. Hevige regenval bemoeilijkt de hulpverlening voor de honderdduizenden ontheemden. De VN hebben 130.000 mensen in Tsjaad onder kunnen brengen, maar rond de grens staan er nog duizenden. Het Wereldvoedselprogramma (WFP) brengt volgende week 1400 ton voedsel naar Darfur.
Bendes die met steun van de Sudanese strijdkrachten de streek willen ’arabiseren’, terroriseren al lange tijd Darfur met wreedheden. Niet-Arabischsprekende zwarte Afrikanen worden vermoord, verminkt of verkracht en hun eigendommen verwoest. Begin vorig jaar stuitten de aanvallers op steeds meer verzet van plaatselijke bewegingen.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zei vrijdag dat wanneer het regenseizoen binnenkort begint, dagelijks 350 ontheemden dreigen te sterven, als de omstandigheden in de kampen waar ze verblijven niet drastisch verbeteren.
De Sudanese minister van Buitenlandse Zaken, Mustafa Osman Ismail, zei vrijdag na afloop van een langdurig onderhoud met de onlangs benoemde VN-gezant voor Sudan, Jan Pronk, dat de regering schenders van mensenrechten in Darfur voor de rechter zal brengen. Pronk liet zich niet over het gesprek met de minister uit.