Buitenland

Ex-bendelid in de schoolbank

Veel kinderen in Guatemala zwichten voor de verleiding lid te worden van een criminele bende. Een speciale school probeert kinderen weer op het rechte pad te krijgen – en te houden.

Henrique Staal
16 October 2018 20:47Gewijzigd op 16 November 2020 14:23
Steve Lorenzang (21) moest als bendelid bereid zijn anderen te doden. beeld Jaco Klamer
Steve Lorenzang (21) moest als bendelid bereid zijn anderen te doden. beeld Jaco Klamer

Steve Lorenzang is nog maar 21 jaar, maar heeft al meer meegemaakt dan de meeste mensen in een heel leven. Zijn vader is alcoholist en zijn moeder is niet in staat hem op te voeden. Daarom groeit hij, samen met zijn broers, op bij zijn oma. Op zijn dertiende gaat het fout. School interesseert hem niet, dus stopt hij ermee. Al snel ontmoet hij verkeerde mensen, komt in aanraking met drugs en wordt lid van een bende. „Ik voelde me als bendelid vaak heel veilig, alsof ik deel uitmaakte van een hechte familie”, vertelt hij.

Maar er was ook een andere kant. „Ik moest me dag en nacht aanpassen aan de gebruiken en gewoonten van de bende. We moesten zelfs bereid zijn anderen te doden. Toen een van de jongens dat vertikte, werd hij zelf op gruwelijke manier vermoord: zijn ogen werden uitgestoken en zijn lichaam in mootjes gehakt. Dat is het lot van gangsters die opdrachten weigeren. Ik was bang dat ik ook slachtoffer zou worden.”

Als de leider van zijn bende wordt gedood, ontbrandt er een felle strijd om het leiderschap. Steve is bang dat hij slachtoffer zal worden van het conflict. Zijn grootmoeder verhuist een paar keer om aan de druk van de bende te ontkomen, maar ook in hun nieuwe woonwijken komt Steve onder invloed van gangsters.

Dan komt de dag dat de politie hem oppakt en hij in de gevangenis belandt. Dat is het moment dat hij zich afvraagt of dit het leven is dat hij wil leiden. Steve droomt van een eigen huis, een fijn huwelijk en een baan, en besluit dat het anders moet.

Steve –kortgeschoren haar, witte polo– vertelt zijn verhaal in het Instituto Santa Maria, een nieuwe school die zich speciaal richt op drop-outs. De school staat pal naast de vuilnisbelt van Guatemala-stad. Steve gebruikt geen drugs meer en droomt over zijn toekomst. Het liefst wil hij arts worden, maar de opleiding is duur en niet gemakkelijk. „Ik zou ook wel kok willen worden. Misschien kan ik op school een baan als kok krijgen, want ik denk dat ik door mijn criminele verleden moeilijk aan vast werk kan komen.”

Moeder

Instituto Santa Maria, de school waar Steve op zit, is opgezet door de Guatemalteekse christelijke organisatie AMG. Een van de docenten is Yovany Garcia (26), die al vier jaar computerles geeft aan drop-outs zoals Steve Lorenzang. ’s Avonds studeert hij aan de universiteit.

Garcia trouwde met een lerares uit zijn kerkelijke gemeente en woont met haar bij haar ouders. Hij kent de verleiding om zich bij een bende aan te sluiten uit eigen ervaring. Hij groeide op in een eenkamerwoning: zijn moeder werkte, terwijl zijn vader af en toe een klus had als technicus. Het vele geld dat de bendes hadden klonk aantrekkelijk. „Gelukkig zorgde mijn moeder ervoor dat ik uit de buurt bleef van ‘gangs’.”

Nu is hij leraar en wil graag als IT’er computercriminaliteit bestrijden, het liefst in dienst van de overheid. Hij is de enige van de familie die heeft doorgeleerd. „Mijn halfbroer heeft ook de middelbare school doorlopen, maar werd niet voor bendes beschermd door een liefhebbende moeder, zoals ik. Hij kan geen baan vinden door zijn criminele verleden en zit nu weer in de gevangenis.”

Kogels

Onder de vlag van de christelijke organisatie AMG vallen meerdere scholen. Naast het Instituto Santa Maria is er de Rayo de Luzschool, de grootste school van AMG. De school staat naast een grote begraafplaats. Omdat de kinderen in de klassen het risico liepen geraakt te worden door de kogels van rivaliserende bendes, is het oude hek onlangs vervangen door een stenen omheining.

Leerlingen Irma Consoelo Garcia Reyes (14) en Aura Yusleni Reyes (9) gaan van maandag tot vrijdag met plezier naar de Rayo de Luzschool. Irma zit in de achtste klas, Aura gaat naar de derde. Irma leert graag en wil advocaat of dokter worden, haar zusje wil aan de slag als schoonheidsspecialist, leraar of architect. „Als we na schooltijd thuiskomen, moeten we binnenblijven, want de buurt is heel onveilig”, vertellen de zusjes. Hun moeder Sylvia (47) is niet thuis. Ze verdient de kost met het schoonmaken van huizen en is daarvoor zes dagen in de week van zeven uur ’s ochtends tot vijf uur ’s middags van huis.

„We huurden vroeger een huis in een andere wijk, maar daar gebeurden gruwelijke dingen. Toen we de huur niet meer konden opbrengen, verhuisden we naar dit gratis stukje grond op de heuvel, tussen de begraafplaats en de rivier, en bouwden zelf een huisje. We kennen de buurt en hebben betrouwbare buren.”

Irma en Aura herinneren zich nog goed hoe hun huis schudde tijdens een aardbeving. „Ons huis was gebouwd tegen een helling en gedeelten van de berg stortten naar beneden en gleden de rivier in. Het was heel eng.”

Volwassenen

De Rayo de Luzschool is er niet alleen voor kinderen. Ook de 33-jarige Floriadalma Lemos volgt er elke zaterdag lessen. Ze maakt huizen schoon om de kost te verdienen, maar verdient eigenlijk te weinig om rond te komen met haar kinderen Lois Angel (11), Brandon (9) en Nicole (7). Daarom wil ze graag ander werk, maar ze wordt bij sollicitaties steeds afgewezen omdat ze geen middelbareschoolopleiding heeft. Vandaar dat ze nu alsnog in de schoolbanken zit.

Er schuilt een tragisch verhaal achter het feit dat zij nu kostwinner is. Haar man Jose Flavio Hernandez werd op 4 februari vorig jaar doodgeschoten door hun dronken en marihuana rokende buurman, die leider was van een bende. „Hij schoot mijn man in zijn lies, terwijl onze kinderen machteloos toekeken. Mijn man verloor veel bloed. Ik trok Jose de heuvel op, waar brandweermannen en eerstehulpverleners zich over hem ontfermden. Mijn man overleed in het ziekenhuis, hij werd 44 jaar.”

Mensen adviseerden Lemos niet naar huis terug te keren: het was leeggeroofd en in brand gestoken. „In één klap verloren we alles. Ik woon nu bij mijn moeder in een eenkamerhuisje, samen met mijn drie kinderen en mijn vier broers.”

Haar voormalige buurman, die in november is opgepakt, oefent grote druk uit om de aanklacht, die ze tegen hem indiende, in te trekken. Lemos: „Ik wil graag tegen hem getuigen, hoewel ze dreigen me te vermoorden. Ik realiseer me dat ik er morgen niet meer kan zijn, maar opgeven is voor mij geen optie. God beschermt mij.”

Geweld, misbruik en criminaliteit

De christelijke organisatie AMG is in Guatemala verantwoordelijk voor scholen, kinderopvang, gezondheidscentra, beroepsdiensten en landbouwontwikkelingsprogramma’s. De organisatie krijgt daarbij steun van de Nederlandse organisatie Woord en Daad.

Guatemala kampt met armoede, analfabetisme en hoge misdaadcijfers. Geweld tegen vrouwen komt veelvuldig voor. Kinderen groeien veelal op in gebroken gezinnen te midden van geweld, misbruik en criminaliteit. Op het platteland functioneren openbare scholen nauwelijks en de meeste kinderen verlaten de school voortijdig.

AMG ondersteunt meer dan 8000 kinderen. Leerlingen die hun school vroegtijdig hebben verlaten, kunnen voor de afronding van hun schoolopleiding terecht op de Rayo de Luzschool en het Instituto Santa Maria. „Beide scholen hebben een positieve invloed op de buurt, die bekendstaat als zeer gevaarlijk en crimineel”, zegt Ruth Rodriguez, directeur van de opleidingsprogramma’s. „We vertellen studenten maar weinig over elkaars situatie, want ook kinderen van criminelen nemen deel aan het sponsorprogramma, waarbij ze lessen volgen én Bijbels onderwijs krijgen. Het christelijk onderwijs is een zegen: door de kinderen komen soms ook ouders tot geloof.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer