Binnenland

Jihad gedijt in gevangenis

Een celstraf lijkt weinig succesvol om jihadsympathieën de kop in te drukken. Enkele mannen die de politie vorige week oppakte op verdenking van het voorbereiden van een terreuraanslag, zaten al eerder vast. Wat te doen met jihadisten voor, tijdens en na hun detentie?

8 October 2018 19:18Gewijzigd op 16 November 2020 14:18
De antiterreureenheid in actie tijdens de ontmanteling van een terreurcel vorige week. beeld politie
De antiterreureenheid in actie tijdens de ontmanteling van een terreurcel vorige week. beeld politie

LEG ALTERNATIEVE STRAF OP

Jihadisten radicaliseren in de gevangenis verder, stelde Globsec onlangs in een alarmerend rapport. De denktank legde de dossiers van 197 veroordeelde Europese jihadisten onder het vergrootglas. De meesten zijn in 2015 gearresteerd en zitten gemiddeld acht jaar en zeven maanden vast. Gevreesd wordt dat ze na hun vrijlating in 2023 aanslagen gaan plegen.

„De jihad in Europa gedijt goed in gevangenissen”, lichtte terrorismeonderzoeker Stanislav Matějka van Globsec toe in de Volkskrant. „Veel van de nu veroordeelde terroristen raakten ook pas geradicaliseerd in de gevangenis. Nu ze weer gevangen zijn, kunnen zij op hun beurt anderen radicaliseren, of nieuwe jihadistische connecties leggen.”

Hoe vanzelfsprekend het ook lijkt om jihadisten op te sluiten, in het licht van bovenstaande is er ook veel voor te zeggen om hen juist níét naar de gevangenis te sturen. Hiervoor pleit onderzoeker Pieter de Witte van het centrum voor levensbeschouwing en detentie aan de Katholieke Universiteit Leuven. Ook niet-jihadisten radicaliseren volgens hem in de gevangenis.

„Een van de schadelijke gevolgen van het gevangenisverblijf is dat mensen vaak bijzonder gefrustreerd raken en kwaad worden op de samenleving”, schreef hij mei in een opiniestuk in het Belgische dagblad De Standaard. De Witte zegt niet dat hij een gevangenisstraf nooit passend vindt. Niettemin zou hij graag zien dat er creatief wordt nagedacht over alternatieven voor het veroordelen van mensen „tot een zinloze tijd tussen vier muren.”

SLUIT MOSLIMRADICAAL LANGER OP

Tijd in de gevangenis kan ook heel nuttig worden besteed, maar dan moet iemand er wel lang genoeg zitten. Dat vindt Edwin Bakker, hoogleraar terreurbestrijding aan de Universiteit Leiden. Hij pleit al jaren voor hoge straffen voor jihadisten. Deze zomer zei hij in een interview met het AD dat Nederland in vergelijking met Europese landen te laag straft. „In de korte tijd dat ze vastzitten verharden ze eerder, ze zitten er te kort om echt over hun toekomst na te denken, te kort om ze echt los te halen uit hun milieu.”

Een probleem is volgens hem ook dat hun broeders hen na zo’n korte straf weer als helden onthalen. Vorige week herhaalde Bakker zijn boodschap in Trouw. „Een straf van effectief een halfjaar is zeker niet lang genoeg om mensen te beïnvloeden zodat ze er anders over gaan denken. Na een korte straf zullen veel mensen alleen maar bozer terugkeren in de maatschappij. Samen met de terugkeerders is dat een groeiende groep van mensen die niet zullen stoppen.”

STUUR JIHADIST OP DERADICALISERINGSCURSUS

’s Morgens vroeg opstaan om de Franse vlag te hijsen. Negen radicale moslims deden het sinds september 2016 één keer per week in een schilderachtig landhuis in de Loirestreek. De rest van de tijd dompelden docenten, sociologen, psychologen en een islamconsulent de aanwezigen onder in de Franse cultuur en de geschiedenis van de islam.

Vijf maanden na de start, vijf maanden vóór de geplande einddatum, werd de stekker eruit getrokken. Het project bleek een grote flop. Een Franse radiozender zei over een van de deelnemers dat hij het programma beleefde als „een vorm van anti-islamitische bekeringsdrift.” De man bleek alleen maar verder te zijn geradicaliseerd.

Ook Nederland experimenteert met deradicaliseringsprogramma’s. Deelname hieraan is vrijwillig. Vorige maand schreef minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) dat hiermee wordt doorgegaan. Vorig jaar zei Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Dick Schoof dat het „nog een beetje trial and error” (leren met vallen en opstaan, BP) is. Maximaal twee personen zouden zo’n programma met succes hebben doorlopen.

Veel deskundigen en politici betwijfelen openlijk het nut van deradicaliseringsprogramma’s. Directeur van het International Centre for Counter-Terrorism in Den Haag Renske van der Veer is ervan overtuigd dat het mogelijk is om radicale moslims van hun overtuigingen af te brengen, maar een recept voor iedereen bestaat volgens haar niet.

Stelliger is de Palestijns-Belgische jihadexpert Montasser AlDe’emeh. Hij noemt deradicalisering in de gevangenis verspilling van tijd en geld. De Arnhemse burgemeester, Ahmed Marcouch, zei dat het niet zo is „dat je die jongens door een wasstraat kunt sturen en dat ze dan weer schoon zijn.”

Ex-terrorist Jason Walters: „Radicalisering en deradicalisering worden gezien als het wisselen van een T-shirt. Ik denk dat je het beter kunt vergelijken met het ondergaan van een geslachtsoperatie.”

STEL STRENGE VOORWAARDEN AAN VRIJLATING

Hans Bonte is burgemeester van de Belgische ‘jihadstad’ Vilvoorde. Het frustreert hem dat geradicaliseerden zich aan geen enkele voorwaarde hoeven te houden als ze hun straf volledig hebben uitgezeten. Hij pleit ervoor om extremisten die vrijkomen nog een tijd lang ter beschikking van de regering te stellen. „Op die manier kunnen ze ook na hun straf nog in de cel blijven of bijvoorbeeld een elektronische enkelband krijgen.”

Ook in Nederland kunnen burgemeesters weinig als moslimradicalen niet willen integreren. Over die onmacht schreef de Edese burgemeester, René Verhulst, vorige week in het Nederlands Dagblad een opinieartikel. Zo nu en dan krijgt hij of een van zijn collega’s een telefoontje van justitie met de mededeling dat er een vrijgekomen Syriëganger in hun gemeente komt wonen. „Gemeenten slaan meteen aan omdat er de vrees is van verdere radicalisering.” Als burgemeester voel je je dan verantwoordelijk voor „een sluimerend gevaar.”

Het stoort Verhulst dat nog geen enkele jihadist spijt heeft betoond over zijn of haar verleden, maar wel aanklopt voor een uitkering. De personen die het betreft zijn volgens hem ook „vervreemd van de maatschappij en willen daar niet meer aan meedoen. (…) Bij velen van hen is geen wil meer om mee te doen in Nederland. Ik ben bang dat zij eerder anderen bewegen om te radicaliseren.”

Verhulst zegt dat de burgemeester en de welzijnswerker er niet alleen in slagen om iemand „extreme gedachten uit het hoofd te praten”, maar dat ze dat moeten doen met „de hele omgeving van de jihadist.” In Ede schakelt Verhulst daarom ook islamitische organisaties in om ze medeverantwoordelijk te maken. Hij verwacht dat de gemeenschap helpt bij de terugkeer in de maatschappij en een signaal afgeeft als het niet goed gaat.

Omdat dit alles weinig meer is dan „afwachten en wat praten en hulp bieden”, roept Verhulst op tot het invoeren van „een license to operate” voor jihadisten. „Zoals voor bedrijven geldt in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Een soort vergunning waarop je kunt worden aangesproken, die je ook kunt kwijtraken, als je niet aan bepaalde voorwaarden voldoet.”

Jihad gedijt in gevangenis

Het aantal jihadisten dat in de gevangenis (verder) radicaliseerde en na op vrije voeten te zijn gesteld aanslagen pleegde of anderszins over de schreef ging, is niet meer op de vingers van één hand te tellen. Een overzicht.

  • De politie pakte vorige week zeven mannen op wegens het beramen van een grote aanslag in Nederland. Hoofdverdachte is de Irakees Hardi N. In 2017 krijgt de voormalige cipier in hoger beroep 24 maanden cel voor het voorbereiden van een terroristisch misdrijf. Twee andere verdachten, Nadeem S. en Waïl el A., worden ook tot celstraffen veroordeeld. Hun hoger beroep loopt nog.

  • Limburger Mohammed G. wordt in 2013 veroordeeld omdat hij wil deelnemen aan de jihad in Syrië. In 2015 komt hij in de cel wegens het voorbereiden van terroristische activiteiten. Van zijn vrijlating in oktober 2017 kan hij slechts kort genieten, want in de eerste helft van dit jaar wordt hij opnieuw vastgezet. Justitie verdenkt hem van betrokkenheid bij een ontvoering in Zuid-Afrika met dodelijke afloop. Aan de zaak zou een „jihadistisch luchtje” zitten.

  • De Belg Benjamin Herman schiet in mei in Luik twee vrouwelijke politieagenten en een voorbijganger dood voordat hij zelf wordt doodgeschoten. De man ziet in 2003 voor het eerst een gevangenis vanbinnen en wordt nadien nog ettelijke malen veroordeeld tot een celstraf. Herman pleegt zijn daad tijdens penitentiair verlof. De man bekeert zich in de gevangenis tot de islam en radicaliseert daar.

  • Zeker twee van de zes daders van de aanslagen in Brussel op 22 maart 2016 zaten eerder in de gevangenis. De gebroeders Khalid en Ibrahim El Bakraoui zijn eerst actief in het criminele circuit en belanden voor verschillende vergrijpen in de cel. Daar radicaliseren ze en worden geronseld voor het plegen van terroristische aanslagen.

  • Salah Abdeslam is de enige nog levende terrorist achter de aanslagen in Parijs in 2015. Hij radicaliseert eerst buiten de gevangenis, maar dat proces gaat nog steeds door nu hij vastzit. „Hij heeft een baard nu”, zei zijn advocaat een jaar na de aanslagen. „Hij is een echte fundamentalistische moslim geworden. Hij was een jongen van de straat met Nikes.” De omstandigheden in de gevangenis zijn hier volgens hem debet aan.

Onlangs beet Abdeslam een cipier het volgende toe: „Waarom kijk je naar mij, loser? Je bent een loser, kom naar mijn cel en ik zal het je eens uitleggen. Ik ben een moslim en jullie zijn ongelovigen, honden. Er komt een dag waarop jullie mijn voeten zullen kussen.”

  • De Franse Mehdi Nemmouche is hoofdverdachte van de aanslag op het Joods Museum in Brussel in 2014. Daarbij komen vier mensen om. In de periode voor zijn daad zit hij voor een ander vergrijp in de gevangenis, waar hij radicaliseert. Drie weken na zijn vrijlating, eind 2012, vertrekt hij voor een jaar naar Syrië. Zijn proces start op 10 januari 2019.

  • Jermaine Walters wordt in 2006 vrijgesproken van zijn vermeende lidmaatschap van de zogenoemde Hofstadgroep. Zijn overtuigingen blijken echter hardnekkig. In 2014 vertrekt Walters met zijn gezin naar Syrië. De man vindt een jaar later de dood in Raqqa.

Cel bracht deze jihadisten niet op andere gedachten

Hofstadgroeplid Jason Walters (1985) verwondt bij zijn arrestatie in 2004 agenten met een handgranaat. Begin 2013 komt hij vrij nadat hij zijn straf voor onder meer deelname aan een terroristische organisatie voor twee derde heeft uitgezeten. In de gevangenis raakt hij zijn radicale overtuigingen kwijt. Hoe dat gebeurde, vertelde hij tegenover de Volkskrant en radioprogramma Argos.

Walters zit zijn straf uit op de terroristenafdeling (TA) in Vught. Mede onder invloed van medegevangenen radicaliseert hij aanvankelijk verder. Zijn dagen slijt hij met „het lezen van de Koran, kennis opdoen, bidden, om de dag vasten.”

Op een gegeven moment slaat de verveling toe. De boekenwurm heeft dringend behoefte aan nieuwe lectuur. Ongeveer in die tijd geeft de TA gevangenen toestemming om te gaan studeren. De voormalige terrorist stort zich eerst vol overgave op de natuurwetenschappen en later op de geesteswetenschappen. Langzaam krijgt de moderne rationaliteit vat op hem.

Plato

Het lezen van ”De staat” van de filosoof Plato leidt tot een doorbraak. „Ik heb het boek wel zeven of acht keer gelezen. Het bevrijdde mij van de angst om zelf na te denken. Ik ontdekte de filosofie. Dat was liefde op het eerste gezicht. Over alle levensvragen waar ik van jongs af aan mee worstelde –wat is waarheid, wat is zijn– wordt al eeuwen nagedacht. Antwoorden worden geformuleerd, onderuitgehaald en opnieuw doordacht. Ik wist niet dat het bestond.”

Drie jaar duurt zijn deradicaliseringsproces. Eerst durft hij de islam nog niet de rug toe te keren. Uit angst voor de hel blijft hij bidden. Uiteindelijk dwingt hij zichzelf de kernvraag te beantwoorden. Is de Koran het woord van Allah? Uiteindelijk concludeert Walters dat dat niet zo is. „Toen ben ik uit het geloof gestapt. Heel raar. Het zat eraan te komen, maar toch was het alsof ik met een smak op een blok beton stortte. Mijn opvattingen, morele oordelen, mijn hele wereldbeeld, alles was gebaseerd op het geloof. Als dat wegvalt, moet je alle vragen opnieuw stellen. (…) Mijn moraal veranderde radicaal, die was niet meer in het geloof ingebed.”

Na zijn vrijlating gaat Walters filosofie studeren. Hij verdiept zich in radicalisering en deradicalisering. Begin dit jaar rondt hij zijn masterscriptie ”In en uit de radicale Islam” af.

Volslagen onzin

Deradicaliseringsprogramma’s vanuit de overheid vindt hij onzinnig. „Alle personen die daadwerkelijk echt gederadicaliseerd zijn, die zijn er zelf uitgestapt en hebben nog nooit een dag in een programma gezeten. Dat is echt volslagen onzin.”

Welke mogelijkheden ziet Walters om radicalisering tegen te gaan? „Eenmaal geradicaliseerd moet men handvaten aanreiken, faciliteren van studie en lezen van wetenschappelijke literatuur in de gevangenis.” De geesteswetenschappen kunnen volgens hem een preventieve rol spelen. „Onderwijs moet weer iets worden om vrije democratisch gezinde burgers te vormen. Niet alleen voorbereiding op een baan.”

Hoe Jason Walters z’n radicalisme kwijtraakte

Honderden kalifaatgangers en andere jihadisten zitten momenteel in Europa hun celstraf uit. Achter de tralies radicaliseert een groot deel verder. Veiligheidsdiensten maken zich op voor het moment dat deze tikkende tijdbommen worden vrijgelaten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer