Vredesprijs voor arts Congo en jezidi-vrouw
Het Nobelprijscomité in Oslo heeft de Nobelprijs voor de Vrede vrijdag toegekend aan de Congolese arts Denis Mukwege en de Iraakse jezidi-activist Nadia Murad.
Het comité maakte de winnaars vrijdag aan het eind van de morgen in de Noorse hoofdstad bekend.
Mukwege en Murad hebben zich ingezet tegen verkrachting in oorlogsgebieden in Irak en Congo. Volgens het comité waren de verkrachtingen onderdeel van een doelbewuste militaire strategie.
Voorzitter Berit Reiss-Andersen van het Nobelcomité zei dat het duo „cruciaal” is geweest in het bestrijden van verkrachting en seksueel misbruik. „Beiden hebben hun persoonlijke veiligheid op het spel gezet in de moedige strijd tegen oorlogsmisdaden en voor gerechtigheid voor de slachtoffers.”
Denis Mukwege is een bekende Congolese chirurg en oprichter van het Panzi-ziekenhuis in de stad Bukavu, in Congo. Hij heeft duizenden slachtoffers van verkrachting in het door oorlog geteisterde Afrikaanse land behandeld. Dat leverde hem de bijnaam ”de man die vrouwen weer heel maakt” op.
Nadia Murad is een mensenrechtenactivist uit Irak. Ze was een van de naar schatting 3000 vrouwen van de jezidi-minderheid in het land die door IS-strijders werden verkracht nadat de terreurbeweging in 2014 diverse grote steden in het land onder de voet had gelopen.
Genomineerd
Er waren 331 organisaties en personen genomineerd voor de prestigieuze prijs. Eerder waren er speculaties dat de Zuid-Koreaanse president Moon de prijs zou krijgen wegens zijn toenaderingspogingen tot Noord-Korea. Ook de hervormingsgezinde Ethiopische premier Abiy Ahmed werd als kanshebber genoemd.
Zelfs de naam van de Amerikaanse president Trump circuleerde, vanwege zijn ontmoeting met de Noord-Koreaanse leider Kim.