Hof: Iran-sancties VS moeten ingeperkt
De Amerikaanse sancties tegen Iran mogen geen humanitaire hulp aan dat land treffen en mogen ook de veiligheid in de burgerluchtvaart niet in gevaar brengen. Dit heeft het Internationaal Gerechtshof (ICJ), gevestigd in Den Haag, bepaald. Het is een voorlopig oordeel van de opperrechters, omdat de eigenlijke juridische strijd over het Amerikaanse sanctiebeleid nog moet losbarsten in het Vredespaleis.
In afwachting van het vonnis dat pas over jaren verwacht wordt, draagt het hof Washington op voorlopig geen sancties te treffen die onherstelbare schade kunnen aanrichten zoals een blokkade van humanitaire goederen. De Amerikaanse sancties tegen Iran omvatten een reeks al langer bestaande maatregelen die beogen te voorkomen dat Iran internationaal handel drijft. Washington bestraft ook partijen uit andere landen als die wel met Iran in zee gaan. Volgens Washington werkt Iran stiekem aan een kernbom. Teheran weerspreekt dat al decennialang.
De uitspraak van dit hoogste hof van de Verenigde Naties is een overwinning voor Iran. Dat had zich in juli tot het hof gewend over de economische sancties die de regering van Donald Trump weer had ingesteld. De Trump- regering trok zich terug uit het internationale akkoord dat mogendheden in 2015 met Iran sloten over verlichting van sancties en beperking van het Iraanse nucleaire programma.
Volgens Teheran treffen de wurgende economische sancties miljoenen Iraniërs op een dramatische manier. Ze zouden ook in strijd zijn met het vriendschapsverdrag dat Iran en de VS in 1955 sloten. De uitspraak is ook interessant omdat die in algemene zin aan economische sancties beperkingen oplegt.