Grondonteigening trekt Zuid-Afrika niet uit het slop
De president van Zuid-Afrika richt zich ten onrechte op de onteigening van grond van blanke boeren. Het land kan zich beter bezighouden met het scholen van de vele werkloze jongeren om het land uit de malaise te helpen, meent dr. Hans Ester.
Op 31 juli veroorzaakte president Cyril Ramaphosa van Zuid-Afrika een storm in zijn land. In een korte toespraak stelde hij dat de regeringspartij, het African National Congress (ANC), de door het ANC goedgekeurde resolutie over de landhervorming in Zuid-Afrika met zekerheid zou gaan uitvoeren. Boerderijen van blanke boeren moeten onteigend worden en aan zwarte boeren ter beschikking worden gesteld. Het werd nog vreemder toen Ramaphosa stelde dat de Zuid-Afrikaanse grondwet de geplande radicale hervorming van samenleving en economie van Zuid-Afrika ten volle ondersteunde.
De door de president aangekondigde landhervorming raakte een gevoelige zenuw bij de blanke Zuid-Afrikaanse boeren. Er was immers sprake van ”Expropriation without compensation”. De onteigening van boerderijen van blanke eigenaars ten behoeve van zwarte boeren zou zonder compensatie geschieden. In zijn toespraak van 31 juli noemt Ramaphosa behalve de onteigening van boerderijen ook de „transformatie van de onrechtvaardige realiteiten in de stedelijke gebieden.” Hij bedoelde daarmee vermoedelijk de ruime huizen en grote tuinen van de blanken in Johannesburg en Kaapstad.
De zorgen van de Zuid-Afrikaanse boeren over de aangekondigde onteigening werden deels weggenomen toen Ramaphosa rond 20 augustus gesprekken voerde met de vertegenwoordigers van landbouw en veeteelt. Het gesprek leidde tot een zekere toenadering. Terwijl Ramaphosa enkele maanden eerder had gesproken over „teruggave aan onze mensen van het land dat hun is ontstolen, zonder compensatie voor de dieven”, luidde de boodschap nu: „We zullen productieve landbouwgrond nooit onteigenen.”
Voor de analisten van de De Klerk Stigting, een denktank die vanuit een sterk democratisch bewustzijn het regeringsbeleid kritisch volgt, is het echter duidelijk dat de problemen nog levensgroot zijn. Het Institute of Race Relations, dat tijdens de apartheidsjaren de raciale verhoudingen registreerde, is dezelfde mening toegedaan. Aan de kern van de plannen van het ANC om tot onteigening van land over te gaan is niets veranderd.
Amendement
Daarbij doemt er ook een zeer principiële kwestie op. Ramaphosa kondigde namelijk aan dat de grondwet door een amendement nog duidelijker taal zou gaan spreken inzake de rechtmatigheid van de onteigening zonder vergoeding. Volgens Ramaphosa en zijn ANC is de grondwet namelijk gericht op transformatie. Radicale verandering om tot een rechtvaardiger samenleving te komen is volgens hen het ultieme doel van de grondwet.
De befaamde analist John Kane-Berman van het Institute of Race Relations wees er onmiddellijk op dat het begrip ”transformatie” in de Zuid-Afrikaanse grondwet niet voorkomt. Ondanks het feit dat het grondwettelijk hof van Zuid-Afrika heeft verklaard dat transformatie een gebod is dat moet worden nagestreefd, kan deze uitleg volgens staatsrechtgeleerden niet dwingend uit de letter van de tekst van de grondwet worden afgeleid.
President Ramaphosa heeft echter haast met zijn amendement op hoofdstuk 25 van de Zuid-Afrikaanse grondwet. Voor de nieuwe parlementsverkiezingen in het voorjaar van 2019 wil hij de wetsaanpassing afgerond hebben. Tegen de regels in heeft de president het proces van verandering en aanpassing al op gang gebracht en zelfs al een conceptwet gepubliceerd, nog voordat het Zuid-Afrikaanse parlement een uitspraak over de wijziging van de grondwet heeft kunnen doen. Zou hij vergeten zijn dat er nog meer partijen zitting hebben in het Zuid-Afrikaanse parlement dan het ANC?
Onverstandig
Het blijven hameren op herstel van onrecht uit het verleden door Ramaphosa is onverstandig. Zijn indirecte dreigementen van grondonteigening, inclusief de huizen van boeren, scheppen bij boeren onzekerheid en angst. Onteigeningen vormen geen oplossing, en al helemaal niet wanneer het een kwestie van plukken en graaien wordt en antiblanke sentimenten worden aangewakkerd.
Onderhuids bestaat er in Zuid-Afrika namelijk een sterk racistisch vooroordeel ten opzichte van mensen van Europese oorsprong. Het verbranden van de juridische bibliotheek van de universiteit in Durban in 2017 door jonge radicalen was geen incident. Net als het in brand steken van studentenflats op de campus van de universiteit van de West-Kaap in 2017 was de actie in Durban symptoom van antiblank sentimenten.
Beide gebeurtenissen zijn onderdeel van een anti-Europees protest. Het verwijderen van het standbeeld van Cecil John Rhodes van de campus van Cape Town University in 2016 was het beginsignaal daarvan. De rector van de universiteit van Kaapstad, Max Price, capituleerde volledig hiervoor en nam zelfs de taal van de actievoerders over. Slachtoffer van een andere categorie dan standbeelden, gebouwen en bibliotheken is de Afrikaanse taal, die binnen overheidsorganen en onderwijsinstituten aan de kant wordt geschoven.
In plaats van zich te richten op grondonteigening en het voeden van deze anti-Europese sentimenten, zou de president er beter aan doen zich te richten op het oplossen van de grote problemen die land teisteren. De corruptie van Zuid-Afrikaanse ambtenaren, die onder de voormalige president Jacob Zuma sterk gegroeid is, blijft enorm groot. Ook verkeert het land in een economische malaise. Beide problemen hangen nauw met elkaar samen.
De broers Gupta
Wat de corruptie betreft, de verslagen van de op dit moment actieve Judicial commission of inquiry into state capture zijn verbijsterend. De hoofdrol wordt opgeëist door de drie broers Gupta. Begonnen als straatverkopers van Indiase afkomst, wisten ze zich op den duur een plaats te verwerven in de economische adviesorganen van de Zuid-Afrikaanse regering. Vanuit hun luxueuze villa in Johannesburg besturen ze een imperium aan bedrijven. Ex-president Jacob Zuma was er kind aan huis. Zij hebben met goedkeuring van Zuma en zijn trawanten zo veel invloed op sleutelbedrijven in Zuid-Afrika gekregen dat ze zelfs over de benoemingen van ministers in het kabinet-Zuma konden beslissen.
Wie eenmaal steekpenningen heeft aangenomen, zit gevangen en moet naar het pijpen van de Gupta’s dansen. Zeer nadelige contracten met de koolmijnen van het drietal brachten de Zuid-Afrikaanse energieleverancier Escom in de grootste misère. Escom heeft nu zo’n enorme schuld dat de elektriciteitstarieven fors omhoog zullen gaan. Redden de kleine huishoudens het dan nog wel?
De benzineprijs stijgt ook. Het gevolg hiervan is dat het vervoer met minitaxi’s en bussen veel duurder zal worden. De Gupta’s konden zelfs afdwingen dat South African Airways de lijnvluchten naar India opgaf ten gunste van hun eigen vliegmaatschappij, Jet Airways. Zij hadden het voor het zeggen bij de besteding van overheidsgelden binnen het treinvervoer van Zuid-Afrika en kregen een grote som geld van de regering mee bij de aankoop van een boerderij in de provincie Vrystaat, een aanschaf die niet in verhouding stond tot de uitgekeerde miljoenen. Dit is maar het topje van de ijsberg.
Zullen de Zuid-Afrikaanse kiezers hernieuwd vertrouwen krijgen in de overheid die zich door de in Zuid-Afrikaanse kranten als ”gangsters” aangeduide broers en consorten zo gruwelijk heeft laten bestelen? Een overheid die door het accepteren van zogeheten commissies zelf ijverig meedeed aan het bedrog?
Nieuwe generatie
De toekomst van het land zal sterk afhangen van de nieuwe generatie. Een derde van de jongeren tussen de 15 en de 24 jaar is werkloos. Hun aantal beloopt nu 3,3 miljoen. Velen ontberen goede scholing. Daardoor loopt in allerlei sectoren van de Zuid-Afrikaanse samenleving het tekort aan capabele mensen almaar verder op.
Die tekorten ontstonden in 1995 al, ten tijde van het presidentschap van Nelson Mandela. Maar liefst 120.000 blanke ambtenaren werden toen afgedankt en vervangen door zwarte Zuid-Afrikanen zonder de vereiste deskundigheid. Dat gebeurde in het kader van de ”regstellende aksie” of ”affirmative action” die zwarte Zuid-Afrikanen bevoordeelt louter op grond van hun huidskleur. In het scheppen van hoogwaardige onderwijsinstituten, landbouwkundig of anderszins, ligt de toekomst. Het land moet hierbij het niveau van kennis en wetenschap dat Europa in de loop der eeuwen heeft opgebouwd, gebruiken. Die staat ten dienste van Zuid-Afrika. Laat het land daarom stoppen met het bevoordelen van zwarte Zuid-Afrikanen enkel op basis van hun huidskleur. De weg naar de toekomst loopt via de Europese cultuur. Er is geen alternatief.
Dr. Hans Ester studeerde in Johannesburg en doceerde onder meer in Potchefstroom en Grahamstown.