Hoe rood goud een vloek kan zijn
Goud is niet altijd zo mooi als het lijkt. Nu Congo eind december dan eindelijk naar de stembus lijkt te gaan voor een nieuwe president, neemt de strijd om invloed in grondstofrijke provincies toe.
Enigszins beschroomd komt hij bij het tafeltje staan. Het is een klamme avond in de Congolese hoofdstad Kinshasa en ik zit op een terras in het centrum van de stad. Ik bereid me voor op een aanbod om snoepjes of biscuitjes te kopen. Maar nee, de man diept twee boekjes op uit zijn tas: een dicht- en een verhalenbundel. Of ik interesse heb?
Op de voorkant van de verhalenbundel staat een kaart van Afrika, met daarin het hoofd van de auteur. Een snelle blik leert dat die hier aan tafel staat. ”Verhalen in rood goud”, staat er in zwarte en rode letters boven de kaart van Afrika.
De verhalen blijken te gaan over zijn geboorteregio: de Congolese provincie Katanga, waar de grond vol koper zit: rood goud. Interessant weetje is dat de grondstofrijke regio in de jaren zestig drie jaar lang een onafhankelijke staat was. Nog altijd is de provincie een belangrijke exporteur van onder meer koper en kobalt.
De schrijver –hij heet Ladain Kandji– stelt in zijn publicaties vragen over het positieve effect van de mijnbouw op de regio. Heeft deze Katanga verval of vooruitgang gebracht? Op het eerste gezicht lijkt het laatste duidelijk het geval. De hoofdstad van Katanga, Lubumbashi, moet de modernste stad van het land zijn. De wegen zijn er verhard en schoon; er is een keur aan winkels, dure hotels en restaurants.
Tegelijk is waar dat rijkdom aan grondstoffen altijd samengaat met gekonkel, corruptie en belangenstrijd die de landsgrenzen ver overschrijden. Het meest pregnant is dat zichtbaar in het oosten van Congo, waar rebellengroepen elkaar (en niet alleen elkaar) het leven zuur maken. Katanga staat te boek als relatief rustig, maar ook daar worden vele vuile handen gemaakt.
In de aanloop naar de verkiezingen is dit soort grondstrofrijke provincies uiteraard interessant. Rond Katanga speelt er een vete over de participatie in de verkiezingen van de oude gouverneur van de provincie: Moïse Katumbi.
Katumbi zwaaide tussen 2007 en 2015 de scepter met kennelijk resultaat: de staat van wegen, scholen en ziekenhuizen verbeterde sterk. Hij heeft een opmerkelijke achtergrond: zijn vader is Grieks en bovendien een Sefardische Jood. Toen de Italiaanse fascisten in de jaren dertig op het eiland Rhodos aan de macht waren, ontvluchtte hij het eiland om zich met zijn familie in Katanga te vestigen.
Katumbi heeft in de aanloop naar de verkiezingen, die oorspronkelijk gepland waren voor december 2016 en nu voor dit jaar op de rol staan, te kennen gegeven een gooi te willen doen naar het presidentschap. Maar zodra hij zijn ambities had uitgesproken, kwamen er beschuldigingen los. In mei 2016 werd hij aangeklaagd voor het rekruteren van buitenlandse huurlingen, waarop hij uitweek naar Brussel. Later kwam er nog een veroordeling bij voor de illegale verkoop van een huis.
Katumbi is nog altijd vastberaden mee te doen, maar komt het land vooralsnog niet in. Het handjedrukken laat iets zien van de achtergrond van de vragen die Kandji opwerpt in zijn boekjes. (Bodem)rijkdommen zijn vaak meer vloek dan zegen. Trots op de aloude cultuur van zijn geboortegrond is Kandji echter des te meer.