Apachevlieger zag draden over het hoofd
De helikopterpiloot die in november vorig jaar met zijn Apache tegen een zogeheten bliksemdraad vloog bij het Gelderse Zoelmond, zag de draad over het hoofd tijdens een uitwijkmanoeuvre. Zijn aandacht was gefocust op een denkbeeldige oefenvijand. Hij was zich daarom niet bewust van de hoogspanningslijnen. Die conclusie trekt de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) na onderzoek.
Hoogspanningslijnen zijn volgens de OVV sowieso slecht te zien vanuit een helikopter, zeker in het donker. De bemanning was afhankelijk van sensoren, maar ook die hebben maar „een beperkt blikveld en een beperkte resolutie”, schrijft de raad.
Door de botsing viel de stroom in het omliggende gebied voor enkele uren uit. Niemand raakte gewond en de gevechtshelikopter wist veilig te landen. De gevolgen vielen mee vergeleken met een soortgelijke aanvaring van tien jaar eerder in de Bommelerwaard. Toen ontstond een grote stroomstoring die vijftig uur aanhield.
De OVV bracht na de botsing van 2007 veel problemen aan het licht: de vluchtvoorbereiding was gebrekkig, het ontbrak aan controle en er was te weinig op obstakels gelet. Daar is lering uit getrokken, stellen de onderzoekers in het donderdag verschenen rapport, maar ook nu heeft de OVV kritiek. Hoewel er geen direct verband is met het ongeval, stelt de raad dat Apachevliegers al jaren te weinig vlieguren maken. Al in 2007 bestond het voornemen om ter compensatie een simulator aan te schaffen, maar dat gebeurde niet. Verder wijst de raad erop dat kaarten niet up-to-date waren.
„Het gaat hier om mensenwerk”, reageert staatssecretaris van Defensie Barbara Visser. „Bij dit ongeval ging het om een ongelukkige samenloop van omstandigheden.” Visser zegt dat de simulator er zo snel mogelijk moet komen. Daar is geld voor gereserveerd, maar ze waarschuwt dat ingebruikname daarvan nog jaren op zich zal laten wachten, omdat het gaat om „hoogwaardige technologie, die bovendien nog grotendeels ontwikkeld moet worden”.