Waar gaan Surinamers heen in de vakantie?
Pas begin oktober start voor onze koters het nieuwe schooljaar. Dat is onpraktisch voor wie „in de vakantie” Nederland willen bezoeken, of juist met zijn kinderen naar Suriname wil komen.
Terwijl in Nederland de grote vakantie op zijn einde loopt, begint die in Suriname deze week pas. Een beetje onpraktisch als je bedenkt dat in Suriname wonende Surinamers en in Nederland wonende Surinaamse Nederlanders elkaar graag opzoeken in de vakantie. Die groep heeft nooit tegelijkertijd vrij met de leeftijdsgenoten overzee (in de meeste gevallen neven en nichten).
Er is een reden voor de afwijkende vakantieperiode: rond deze tijd begint de grote droge tijd, die ruim drie maanden duurt. Dan wordt het echt heet en een verkoelende tropische bui valt er nauwelijks. Dat is geen pretje als je vijf uur per dag in de klas moet zitten. Tussen mei en begin augustus valt het vaak met bakken uit de hemel en stijgt het kwik meestal niet verder dan een graadje of dertig. Dat vindt men hier aangenaam. In ieder geval prettiger dan een gevoelstemperatuur van zo’n 40 graden: dat maakt het leren in een klaslokaal zonder airconditioning geen leuke bezigheid.
Als je Surinamers vraagt wat ze dit jaar gaan doen, zullen minstens negen van de tien zeggen dat ze het niet weten. Lang vooruit plannen zit dit volk gewoon niet in het bloed. Bovenal: het gros van de bevolking heeft geen geld om iets leuks te doen. Als je bedenkt dat het maandelijkse minimumloon omgerekend 150 euro bedraagt en een retourticket naar bijvoorbeeld Nederland ruim zes keer zo veel kost, dan snapt u wat ik bedoel.
Zij die het zich wel kunnen permitteren, hebben hun reis een paar maanden geleden al geboekt. Precieze cijfers zijn er niet, maar het gaat om hooguit een paar duizend mensen. De rest moet zich in eigen land zien te vermaken. Geloof me, Suriname heeft vrijwel alles wat een reiziger zich wenst in huis, maar ook dat is doorgaans onbetaalbaar. De maagdelijke jungle is voor velen onbereikbaar vanwege de duizelingwekkende tarieven die worden gevraagd voor een ogenschijnlijke eenvoudige trip van vier dagen. Als men al wat gaat en kan doen, is het op eigen gelegenheid eropuit trekken.
Gelukkig zijn er opties genoeg: wie vanuit de hoofdstad Paramaribo zo’n 60 kilometer naar het zuiden rijdt, komt in de uitlopers van het regenwoud tientallen recreatieoorden tegen waar je voor relatief weinig geld de hangmatten kunt ophangen en je kunt onderdompelen in heerlijk fris water van de ontelbare kreken. Ik ben daar met mijn gezin met enige regelmaat te vinden.
Soms huren we een bus en rijden ernaar toe met vrienden en kennissen, die ik met liefde uitnodig om gratis mee te ontspannen. Dat vergt een dagenlange voorbereiding, zeker omdat mijn Surinaams-Javaanse vrouw zich op het standpunt stelt dat er heel veel en vooral gevarieerd eten moet zijn. Dus moet ik twee dagen stressvol lang assisteren bij het marineren van kip, het rijgen van saté en het handmatig maken van honderden snacks. En op de dag zelf om vijf uur in de ochtend opstaan om alles af te bakken en in te pakken. Zodat we zelf bij aanvang behoorlijk uitgeput zijn. Maar ach, als we aan het eind van de dag zo’n dertig vermoeide gezichten met een glimlach in de bus ziet zitten, dan hebben we een geweldig eendaags vakantie-uitje gehad.