Steun voor Noorden verdwijnt
Het kabinet beëindigt over twee jaar de jaarlijkse financiële steun van 60 miljoen euro aan de drie noordelijke provincies. Staatssecretaris Van Gennip van Economische Zaken wil het geld niet langer inzetten voor het wegwerken van achterstanden, maar voor het stimuleren van topregio’s.
De bewindsvrouwe stelt zaterdag in de Volkskrant dat het kabinet volgens afspraak tot 2006 het Noorden jaarlijks 60 miljoen euro steun geeft. „Daarna zal ik middelen inzetten op basis van kansen, ook in het Noorden." Volgens haar zijn inkomensverschillen tussen de noordelijke provincies en de Randstad klein. Het wegwerken daarvan kost te veel geld. „Dat is niet meer te rechtvaardigen", aldus Van Gennip.
De staatssecretaris stuurt volgende week haar plannen, die staan in de nota Pieken in de Delta, naar de Tweede Kamer. Dezelfde Kamer maakte zich in mei al sterk voor voortzetting van de financiële steun aan de drie noordelijke provincies. In het kader van het zogeheten Langman–akkoord is 60 miljoen euro per jaar beschikbaar voor de drie provincies in het noorden tot en met 2006, maar afspraken over het aanpakken van de achterstand bestrijken een periode tot 2010.
Van Gennip vindt dat elke regio moet kijken waar zij goed in is. Friesland zou zich volgens haar meer op het toerisme moeten richten. De noordelijke provincies moeten proberen „een schakel te worden richting Noordoost–Europa".