Clemens Merx trekt in een rolstoel de Boliviaanse bergen in
Zijn reis is nog niet begonnen en toch al meer dan geslaagd, vertelt Clemens Merx (22) uit Alblasserdam. De trip zelf, met World Servants naar Bolivia, vormt de kers op de taart. Voor het eerst gaan tijdens een werkvakantie van deze organisatie ook jongeren met een beperking mee. „Ik verleg graag mijn grenzen.”
Behendig rijdt Clemens met zijn rolstoel vanuit de ouderlijke woning naar een zorgunit in de achtertuin, waar hij sinds november woont. Hij geniet er van de ruimte en de rust. „Ik eet thuis, maar na het avondeten trek ik mij hier terug. Ik heb achttien broers en zussen, van wie er naast mij nog elf thuiswonen. Wanneer iedereen na het avondeten zijn taak gaat doen, kan ik die drukte vanwege mijn autisme niet bolwerken.”
Clemens heeft voor de gelegenheid een shirt met de opdruk ”World Servants Onbeperkt” aangetrokken. De christelijke organisatie World Servants organiseert werkvakanties in ontwikkelingslanden voor jongeren. Dit jaar is er voor het eerst een reis waarbij ook mensen met een lichamelijke beperking welkom zijn (zie ook ”Werkvakantie World Servants voor jongeren met en zonder beperking”). De deelnemers aan deze werkvakantie zijn van 12 juli tot 28 juli op reis. In Bolivia bouwen ze mee aan twee lokalen en een toiletblok voor een nieuwe kleuterschool.
Clemens is een van hen. Hij blikt in juni vooruit op de trip. Toen medewerkers van World Servants hem tijdens de EO-Jongerendag in 2017 vroegen of hij meeging naar Bolivia reageerde hij enthousiast. Kort daarop sloeg de twijfel toe: „Dik 10.000 kilometer van huis gaan in een rolstoel? Zinnen zoals „Ik kan niet. Ik wil niet. Ik durf niet” buitelden voortdurend door mijn hoofd.”
Geboorte
Clemens werd twee maanden te vroeg geboren. Zijn armen zaten bij de geboorte tegen zijn lijf geklemd. Een besmetting met het RS-virus had kort daarop cerebrale parese tot gevolg. Deze hersenbeschadiging zorgde voor een linkszijdige verlamming.
„Door hard te oefenen kan ik mijn linkerhand weer wat gebruiken. Daardoor is ook het spasme in mijn spieren verminderd. Toch kan er ineens kramp in mijn arm schieten. Die staat dan onder hoogspanning en het duurt lang voordat anderen hem weer los krijgen.”
Hij heeft ervoor gevochten om te kunnen staan, zegt Clemens. Hierdoor kan hij zelf de overgang van zijn rolstoel naar bed en toilet maken. „Ondanks alle inspanningen kan ik niet lopen. Maar ik kan mijzelf inmiddels wel redden. Alleen voor het strikken van mijn veters heb ik hulp nodig.”
Clemens is een vlotte, goedlachse prater. „Gisteren ben ik, tegen de verwachting in, geslaagd voor mijn mbo-opleiding ICT op niveau 3. Als iemand mij drie jaar geleden had voorspeld dat dit zou gebeuren, had ik hem uitgelachen. Ik heb het aan God te danken dat ik de eindstreep heb gehaald.”
Clemens noemt zich Messiaans. „We vieren de Joodse feesten en houden ons aan de Joodse spijswetten.” Hij wijst naar de diverse christelijke teksten die zijn kamer sieren. De mooiste is in zijn ogen: „Ik ben niet wat ik doe. Ik ben niet wat ik heb. Ik ben niet wat mensen over me zeggen. Ik ben Gods geliefde kind. Niemand kan dat van me afnemen. Ik hoef me geen zorgen te maken. Ik hoef me niet te haasten. Ik kan Jezus vertrouwen en Zijn liefde met de wereld delen.”
Pijnlijke herinneringen
Met het behalen van het ICT-diploma sluit Clemens een moeilijke periode af. Tot zijn zeventiende zat hij op het speciaal onderwijs. Hij pendelde heen en weer tussen de „vertrouwde omgeving” van thuis en school. „Iedereen op school had een beperking, ik voelde mij geaccepteerd. Op mijn 17e moest ik die veilige wereld inruilen voor een gewone school. Daar was ik de enige in mijn klas met een beperking. Dat was erg wennen.”
Clemens raakte met zichzelf in de knoop, werd depressief en kreeg hiervoor hulp. „Er kwamen in die tijd pijnlijke herinneringen boven. Op het speciaal onderwijs had ik veel vrienden verloren. Zij leden aan de ziekte van Duchenne, spierdystrofie waaraan ze uiteindelijk overleden. Die pijnlijke gebeurtenissen had ik weggestopt.”
Ook de desinteresse van zijn medestudenten was verwarrend. „Ik heb altijd moeten knokken. Van vso-praktijk naar vso-theorie en uiteindelijk mbo niveau 2. Terwijl ik mijn uiterste best deed, spijbelden veel medeleerlingen op het roc en waren ze niet gemotiveerd. Mijn klasgenoten van niveau 3 waren gelukkig een stuk positiever.”
Zelfvertrouwen
Clemens krabbelde op uit het diepe dal. „Ik ben stabieler geworden en heb meer zelfvertrouwen gekregen. Natuurlijk vond ik het op z’n tijd moeilijk als ik leeftijdsgenoten zag rennen en vliegen. Soms vroeg ik mij af welke bedoeling God met mijn beperking had. Tegelijkertijd ontdekte ik welke mogelijkheden ik heb. Zo breng ik met andere vrijwilligers van de stichting Naar House het Evangelie aan bezoekers van popfestivals. Ik heb het idee dat ik sneller contact met jongeren maak dan anderen, omdat ik in een rolstoel zit.”
Hij gaat geen uitdaging meer uit de weg, vertelt Clemens. „Ik reis tegenwoordig stad en land af met de trein. Sinds juni kan ik met een NS-app op mijn telefoontje op veel stations assistentie vragen. Meestal rijd ik zelf naar het station door mijn handbike voor de rolstoel te klikken. Af en toe maak ik gebruik van vervoer op maat.”
Reisgeld
Spijt dat hij zich voor de reis van World Servant aanmeldde, heeft Clemens geen moment gehad. Al had hij het soms best moeilijk. „Ik voel mij vanwege mijn beperking al snel tot last en probeer mij zo veel mogelijk aan anderen aan te passen. Hoe zouden valide jongeren reageren op de deelname van mindervalide leeftijdgenoten, vroeg ik mij voorafgaand aan het voorbereidingsweekend af. Die zorg bleek ongegrond, want ik voelde mij volledig geaccepteerd.”
Zijn zelfvertrouwen is het afgelopen jaar gegroeid door de activiteiten voor World Servants. „Met acties moesten we ons reisgeld van 2790 euro zelf bij elkaar sprokkelen. Ik heb mij aangesloten bij de actiegroep van World Servants in Ridderkerk. We hebben onder andere chocolade, oliebollen en toiletrollen verkocht. Inmiddels zit ik op een bedrag van dik 3700 euro. Wat er na aftrek van de reissom overblijft, gaat natuurlijk naar het project van World Servants. Ik ben die organisatie zo dankbaar dat ik deze kans krijg.”
Wat Clemens in Bolivia gaat doen, weet hij nog niet exact. „Er moet in elk geval hout worden gezaagd en metaal worden gevlochten. Daarnaast hoop ik te ontdekken wat mijn mogelijkheden zijn onder primitievere omstandigheden.”
Er staan in Bolivia twee rolstoelen klaar die geschikt zijn om de bergen mee in te trekken. „Spannend! We verblijven er naast een regenwoud en gaan ook naar een waterval.”
Clemens is blij dat hij ja heeft gezegd tegen World Servants. „Ik heb genoten van de reisvoorbereiding en de contacten met andere jongeren. Ik voel mij rijker dan een jaar geleden, en dan ben ik nog niet eens in Bolivia geweest. Omdat ik meer heb moeten overwinnen, denk ik dat ik meer uit deze reis haal dan valide jongeren. De trip is het geld dubbel en dwars waard.”
Werkvakantie World Servants voor jongeren met en zonder beperking
Het Centro Educativo Naciones Unidas in de Boliviaanse stad El Torno zit propvol. De lokalen van deze school worden inmiddels dubbel gebruikt. „Er zijn ruim 200 kleuters op school. Minstens 50 leeftijdsgenoten staan op de wachtlijst en in de omgeving is geen andere kleuterschool te vinden”, weet Willem-Jan van der Ven (39) van World Servants. „Daarom gaan we met Nederlandse jongeren meebouwen aan nieuwe klaslokalen en een toiletblok. Het is natuurlijk onzin dat Nederlanders beter zouden kunnen metselen dan Bolivianen. Wij vinden niet alleen het praktische werk, maar ook de interactie tussen de deelnemers en de plaatselijke bevolking waardevol.”
De christelijke stichting biedt jaarlijks zo’n 800 Nederlandse jongeren de kans om de handen uit de mouwen te steken in ontwikkelingslanden. Van de reissom gaat circa een derde naar het bouwproject.
World Servants gaat niet over één nacht ijs. De voorbereiding, in samenwerking met lokale partners, begint twee jaar voor de daadwerkelijke reis. In de vijf jaar na de trip bezoeken medewerkers van de stichting een project nog minimaal drie keer.
Dit jaar biedt World Servants voor het eerst jongeren met een beperking de mogelijkheid om met een werkvakantie mee te gaan. De afgelopen twee weken hielpen ze, samen met reisleider Van der Ven, mee aan de bouw van klaslokalen in El Torno.
Het idee om niet alleen jongeren zonder, maar ook met een beperking deel te laten nemen aan de werkvakantie komt uit de koker van Van der Ven, coördinator marketing en training bij World Servants. De groep bestaat uit 21 deelnemers, van wie er 6 een beperking hebben. Vier maken gebruik van een rolstoel, één jongere is zeer slechtziend, terwijl één deelnemer met een lichte verlamming kampt.
„World Servants laat op een praktische manier iets van Jezus’ liefde zien. In onze optiek kan iedereen daaraan een steentje bijdragen. Tegelijkertijd boden we mensen met een beperking die mogelijkheid niet”, zegt Van der Ven. „Dat moest in mijn ogen veranderen. Inmiddels is World Servants Onbeperkt een feit.”
Het mes snijdt aan meer kanten. „For Vidas, onze partnerorganisatie in Bolivia, maakt zich er sterk voor dat jongeren met een beperking zo veel mogelijk kunnen meedoen in de maatschappij en gelijke rechten hebben. Tegenover de school waar we de lokalen bouwen, staat een centrum voor mensen met een beperking. Hopelijk stimuleren onze werkzaamheden hen om ook aan de slag te gaan. Natuurlijk binnen de mogelijkheden die zij hebben.”
Van der Ven heeft de smaak te pakken. Voor 2019 staan twee reizen van World Servants Onbeperkt op het programma. In Bolivia gaan jongeren meewerken aan de bouw van klaslokalen, in Bangladesh zullen ze hun steentje bijdragen aan de realisatie van een trainingscentrum voor mensen met een beperking.
Dit is het eerste deel van een serie over jongeren die met World Servants Onbeperkt op werkvakantie gaan naar Bolivia.