VN: Miljarden voor Genève
Een volwaardig lidmaatschap van de Verenigde Naties zal Zwitserland een bom duiten kosten, maar de aanwezigheid van het belangrijke bureau van de VN in Genève zorgt er wel voor dat Zwitserland zijn lidgeld meer dan terugverdient.
Zwitserland zal 47,4 miljoen euro betalen, maar het bureau in Genève pompt elk jaar 2,07 miljard euro in de Zwitserse economie, zegt Farhan Haq, de woordvoerder van de VN in New York.
Zwitserland betaalde in het verleden al vrijwillige bijdragen aan de VN, maar de aanwezigheid van de organisatie in Genève leverde het Alpenland jaarlijks een nettowinst op van 1,6 miljard euro. Het terugverdieneffect van een VN-instelling binnen de stadsmuren is nauwelijks te onderschatten.
De VN zeggen jaarlijks 2 miljard euro in de Zwitserse economie te pompen, en dat is niet verwonderlijk. Het heeft niet enkel te maken met de riante levensstijl en tafelbehoeften van het lokale VN-personeel. De organisatie zorgt voor een lawine van bestellingen bij de lokale bedrijven. De restaurants, hotels en het onroerend goed in Genève varen ook wel bij de 12.000 internationale conferenties die er per jaar worden georganiseerd. Het enige nadeel voor Zwitserland is dat de fiscus het VN-personeel met rust moet laten.
Genève is op New York na de belangrijkste stek voor het VN-secretariaat, huisvest het VN-ontwikkelingsprogramma, Unicef en het Wereldbevolkingsfonds en daarnaast ook nog eens twaalf gespecialiseerde VN-organisaties zoals de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). Enkel New York, waar het hoofdkwartier van de VN gevestigd is, krijgt nog een grotere kapitaalsinjectie.
De VS leveren een bijdrage van 298 miljoen dollar per jaar (met uitzondering van de bijdragen voor de vredesoperaties), een bedrag dat al meteen wordt terugverdiend door de VN-machine. Het secretariaat in New York had vorig jaar voor 500 miljoen dollar werkingskosten en 49 procent daarvan werd uitgegeven aan bedrijven in New York. Tel daar de lonen en andere uitgavenposten bij op en de VN pompen 3,3 miljard dollar per jaar in de economie van de Big Apple. Dat betekent dat Amerikaanse bedrijven 3 dollar verdienen voor elke dollar die de Amerikaanse regering bijdraagt aan de reguliere VN-begroting.
De bijdrage aan de vredesmissies is niet in die vergelijking opgenomen. Ook daar is sprake van een terugverdieneffect, want Amerikaanse bedrijven slepen elk jaar een groot deel van de contracten voor voedselpakketten, vaccins, hulppakketten en andere logistieke bestellingen in de wacht. Rudolph Giuliani, de vorige burgemeester van New York, schat dat de VN de stad 30.600 banen opleveren.
Dergelijke cijfers zetten heel wat kwaad bloed bij de VN-lidstaten in het zuiden. Bijna alle belangrijke VN-kantoren zijn gevestigd in westerse hoofdsteden: Rome heeft het Wereldvoedselprogramma (WFP), de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) en het Internationaal Fonds voor Landbouwontwikkeling; Parijs huisvest de Organisatie voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (Unesco); Tokio heeft de Universiteit van de VN; Den Haag krijgt zijn Internationaal Strafhof (ICC); Londen is gastheer voor de Internationale Maritieme Organisatie; Wenen is de thuisbasis van het Internationaal Bureau voor Atoomenergie en het Canadese Québec mag zich bogen op de aanwezigheid van de Organisatie voor de Internationale Burgerluchtvaart (ICAO).
Dat westerse monopolie op VN-organisaties is opmerkelijk omdat „al die organisaties geografisch ver verwijderd zijn van 80 procent van de VN-leden, waaronder de bevolking van de ontwikkelingslanden,” zo constateerde de Joint Inspection Unit al in een rapport uit 1993. De JIU, een organisatie die toekijkt op de werking van de VN, vond het toen al hoog tijd dat het monopolie van de rijke landen op de huisvesting van VN-organisaties doorbroken werd.