Sudan eens met komst vredesmacht
De regering van Sudan is woensdag akkoord gegaan met de stationering van een kleine vredesmacht van de Afrikaanse Unie (AU) in de westelijke regio Darfur.
Het is de bedoeling dat zo’n 300 soldaten de kampen gaan bewaken waar tienduizenden mensen zitten die op de vlucht zijn geslagen voor strijders van de Arabische Janjaweed-militie. Het geweld in Darfur heeft volgens de Verenigde Naties duizenden mensen het leven gekost en meer dan één miljoen Sudanezen op de vlucht doen slaan. Het is de bedoeling dat de AU-vredesmacht ook de internationale waarnemers gaat beschermen die toezien op een staakt-het-vuren in het gebied.
Op de top van de AU in de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba is woensdag een motie aangenomen waarin van de Sudanese regering wordt geëist de Janjaweed-strijders te ontwapenen. President Omar al-Bashir heeft toegezegd daartoe te zullen overgaan, maar volgens lokale waarnemers worden ze gesteund door het regeringsleger. De Verenigde Staten hebben met sancties gedreigd als de Sudanese regering niet op korte termijn een einde maakt aan het geweld in Darfur.
Ook de Britse premier Blair heeft woensdag gedreigd mogelijke VN-sancties tegen Sudan te zullen steunen als het Afrikaanse land de hulpverlening aan de slachtoffers van het geweld in Darfur niet op gang laat komen. De regeringsleider uitte zijn dreigementen woensdag in het Britse parlement.
Blair verklaarde dat hij dinsdag samen met secretaris-generaal Kofi Annan van de Verenigde Naties de crisis onder de loep had genomen. In de getroffen regio Darfur „is voedsel aanwezig” dat uitgedeeld kan worden aan de mensen die het nodig hebben, verklaarde de premier. De Sudanese autoriteiten moeten echter actief worden, meent hij. „Het is niet acceptabel dat als de hulp er is, die niet de verdreven bevolking kan bereiken”, zei Blair woensdag tijdens het wekelijkse vragenuurtje in het Lagerhuis.
De Veiligheidsraad van de VN overweegt sancties tegen Sudan of tegen Sudanese gezagsdragers in te stellen als de regering draalt met hulp aan de bevolking in de westelijke provincie Darfur of de hulpverlening daar belemmert. Kofi Annan waarschuwde dinsdag dat zich een nog grotere humanitaire catastrofe kan voordoen als de Arabische milities doorgaan met hun slachtpartijen onder dorpelingen en huizen blijven vernietigen.
De internationale druk op Khartoem om de door de regering gesteunde milities te ontwapenen wordt steeds groter. Parijs deed woensdag eveneens een duit in het zakje.
„Ze moeten hun wapens inleveren en als ze dat niet doen moeten de wapens ingenomen worden”, verklaarde onderminister Muselier van Buitenlandse Zaken. „De milities hebben een zekere vrije heerschappij gehad en hebben totaal onacceptabele daden begaan en de mensenrechten massaal geschonden.” De bewindsman verklaarde verder dat Parijs druk zal blijven uitoefenen op Sudan, zodat het land zijn belofte van zondag om de milities te ontwapenen zal nakomen.
Het Sudanese ministerie van Binnenlandse Zaken nam dinsdag een aantal maatregelen waarmee het centrale gezag de orde in Darfur wil herstellen. In vluchtelingenkampen zouden onder meer politiebureaus moeten worden geopend.
Zaterdag zullen de presidenten van Sudan en Tsjaad elkaar in de westelijke Sudanese provincie Darfur ontmoeten. De twee zullen overleg voeren over het conflict in het gebied, dat volgens de Verenigde Naties is uitgelopen op de ernstigste humanitaire crisis van dit moment in de wereld.
De ministers van Buitenlandse Zaken van de twee Afrikaanse landen maakten het nieuws over de ontmoeting tussen de Sudanese president Omar al-Beshir en zijn ambtgenoot van Tsjaad, Idriss Deby, woensdag wereldkundig. De twee staatshoofden spraken elkaar die dag al in de marge van de top van de Afrikaanse Unie in het Ethiopische Addis Abeba.