OPCW: chloorgas gebruikt in Douma
Bij een aanval op de Syrische stad Douma, waarbij in april tientallen burgers om het leven kwamen, is chloorgas gebruikt. Dat meldt het persbureau Reuters op basis van de eerste analyses uit een rapport van de OPCW, de internationale waakhond die toeziet op het verbod op het gebruik van chemische wapens.
De aanval leidde tot vergeldingsaanvallen vanuit de lucht door Groot-Brittannië, Frankrijk en de Verenigde Staten. Westerse landen zijn ervan overtuigd dat het regime van de Syrische president Bashar al-Assad de stad met chemische wapens heeft bestookt. Rusland en de Syrische regering stellen dat opstandelingen de aanval in scène hebben gezet.
„Verschillende gechloreerde organische verbindingen zijn in monsters aangetroffen”, aldus het rapport. De stoffen werden in twee gasflessen aangetroffen die in Douma werden gevonden. Chloorgas beschadigt de longen. Er werd geen bewijs gevonden voor het gebruik van zenuwgas.
De aanval met het gas werd uitgevoerd op 7 april. Experts van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) gingen vervolgens op een onderzoeksmissie naar Douma. Ze namen daar monsters en spraken met getuigen om vast te stellen of een aanval is uitgevoerd met chemische wapens.
De OPCW stelt alleen vast of een aanval is uitgevoerd met verboden wapens, niet wie daarvoor verantwoordelijk is. Eerder stelde de OPCW het systematisch gebruik vast in Syrië van strijd- en zenuwgassen als mosterdgas en sarin.