Buitenland

Column: Stadsleven in Caïro kleurt taalgebruik van christenen

Christenen in Caïro zeggen vaak, in alledaagse situaties, „in Jezus’ Naam” of: „in naam van het kruis.” Wat zouden ze daarmee bedoelen, vroeg ik me af. En waar komen die uitdrukkingen vandaan?

Frederike Hessing
3 July 2018 19:03Gewijzigd op 16 November 2020 13:41
Christenen hebben het in Caïro niet makkelijk.  beeld EPA, Amel Pain
Christenen hebben het in Caïro niet makkelijk.  beeld EPA, Amel Pain

Als christen was ik zelf niet gewend om de woorden „in Jezus’ Naam” buiten mijn gebeden te gebruiken. De uitdrukking „in naam van het kruis” was me volslagen vreemd.

In allerlei alledaagse situaties zeggen christenen dit vaak. Bijvoorbeeld als een kind is gevallen, als iemand ergens van schrikt of als er gevaar dreigt. Ik hoor het mijn schoonzus soms ook mompelen tijdens het koken. Daarnaast gebruiken christenen het hier ook wel als zegenbede voor het eten of om elkaar te bemoedigen. Het is een vorm van bidden om bescherming van God.

In het begin klonk het me vreemd in de oren. Het leek bijna een vorm van bijgeloof. Bij sommige mensen is dat wellicht inderdaad zo, maar bij de meeste christenen is het een uitdrukking van geloof. Zij kennen de kracht van woorden en herinneren zichzelf daarom in praktische situaties aan Jezus en Zijn verlossingswerk aan het kruis.

Hoe deze geloofsbeleving is ontstaan weet ik niet. Het Egyptisch-Arabisch als taal heeft veel uitdrukkingen waarin de Naam van God voorkomt. In de islamitische samenleving hier is het godsbesef groot en dat uit zich in de taal. Er zijn uitdrukkingen die moslims en christenen gemeenschappelijk gebruiken, zoals „hamdu’allah” („God zij gedankt”) en „insjallah” („Deo volente”).

Tegelijkertijd onderscheiden Egyptische moslims en christenen zich in hun taalgebruik. Moslims groeten elkaar standaard met „salaam wa alaykum” („vrede met u”). Christenen onderling groeten elkaar met „sabaah al gheer”, „morgen van goedheid.” Moslims zullen uiteraard zeker niet de uitdrukkingen „in Jezus’ Naam” en „in naam van het kruis” gebruiken.

Ik vermoed dat dit taalgebruik te maken heeft met de levensomstandigheden. Caïro is een drukke, chaotische stad. Als je geld hebt, kun je hier een heerlijk modern en comfortabel leven leiden. Dan kun je zelf een auto kopen, waarmee je de overvolle stadsbus zonder airconditioning kunt mijden en kun je een woning in een van de gerieflijke wijken kiezen.

De werkelijkheid van de meerderheid van de Egyptenaren is echter dat ze onder veel stress leven. Mensen met minder inkomen vechten om te overleven. De miljoenen mensen leggen een druk op de hoofdstad, met zijn dagelijkse verkeersopstoppingen. De vervuiling en het snikhete, stoffige zomerweer maken leven in Caïro uitputtend.

Kortom, ik vermoed dat deze levensomstandigheden mensen er meer bewust van maken dat ze God nodig hebben. Vooral voor christenen die enerzijds vrij naar de kerk kunnen, maar anderzijds doelwit zijn van terroristische aanslagen. De invloed van de islam is in Caïro alomtegenwoordig in kledij, in het geschal van moskeeën en in discriminatie van christenen. Dergelijke omstandigheden dragen denk ik bij aan een directe manier van geloofsbeleving onder christenen.

Het heeft mijn geloofsbeleving en taalgebruik veranderd. Vroeger had ik in m’n dagelijkse bezigheden nooit een moment dat ik verzuchtte „in Jezus’ Naam”, maar nu wel. Wanneer ik met mijn baby de vele trappen op sjouw naar ons appartement, bid ik op die manier om kracht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer