Havenmeester is hoeder van de Rotterdamse haven
Olietankers, coasters, cruiseschepen. Maar ook: sloepen, speedbootjes en waterscooters. Ze krioelen in de Rotterdamse haven. Zeker de komende zomermaanden. De havenmeester houdt een oogje in het zeil.
Driftig tuft een watertaxi over de Nieuwe Maas. Binnenvaartschepen varen op en af. Een waterbus ploegt door de golven. Rotterdam rust nooit.
Op een winderige juniochtend maakt patrouillevaartuig RPA10 zich rond negen uur in hartje binnenstad los van de kade. Het geel-zwarte schip is een van de acht patrouilleboten van de divisie Havenmeester (425 werknemers) van het Rotterdamse havenbedrijf. Over een lengte van zo’n 50 kilometer –van de Noordzee tot aan Dordrecht– surveilleren de schepen in het havengebied. Zeven dagen per week, 24 uur per dag.
„Wij zijn de duizendpoot van het havenbedrijf”, zegt de 35-jarige gezagvoerder in de stuurhut van de RPA10, terwijl hij koers zet richting de Erasmusbrug. Een ander bemanningslid tuurt op een beeldscherm met daarop een havenplattegrond. Marifoons kraken, telefoons rinkelen. De ene na de andere schipper meldt zich. „Ja, op dit moment gaat onze boot de Parkhaven uit. Over.” Op een ander moment gaat de communicatie kennelijk over een ligplaats. „Hij kan er in rijtje drie nog bij, of hij schuift door naar vier.”
Noodstop
Jaarlijks doen zo’n 30.000 zeeschepen en 110.000 binnenvaartschepen de Rotterdamse haven aan. Met name in de zomermaanden komt daar nog de recreatievaart bij. Veel plezierjachten gaan bijvoorbeeld via de Nieuwe Maas zuidelijk richting de Oude Maas. In de vakantieperiode assisteert een snelle motorboot de acht patrouillevaartuigen.
Recreatieschippers maken er af en toe een potje van, vertelt de gezagvoerder van de RPA 10. „Sommige mensen hebben geen flauw benul van de regels. Ze varen aan de verkeerde walkant en beseffen niet dat zeeschepen geen noodstop kunnen maken. Nogal wat recreatieschippers zijn er bijvoorbeeld ook niet van op de hoogte dat ze in sommige gevallen een dodemanskoord om hun pols moeten dragen. Dat koord zorgt ervoor dat de motor afslaat als de schipper overboord valt.”
Op zomerse dagen houdt hij soms zijn hart vast. „Bijvoorbeeld als speedboten met daarachter jetskiërs over de rivier razen.”
Brandweerboot
Drie van de acht patrouilleboten leggen zich toe op inspectietaken, vijf zijn toegerust voor incidentbestrijding. Deze vijf fungeren ook als ‘brandweerboot’. Elk van de vijf schepen heeft vier bluskanonnen aan boord, waaronder een kraan voor bluswerk op hoogte. Iedere blusboot heeft 8 ton blusschuim. Gewoon bluswater pompen de schepen op uit de rivier of de havens. De schepen kunnen ook de brandweer aan de wal van bluswater voorzien.
Zelf was de gezagvoerder van de RPA10 vorig jaar bijvoorbeeld betrokken bij de bestrijding van een forse brand bij afvalverwerker Van Gansewinkel in de Waalhaven. „Ons vaartuig leverde bluswater aan de brandweer op de kade. Zelf spoten we nevel om te proberen de dikke, zwarte rook neer te laten slaan.”
Geroutineerd koerst hij de RPA10 richting de Kop van Zuid. In de verte torent de Euromast boven de bebouwing uit. Nog weer verder steken hijskranen omhoog.
De marifoon kraakt. Meldingen vliegen over en weer. „Er is geen tegenliggende vaart. Over.”
Of: „Goedemorgen, mevrouw, wij komen uit jachthaven IJsselmonde.”
Omdat „elke dag anders is”, verveelt het werk niet, zegt de gezagvoerder, inmiddels twaalf jaar actief op de patrouilleboot. Sommige incidenten staan in zijn geheugen gegrift. „In de Waalhaven viel ooit een bemanningslid in een ruim van een groot zeeschip. Mijn collega en ik moesten eerste hulp bieden. Via een trappenstelsel daalden we af in het ruim. Het was foute boel. We moesten ervoor zorgen dat de man kon blijven ademen. De traumahelikopter kwam. Het slachtoffer raakte verlamd. Dat zijn heftige gebeurtenissen.”
„Ons doel is veilig en vlot scheepvaartverkeer”
Niet alleen op het water heeft de divisie Havenmeester open oren en ogen. Ook vanuit de lucht. In het havencoördinatiecentrum op de negentiende verdieping van het World Port Center in Rotterdam. Vlak bij de Erasmusbrug.
„Wij willen het scheepvaartverkeer veilig en vlot laten verlopen”, zegt Martin de Jong, operationeel manager van de divisie Havenmeester. „Dat geldt voor een enorme tanker van 250 meter lang, maar ook voor een jachtje van 8 meter.”
Het controlecentrum hoog boven het stadse gewoel hangt vol met beeldschermen. Vrijwel op al die monitors zijn plattegronden van het havengebied te zien. Groene driehoekjes verwijzen bijvoorbeeld naar schepen die voor anker liggen. Andere symbooltjes attenderen op vaartuigen met een gevaarlijke lading. „Klik je op een icoontje, dan krijg je allerlei informatie over zo’n schip”, zegt De Jong. „Over bijvoorbeeld grootte, lading en bestemming.”
Hoofdbrekens
Naast het havencoördinatiecentrum in het hart van de stad kent de divisie Havenmeester ook twee verkeerscentrales voor de scheepvaart. Die zitten in het Botlekgebied en in Hoek van Holland. De verkeerscentrales leggen zich toe op directe begeleiding (via marifoon) van zeeschepen. Het havencoördinatiecentrum is meer betrokken bij bijvoorbeeld het regelen van aanlegplaatsen. Ook houdt dat centrum een oogje in het zeil als schepen brandstof of proviand inslaan.
De recreatievaart bezorgt de divisie Havenmeester nogal eens hoofdbrekens, zegt De Jong. „De beroepsvaart beschikt over het Automatic Identification System (AIS). Via een transponder weten we precies waar bijvoorbeeld een binnenvaartschip zich bevindt. Maar voor de recreatievaart is het AIS niet verplicht. Ook hebben nogal wat pleziervaartuigen geen marifoon aan boord. Soms is het dus een hele onderneming om in contact te komen met de schipper van een jachtje.”
Met folderacties in onder meer sluizencomplexen probeert de divisie Havenmeester recreatieschippers belangrijke regels in te prenten. „Zodat mensen beseffen dat er gevaarlijke situaties op de rivier ontstaan als ze aan de verkeerde walkant varen.”
Stookolie
In de grootste haven van Europa gaat weleens wat mis. Zo botste zaterdag een tanker tegen een steiger en stroomde er 200 ton stookolie het water in. Honderden zwanen raakten met olie besmeurd. Ophef ontstond vorige maand ook toen in Rotterdam een watertaxi op een houten rondvaartboot botste. Zo’n tien opvarenden van die sloep sloegen overboord.
Wordt het riskanter in de Rotterdamse haven? Zegsman Leon Willems van Havenbedrijf Rotterdam stelt dat het scheepvaartverkeer de afgelopen jaren veiliger werd. Die veiligheid wordt berekend aan de hand van de zogeheten Nautische Safety Index (NSI), waarbij ook rekening gehouden wordt met de ernst van een incident. Op grond van een ongevallenanalyse van de periode 2012-2015 is als ijkpunt het rapportcijfer 7,0 gehanteerd. Hoe hoger het cijfer, hoe veiliger het scheepvaartverkeer. In 2016 was het rapportcijfer 7,53, vorig jaar 7,95. Meer drukte op het water betekent zeker niet automatisch meer ongevallen, beklemtoont Willems.
Nieuwsgierig
Geregeld houden de patrouilleboten op specifieke plaatsen een extra oogje in het zeil. Deze ochtend is cruiseschip Aida Perla afgemeerd op een steenworp afstand van de Erasmusbrug. De Jong: „Onze patrouilleboot zorgt ervoor dat eventuele nieuwsgierige schippers van zeilbootjes niet massaal gaan ronddobberen bij dat schip. Want dat kan een vlotte doorstroming van de scheepvaart belemmeren.”