Verkiezingen Colombia bepalen of het vrede blijft
Zondag gaan de Colombianen naar de stembus voor de tweede ronde van de presidentsverkiezingen. Het is de eerste keer dat een linkse kandidaat de tweede ronde haalt.
De verkiezingsstrijd gaat tussen twee politieke extremen: de conservatief-rechtse Ivan Duque en de socialistisch-linkse Gustavo Petro, die tijdens de eerste ronde van de verkiezingen op 27 mei respectievelijk 39 en 25 procent van de stemmen behaalden.
En daarmee zijn de verkiezingen nu al historisch: nooit eerder haalde een linkse kandidaat, levend, de tweede ronde in het traditioneel conservatieve Colombia, sinds in 1948 met de moord op de linkse presidentskandidaat Jorge Eliecer Gatan een van de meest gewelddadige periodes van de geschiedenis van het land in gang werd gezet. Dat leidde tot de geboorte van verschillende rebellenbewegingen als FARC, ELN en M-19.
Duurzamer
Het was in diezelfde gewelddadige periode dat econoom Gustavo Petro (1960) zijn politieke en sociale vorming kreeg. In zijn jonge jaren was hij lid van guerrilla-organisatie M-19, waarna hij in de jaren 90 de politiek in ging. Tussen 2012-2015 was hij burgemeester van de hoofdstad Bogota.
Zijn verkiezingsprogramma staat lijnrecht tegenover dat van zijn tegenkandidaat Duque. Petro en zijn partij Colombia Humana willen inzetten op een duurzamer economisch model met schone energie en agrarische productie in plaats van mijnbouw, de huidige motor van de economie. Andere thema’s zijn de strijd tegen corruptie en het verkleinen van de sociale ongelijkheid door gratis zorg en onderwijs voor de bevolking.
Venezuela
Duque is juist een voorstander van het verkleinen van de overheid en het verlagen van belastingen voor bedrijven en is voor mijnbouw. Zijn meest toegepaste campagneslogan was ”Colombia mag geen Venezuela worden”, insinuerend dat Petro het land in dezelfde crisis zal storten als de socialistische president Maduro het buurland.
Petro wijst die beschuldiging van de hand. „Wij hebben het niet over hoe we de rijken armer maken, maar over hoe we de armen rijker maken”, zei hij in zijn speech na de verkiezingsuitslag op 27 mei. Hij wees daarbij op het belang van goed onderwijs en zorg, op het inzetten op duurzame productie, en op het versterken van de middenklasse in Colombia.
Het zijn de eerste verkiezingen sinds eind 2016 een vredesakkoord met de FARC werd gesloten. Behalve tussen links en rechts, is de verkiezing ook een strijd tussen voor- en tegenstanders van de vredesdeal.
Akkoorden
„Keert Colombia na 27 mei terug naar het geweld, of zetten we in op vrede?” zei Petro in dezelfde speech. Daarin beloofde hij zich in te zetten voor de uitvoering van de akkoorden, alsook voor compensatie van de slachtoffers en een snelle, effectieve overgangsrechtspraak.
Wint Duque, dan komt de toch al moeizaam verlopende uitvoering van de akkoorden vermoedelijk nog verder op losse schroeven te staan. Zijn partij Centro Democratico was destijds openlijk tegen het akkoord, en voerde actief campagne voor de nee-stem bij het vredesreferendum in 2016.
De rechtse kandidaat zegt enkele „wijzingen” te zullen aanbrengen in de akkoorden voor een „vrede met gerechtigheid en proportionele straffen voor de verantwoordelijken van misdaden tegen de menselijkheid.” Zijn aanhangers vinden de straffen voor ex-guerrillero’s die verschijnen voor het vredestribunaal nu te soft.
Terreurdaden
Maar daarbij is het de vraag of oud-president Alvaro Uribe (2002-2010) ook voor het gerecht zal moeten verschijnen. Uribe wordt onder andere beschuldigd van banden met de extreem-rechtse paramilitairen die onder zijn bewind verantwoordelijk waren voor talloze terreurdaden tegen de Colombiaanse bevolking. Niettemin geniet hij nog enorme populariteit onder veel Colombianen. Tegenstanders beschouwen de onervaren, jonge Duque (1976) als een handige marionet van Uribe, en zien zijn verkiezing dan ook als een slinkse manier om Uribe terug in het regeringszadel te krijgen.
De strijd zal worden beslist door de 7 miljoen Colombianen die bij de eerste ronde voor een andere kandidaat stemden. Voor Petro valt het meest te halen bij de kiezers van de meer gematigde centrumkandidaat Sergio Fajardo, die 23 procent van de stemmen verkreeg. Fajardo weigert partij te kiezen, en heeft gezegd een blanco stem te zullen uitbrengen.