De 25-jarige vrouw verdween op 29 september tijdens een fietstocht in de bossen bij Utrecht. Een kleine twee weken later werd haar lichaam gevonden, begraven in de buurt van Zeewolde. Dat gebeurde op aanwijzingen van P., die was opgepakt omdat zijn DNA op de gevonden jas van Faber zat.

Na zijn arrestatie zweeg P. drie dagen. Dat kwam omdat hij naar eigen zeggen was mishandeld tijdens zijn aanhouding. Ook heeft de politie hem - doelbewust - niet op zijn rechten gewezen. Volgens de advocaat van P. moet dit strafverminderend werken.

Dat voor deze aanpak is gekozen, kwam volgens het Openbaar Ministerie door de uitzonderlijke situatie: misschien was Faber nog in leven. Het OM liet maandag, tijdens de eerste zittingsdag in de rechtbank in Utrecht, weten dat de betrokken agenten niet worden vervolgd.

De aanklager noemde in het requisitoir de „ronduit weerzinwekkende feiten” die P. pleegde. „Een horrorscenario voor iedere vrouw.” Onder bedreiging van een mes werd Faber „bruut verkracht en mishandeld”.

Daarna knevelde hij haar en reed ruim een kwartier rond op zijn scooter. Bij de vliegbasis Soesterberg doodde hij haar, volgens hem onbedoeld en in een opwelling toen ze om hulp schreeuwde. Het OM twijfelt aan de verklaringen van P., omdat uit onderzoeken blijkt dat er tal van ongerijmdheden in zitten.

De doodsangst die de jonge vrouw moet hebben uitgestaan, tart volgens de aanklagers iedere verbeelding. Ook verwijt het OM de verdachte dat hij respectloos met haar stoffelijk overschot is omgegaan. Hij verplaatste haar lichaam drie keer en maakte delen schoon met chloor, om sporen te wissen.

In emotionele verklaringen lieten de ouders van Faber dinsdagochtend weten wat P. hen heeft aangedaan. De 28-jarige verdachte, sinds kort zelf vader van een dochtertje, was daar niet bij aanwezig. De familie had aangegeven niet in dezelfde ruimte te willen zijn.

P. zelf kwam in zijn laatste woord, aan het einde van de zitting, niet verder dan twee zinnen: „Ik heb echt verschrikkelijk veel spijt van mijn daden. Dat was het.”

De rechtbank doet op 17 juli uitspraak.