Waarschuwingssysteem EU voor risicovluchten
Het Europees agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) gaat alle luchtvaartmaatschappijen in de EU-lidstaten voortaan adviseren over vliegen over een conflictgebied. Nu gebeurt dat nog op nationaal niveau. Daardoor kan het voorkomen dat de ene maatschappij een bepaalde vliegroute mijdt en de andere niet. Het Europees Parlement stemde dinsdag met ruime meerderheid (558 tegen 71) in met wetgeving hierover.
Rampen als die met vlucht MH17 kunnen hiermee mogelijk worden voorkomen, aldus D66-Europarlementariër Matthijs van Miltenburg. Hij benadrukt dat Europese inlichtingen- en veiligheidsdiensten wel beter moeten gaan samenwerken en informatie delen met EASA.
Toen vlucht MH17 werd neergehaald boven Oekraïne vlogen sommige maatschappijen op basis van informatie van nationale inlichtingendiensten al niet meer boven dat land. Ook nu zijn er nog verschillen. Zo besloot Air France niet meer in de buurt van Noord-Korea te vliegen terwijl de Franse inlichtingendienst informatie daarover niet breder deelde, aldus Van Miltenburg. „Dat is onwenselijk en verwarrend. Alle Europese maatschappijen moeten beschikken over dezelfde informatie en zo nodig teruggefloten kunnen worden als ze toch voor een gevaarlijke vliegroute kiezen.”
Volgens Europarlementariër Wim Van de Camp (CDA) was het hard nodig dat EASA ruimere bevoegdheden kreeg om veiligheidsstandaarden te bepalen.
Het parlement stemde ook in met EU-brede regels voor drones, om het luchtruim veiliger te maken. Nu gelden verschillende regels in de lidstaten. „Die regels variëren van helemaal niets tot onnodige, strenge restricties. Dat is niet alleen onhandig, maar ook onveilig”, aldus Van Miltenburg, die spreekt van een mijlpaal. Zware drones die een risico kunnen vormen voor de veiligheid komen voortaan in een register. Bij incidenten is dan duidelijk wie de eigenaar is en dus aansprakelijk is.