Nikkei eindigt week licht lager
De Japanse effectenbeurs is vrijdag iets lager gesloten. Beleggers bleven voorzichtig door de terugkeer van de handelszorgen na het besluit van de Amerikaanse president Donald Trump om toch importtarieven op staal en aluminium uit de Europese Unie, Mexico en Canada in te voeren. Een daling van de Japanse yen ten opzichte van de dollar bood wel enige steun aan de handel.
De Nikkei in Tokio ging uiteindelijk 0,1 procent lager het weekeinde in op 22.171,35 punten. De automakers Toyota en Mazda, die veel voertuigen verkopen in het buitenland, stegen 2,9 procent en 1,2 procent. Banken waren in trek door de afnemende Italiaanse zorgen. Mizuho Financial Group en Mitsubishi UFJ Financial Group klommen tot 1,6 procent.
Olympus won 4 procent op het nieuws dat het Amerikaanse hedgefonds ValueAct Capital een belang van 5 procent heeft genomen in de Japanese maker van camera’s en medische apparatuur. In Hongkong dikte kofferbedrijf Samsonite ruim 10 procent aan. Topman Ramesh Tainwala is opgestapt na beschuldigingen van dubieuze boekhoudpraktijken door een activistische investeerder.
De andere beurzen in het Verre Oosten gingen ook overwegend omlaag. De Hang Seng-index in Hongkong daalde 0,2 procent en de beurs in Shanghai zakte 0,7 procent. Uit cijfers van onderzoeksbureau Markit bleek dat de groei van de Chinese industrie in mei onveranderd is gebleven ten opzichte van een maand eerder. Ook de groei van de industie in Japan bleef afgelopen maand gelijk. De All Ordinaries in Sydney zakte 0,3 procent en de Kospi in Seoul won 0,6 procent.