Italië roept schrikbeeld van nieuwe eurocrisis op
Wordt Italië binnen de eurozone het nieuwe Griekenland: een gevaar voor het voortbestaan van de muntunie? De financiële wereld is bezorgd. Op de markten heerste eerder deze week flinke onrust, en de kans lijkt groot dat daar voorlopig vaker sprake van zal zijn.
Wat is de directe aanleiding voor de onrust van de afgelopen dagen?
De politieke verwikkelingen in het land. Lega en de Vijfsterrenbeweging (M5S) proberen samen een kabinet te vormen. Wat zij gemeen hebben, is een afkeer van Europa. Zo willen zij de begrotingsregels die Brussel hanteert aan hun laars te lappen. Zij zwaaien met een regeerprogramma dat de tekorten en schulden alleen maar zal vergroten. Verder dringen zij aan op kwijtschelding van een deel van de uitstaande staatsobligaties. Allemaal zaken waar beleggers van gruwen. President Sergio Mattarella sprak zondag zijn veto uit over de beoogde minister van Financiën Paolo Savona, omdat die weinig opheeft met de euro. Dat zorgde voor een politieke impasse, chaos.
Hoe staat Italië er in economisch opzicht voor?
Niet best. De groei is er na het einde van de wereldwijde malaise die in 2008 uitbrak, mager gebleven, de laatste twee jaar respectievelijk 0,9 en 1,5 procent. De werkloosheid ligt boven de 11 procent. De staatsschuld bedraagt dik 130 procent van het bruto binnenlands product (bbp); alleen Griekenland presteert binnen het eurogebied slechter op dit punt. De begroting kent een tekort van rond 2 procent. Bedrijven zijn onvoldoende concurrerend. Banken kampen met enorme bedragen aan slechte kredieten op hun balansen, uitgeleend geld dat zij waarschijnlijk niet meer terugkrijgen. Het zet hun winstgevendheid onder druk.
Waar zijn de financiële markten bang voor?
De ultieme vrees is dat Italië op enig moment niet meer aan zijn rente- en aflossingsverplichtingen kan voldoen. President Ignazio Visco van de centrale bank zei dinsdag dat we maar een paar stappen verwijderd zijn van een vertrouwenscrisis en waarschuwde voor een kapitaalvlucht, waarbij investeerders massaal hun geld uit Italië weghalen.
Waar valt de angst van beleggers concreet uit af te leiden?
De belangrijkste indicator is de rente. Die schoot begin deze week naar boven. Voor een looptijd van tien jaar piekte hij dinsdag op bijna 3,4 procent, terwijl hij enkele weken terug rond de 1,8 procent schommelde. De opwaartse lijn wordt veroorzaakt doordat beleggers hun obligaties verkopen, wat tot gevolg heeft dat de koers ervan zakt en het rendement omhooggaat. Zij zijn alleen nog bereid kapitaal te verstrekken als zij voor het toenemende risico van wanbetaling een hogere vergoeding ontvangen.
Ondertussen zoeken zij veilige alternatieven op, vooral staatspapier van Duitsland en Nederland. Dat leidt in die landen tot juist een daling van de lange rente. De zogeheten spread in Italië, het verschil met de Duitse rente, stijgt fors.
De rente op schuld van de overheid in Rome met een termijn van twee jaar liep dinsdag op naar ruim 2,6 procent. Eerder deze maand was die nog negatief. Zulke scherpe bewegingen in zo korte tijd zijn uitzonderlijk. Het geeft aan dat er wel degelijk iets aan de hand is. Ook de aandelenbeurzen doken dinsdag door de politieke ontwikkelingen in Italië stevig in het rood.
Woensdag en donderdag trad er op alle markten enig herstel op. Er was opluchting dat met name M5S wat gas terugnam en weer met de president wilde praten over de vorming van een kabinet.
Hoe gaat het verder?
Hoe dan ook zal er voorlopig grote onzekerheid en daardoor onrust op de markten blijven bestaan, of er nu nieuwe verkiezingen volgen of dat toch de coalitie van Lega en M5S er komt. Zullen die partijen hun radicale standpunten handhaven of zullen ze –onder invloed van de markten, die discipline eisen– inbinden? Niemand weet het.
Als de rentes almaar stijgen, moet Italië straks veel meer betalen over de obligaties die het uitzet. Dan raakt de bodem van de schatkist in zicht. In het ergste geval wordt lenen op de internationale kapitaalmarkt simpelweg onmogelijk. Daarmee zou zich het zwartste scenario aandienen en krijgen we een herhaling van de crisis zoals we die beleefden rond Griekenland. Met in ieder geval één verschil: Italië is veel groter, het is qua omvang de derde economie binnen de eurozone. Dan verschijnt levensgroot de vraag in beeld: kan en wil dit land binnen de monetaire unie blijven en, zo niet, zal de euro voortbestaan?