De 62–jarige Fourniret en zijn vrouw Monique Olivier waren zaterdag zelf aanwezig toen de lichamen van de Franse studente Jeanne–Marie Desramault en van het Belgische meisje Elisabeth Brichet naar boven werden gehaald. Fourniret en Olivier gaven aanwijzingen over de vindplaatsen. Desramault verdween in 1989 op 22–jarige leeftijd in Frankrijk. Brichet werd eveneens in 1989 ontvoerd vanuit een plaatsje bij het Belgische Namen toen zij twaalf jaar was.

De lichamen van Brichet en Desramault zijn tot nu toe visueel geïdentificeerd, maar zullen maandag in een gerechtelijk–medisch instituut in Bordeaux worden onderzocht.

Het ’monster van de Ardennen’, zoals Fourniret door een Frans dagblad werd omschreven, bekende afgelopen week de moord op en verkrachting van zeven meisjes en jonge vrouwen en de moord op een volwassen vrouw en een man. Fourniret zat al sinds juni 2003 vast, nadat een 13–jarig ontvoerd slachtoffertje aan hem had weten te ontsnappen, maar bekende de moorden pas nadat zijn echtgenote hem daarvoor eind juni bij de politie had aangegeven.

De Fransman en zijn vrouw zijn zaterdag in België aangeklaagd wegens ontvoering en wederrechtelijke vrijheidsberoving. Waarschijnlijk komen daar later in Frankrijk nog aanklachten voor moord en medeplichtigheid bij. De twee zitten nu nog in België vast, maar zullen vermoedelijk in Frankrijk terechtstaan voor hun misdaden. Dat meldde zondag de advocaat van de ouders van de vermoorde Brichet. Het merendeel van de misdaden werd in Frankrijk gepleegd.

De slachtoffers over wie Fourniret een verklaring heeft afgelegd zijn twee Franse kinderen en een Belgisch kind, twee Franse tienermeisjes, twee Franse meisjes van begin twintig, een naar verluidt Franse vrouw en een man van wie de identiteit onbekend is. Het is overigens niet bekend, op Desramault en Brichet na, waar de mensen zijn begraven.

Een zegsman van de Belgische politie meldde zondag dat er nog geen aanwijzingen zijn dat Fourniret betrokken is bij andere vermissingen in België. Maar onderzoekers vrezen niettemin dat hij meer verkrachtingen en moorden op zijn geweten heeft. De Nederlandse politie in Zuid–Limburg en ook de Duitse en Deense politie hebben belangstelling voor de zaak–Fourniret in verband met onopgehelderde verdwijningen en zedendelicten.

Volgens de openbaar aanklager van Namen gelooft niemand dat Fourniret circa tien jaar lang geen misdaden heeft gepleegd. Zijn bekentenissen hebben betrekking op zedendelicten en moorden in 1987, 1988, 1989, 1990 en voorts de jaren 2000 en 2001.

De man die heeft verklaard houthakker te zijn, is al decennia lang een bekende van de politie. In Frankrijk werd hij in de jaren zestig, zeventig en tachtig van de vorige eeuw verscheidene malen veroordeeld wegens zedendelicten en geweldplegingen. In 1987 kreeg hij zeven jaar cel wegens verkrachtingen van minderjarigen en wegens geweldplegingen met vuurwapens. Na zijn vrijlating vertrok hij naar België, waar niets over zijn gedrag en strafblad bekend was. Fourniret kon zelfs in een schoolkantine aan de slag. De samenwerking tussen Europese justitiële autoriteiten blijkt in zijn geval bedroevend te zijn geweest.

Fourniret beschikte waarschijnlijk over veel geld. Belgische speurders hebben in de buurt van Dinant, op aanwijzingen van Monique Olivier, een gedeelte gevonden van een ’schat’ in goudstukken. Het gaat om munten ter waarde van in totaal circa 25.000 euro. De Fransman heeft het geld vermoedelijk vergaard door moord.