OPCW: vermoedelijk chloorgas gebruikt in Idlib
Bij een aanval in de Syrische provincie Idlib is vermoedelijk chloorgas gebruikt. Dat concluderen onderzoekers van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens. Zij hebben niet onderzocht wie verantwoordelijk is voor de aanval.
Het gas zou op 4 februari zijn gebruikt bij een aanval op de plaats Saraqib, die op dat moment niet in handen was de regering. De onderzoekers baseren zich onder meer op getuigenverklaringen en monsters. Ook hebben zich na de aanval patiënten gemeld bij medische centra met symptomen die wijzen op blootstelling aan chloor en andere chemicaliën.
Getuigen zeggen volgens het OPCW-rapport dat ze iets roken dat deed denken aan schoonmaakmiddelen. Er zouden elf mannen zijn behandeld, onder wie drie hulpverleners. Zij hadden last van symptomen als misselijkheid en branderige ogen.
Het gebruik van verboden chemische wapens ligt internationaal erg gevoelig. De Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Frankrijk beschuldigden het Syrische regime eerder dit jaar van een aanval met dergelijke wapens op de stad Douma, bij Damascus. De landen voerden vervolgens een raketaanval uit op doelen in Syrië.
Het was niet de eerste keer dat de VS ingrepen na zo’n incident. De Amerikanen vuurden vorig jaar tientallen kruisraketten af op een Syrische luchtmachtbasis. Dat was een reactie op de aanval op de stad Khan Sheikhoun, waar vele tientallen burgerdoden waren gevallen.