Dreiging en geweld zijn in Israël nooit ver weg
Wie in Israël Hebreeuws leert, komt al heel snel met het woordje ”balagan” in aanraking. Chaos. Die term kan betrekking hebben op de hectiek van een Midden-Oosterse samenleving, temperament van de bevolking of eindeloze bureaucratie. Maar het slaat ook zeker op de veiligheidssituatie. Die kan van het ene op het andere moment radicaal omslaan. Dreiging is een dagelijks fenomeen. Met alle chaos van dien.
De tijd van wekelijkse, of soms dagelijkse zelfmoordaanslagen in Israël lijkt voorbij. Vooral vanaf halverwege de jaren 90 bliezen Palestijnse terroristen zich op in bussen, drukke restaurants en andere uitgaansgelegenheden. Sinds Israël de veiligheidsbarrière rond de Palestijnse gebieden heeft gebouwd, is het aantal aanslagen met bomgordels aanverwant moordtuig tot vrijwel nul gereduceerd.
Daarmee is het gevaar van binnenuit overigens niet geweken. Aanslagplegers maken tegenwoordig gebruik van de ‘nieuwe’ wapens van terreur. Ze rijden met een auto of een bulldozer op wachtende mensen bij een bushalte in. Of ze gebruiken vrij te verkrijgen steekwapens als keukenmessen en schroevendraaiers om argeloze burgers mee naar het leven te staan. Zelfs jochies van dertien maken zich schuldig aan dergelijke daden.
En dan is er ook de voortdurende dreiging van buitenaf. Om te beginnen vanuit Gaza. We lopen op het strand van Askelon, bij de noordelijke grens met de Gazastrook. In de verte doemen de contouren van Gaza-stad op. Rollen prikkeldraad, een hek met wachttorens houden beide werelden strikt gescheiden. Een uitbater van een strandtent raadt dringend aan op een paar honderd meter afstand van de grens te blijven. „Too dangerous – te gevaarlijk”, zegt hij. „Maar goed, het leger zal vanzelf wel op jullie afkomen.”
De soldaten kijken echter slechts met verveelde nieuwsgierigheid en protesteren zelfs niet als er foto’s worden gemaakt. De dag daarop komt het bericht dat de Israëlische luchtmacht vergeldingsaanvallen op Gaza heeft uitgevoerd, nadat een legerpatrouille in het grensgebied vanuit de Gazastrook was beschoten.
Verder naar het zuiden, in de mondaine badplaats Eilat, lijkt ook alles rustig. De bergen van Jordanië lichten rood op onder de ondergaande zon. De avondschemering doet de zwarte basaltformaties die Israël van Egypte scheiden extra donker lijken. Aan de horizon doemt vaag een stukje van Saudi-Arabië op.
Het enige teken dat ook hier waakzaamheid is geboden, is het Israëlische marineschip dat voortdurend rondjes voor de kust van Eilat vaart om mogelijke indringers tegen te houden.
Raketten laten zich echter niet door een oorlogsbodem van de wijs brengen. Sinds al-Qaida en Islamitische Staat volop actief zijn in het noordelijke deel van de Egyptische Sinaïwoestijn, heeft ook in het doorgaans vreedzame Eilat het luchtalarm al diverse keren geklonken en is zelfs de luchthaven enige tijd gesloten geweest.
In het noorden van Israël is de situatie nog veel bedreigender. Sinds de oorlog in Syrië op zijn einde loopt, keren strijders van de Libanese terreurbeweging Hezbollah, die vochten aan de kant van de troepen van de Syrische president Bashar al-Assad, weer terug naar Libanon. De door Iran gesteunde beweging heeft naar schatting meer dan 100.000 raketten op Israël gericht staan.
Zorgelijker is echter dat Iran zelf de chaos in Syrië heeft aangegrepen om zijn militaire invloedssfeer richting Israël uit te breiden. Dat is ook de Israëlische legertop uiteraard niet ontgaan. De luchtmacht bombardeerde al tientallen wapenkonvooien die van Syrië richting Hezbollah in Libanon vertrokken. Ook gooiden gevechtsvliegtuigen een in aanbouw zijnde Iraanse militaire basis in Syrië plat.
Op de Golanhoogvakte in het plaatsje Merom Golan is een uitkijkpost, inclusief een geriefelijke cafetaria. Tot voor kort fungeerde deze plaats als ideale plek voor ramptoeristen en nieuwsgierige journalisten. Vanaf die plaats waren tanks van het Syrische regeringsleger zichtbaar, die het opnamen tegen de pick-ups van Islamitische Staat, met de beruchte zwarte vlaggen en machinegeweren op het dak van de auto gemonteerd.
Als we de plaats dit voorjaar opnieuw bezoeken, biedt die een vredige aanblik. Geen geluid van ontploffende granaten of ratelende machinegeweren. In de verte zijn de contouren van Damascus zichtbaar. Aan de noordkant schittert de sneeuw op de berg Hermon.
Maar schijn bedriegt. De Israëlische legertop waarschuwt al geruime tijd voor een escalatie in het noorden.
Dreiging en geweld zijn in Israël nooit ver weg.