Mens & samenleving

Vrij leven op een Waspikker klipperaak

Als jong paar verwisselden Jos Borger en Carla Schenk een huisje aan de wal voor een Waspikker klipperaak. Om op gezette tijden de vrijheid tegemoet te kunnen varen. Het gebrek aan ruimte en luxe nemen ze op de koop toe. „Het makkelijke is dat je altijd je huis bij je hebt.”

7 May 2018 18:19Gewijzigd op 16 November 2020 13:15
Jos Borgers: „Als je alles laat doen, wordt zo’n schip een financiële ramp.” beeld RD, Anton Dommerholt
Jos Borgers: „Als je alles laat doen, wordt zo’n schip een financiële ramp.” beeld RD, Anton Dommerholt

Wie slecht ter been is, heeft een probleem als hij op bezoek wil bij de bewoners van de Twee Gezusters aan de Ondervloed in Gorinchem. Dan wachten er twee horden: de stap van wal naar gangboord en het steile trapje onder het luik naar het voormalige ruim. Dat is een van de schaduwzijden van het wonen in een Waspikker klipperaak uit 1912.

Toen Jos Borgers en echtgenote Carla het schip in 1982 kochten, was het rijp voor de sloop. „We namen een scheepsromp over en zijn die geleidelijk in de oorspronkelijke staat gaan herstellen. Dat heeft zo’n dertig jaar in beslag genomen.”

In vergelijking met de laatste broodschipper hebben de hedendaagse bewoners de ruimte. Die bivakkeerde met vrouw en kroost in het achteronder, een ruimte van nog geen 10 vierkante meter waar alles gebeurde. Van slapen tot koken. Carla baarde er haar eerste kind. „De dokter vroeg of ik drugs gebruikte. Hij kon zich niet voorstellen dat een vrouw vrijwillig op zo’n plek een kind kreeg.”

Jos had al jong een zeilbootje en zocht daarmee graag de ruimte van het water op. Carla, dochter van een transportondernemer, deelde met hem die drang naar vrijheid. „Van het een komt het ander. We woonden destijds in Dordrecht. Daar was een aantal mensen bezig met het restaureren van oude schepen. Dat kwam toen op. Op een gegeven moment ontstond bij ons de gedachte: dat zouden wij ook wel willen.”

Voor 22.000 gulden kochten ze de Twee Gezusters. „Een leeg ruim, een achteronder en een stuurhutje. Boven stonden een tweepits gasstelletje en een watertank voor een paar honderd liter. Dat was het.”

Maaidorsers

Het eerste wat Jos deed, was de motor vervangen. „De vorige was versleten, onderdelen waren niet meer te krijgen.” De gepensioneerde docent, destijds verbonden aan een agrarische hogeschool, wist via zijn netwerk drie maaidorsers op de kop te tikken. „Een ervan is omgebouwd tot scheepsmotor, van de andere twee heb ik aggregaten gemaakt.”

In de jaren erna veranderde het ruim in een bescheiden woning. Het woonkamertje van pakweg 15 vierkante meter is knus, maar in de winter koud. Dan draagt Jos een dubbel paar sokken en warme sloffen. Zelfs daarmee krijgt hij zijn voeten niet warm. „Door het koude water, daar is weinig aan te doen.”

Hoewel Carla vindt dat ze verder redelijk luxe wonen, zal de doorsnee-Nederlander haar dat niet nazeggen. Al was het alleen maar vanwege het toilet. Een stortbak ontbreekt. Een papier boven de pot laat bezoekers weten hoe ze de gedeponeerde boodschap weg kunnen pompen. „De waterleiding wil in de winter nog weleens bevriezen, dus als er een vorstperiode aankomt zorgen we ervoor dat de watertank vol zit.”

De centrale verwarming brandt op dieselolie. Gas hebben ze uit de fles. „Dat gaat prima”, vindt Jos. „Ik heb er altijd één in reserve. Wanneer ik bel, staan er de volgende dag twee op de kant.”

Mast

Naast de bouw van een woning in het ruim van de Waspikker klipperaak vroeg het herstel van de buitenkant de nodige aandacht. „Ik heb een mast gemaakt, een giek, zwaarden, een mastdek, de lier is gereviseerd… We hebben avonden gespendeerd aan het bekijken van oude foto’s van dit soort schepen, met een grote loep. Hoe lang waren de bokkenpoten, hoe dik was de mast? Als je alles laat doen, wordt zo’n schip een financiële ramp. Ik kon al lassen. De rest heb ik geleerd door op bezoek te gaan bij vakmensen en daar mijn ogen goed de kost te geven.”

Nu is hij een deel van de week bezig met het reguliere onderhoud. „Belangrijk is dat je de discipline erin houdt.” Om niet dag en nacht bezig te hoeven zijn, ging hij na de aankoop van het schip 60 procent werken. „Hypotheek hebben we niet en de woonkosten zijn laag. Ik betaal 1600 liggeld per jaar, dat is de grootste vaste post. Onroerendgoedbelasting kennen wij niet, omdat we regelmatig varen.”

Alle vakanties trok het gezin eropuit. „Dat is het voordeel van een baan in het onderwijs. Toen de kinderen klein waren, gingen we in de zomer altijd naar Stellendam. Daar mochten we een paar weken liggen zonder dat de havenmeester problemen maakte. Met mooi weer lieten we ons droogvallen op een zandbank, dat vonden de kinderen geweldig. Later zijn we een paar keer tot de Franse grens gevaren, over de Maas. Het makkelijke is dat je altijd je huis bij je hebt.”

Waterzigeuners

Het plan om ook met het schip te gaan zeilen, verdween in de ijskast. „Dan moet de stuurhut eraf. Op een gegeven moment hebben we het ideaal losgelaten, omdat we zagen dat mensen die wel met zo’n schip zeilden er na een paar jaar mee stopten. Bij forse wind stonden ze met het angstzweet in de handen aan het roer. Als je omslaat, ben je ook je huisraad kwijt.”

De burgerij aan de wal kijkt met gemengde gevoelens naar het volk dat een schip bewoont, is de ervaring van het echtpaar. „In Dordrecht werden we uitgemaakt voor waterzigeuners.” Voor Dordrecht lagen ze in Lekkerkerk. „Daarna in de oude haven van Rotterdam, bij de kubuswoningen. Daar mag je de hele dag slijpen, timmeren, lassen en bonken. Sinds 1992 liggen we in Gorinchem. We zijn uit Dordrecht vertrokken na de komst van de snelle veerboten. Die maakten zulke hoge golven dat ons schip voortdurend lag te wiebelen.”

De relatie met de gemeente Gorinchem was de jaren door moeizaam. Zelfs de aanvraag voor een gezamenlijke schuur door de bewoners van de historische schepen in het binnenhaventje werd afgewezen. „We hebben ook geen zolder en geen kelder, dus je moet alles binnen een plekje zien te geven. De fietsen hebben altijd buiten gestaan. Gelukkig is de verhouding met de gemeente nu aan het verbeteren.”

Borgers kan wel enig begrip opbrengen voor de starre houding van veel gemeenten. „Ze zijn bang voor verwaarlozing en rare toestanden. Onder de bewoners van schepen zitten wonderlijke figuren. We hebben hier een meneer gehad die in jacquet rondvoer. Na een paar maanden stak hij zijn bootje in brand.”

Zwerversvloot

Recent lag het echtpaar een aantal weken met de Twee Gezusters in de Grevelingen. „Daar zijn voor ons soort schepen plaatsen gereserveerd waar je drie dagen mag liggen. Dan moet je verkassen. Per week betaal je 12,50, voor het hele jaar 65 euro.”

Ze ontmoeten er steevast leden van de ”zwerversvloot”, die geen vaste ligplaats hebben. „De winter brengen ze door in Middelharnis. Daar vullen ze dan de open plekken in de jachthaven. In de lente en de zomer zwerven ze over de Grevelingen. We dachten dat die groep zou uitsterven, maar aan de onderkant is er weer nieuwe aanwas. Het zijn boeiende mensen die vaak uitermate primitief leven.”

Boven een deel van de eigenaars van varende woonboten hangen donkere wolken. Voor 30 december moet elk schip boven de 20 meter een certificaat hebben. „Er zijn schepen die niet door de technische keuring zullen komen”, weet Borgers. Zelf heeft hij het certificaat al jaren. Wat dat betreft hoeft hij zich geen zorgen te maken.

Wel vraagt hij zich soms af hoelang hij het onderhoud nog kan volhouden. „Als dat niet meer gaat, houdt het op. Daar moet je nuchter in zijn. We zitten soms te fantaseren over een huisje in Zeeland. Iets simpels, maar wel met vloerverwarming. Nooit meer koude voeten, dat lijkt me geweldig. En het moet niet té afgelegen liggen, want we hebben geen van beiden een rijbewijs. Wel een vaarbewijs en een lasdiploma, maar daar heb je aan de wal weinig aan.”

Historisch varend erfgoed van de Schepencarrousel

Sinds 2003 bewonen Iede en Jeanette Nieuwhof De Onrust, een luxe motorschip uit 1914. Het grootste deel van het jaar ligt het schip in de jachthaven van het Friese Oosthem, eigendom van Nieuwhof. „Tot vijftien jaar geleden woonden we in een huis in Bennekom, maar in 2003 hebben we het roer omgegooid. De kinderen waren de deur uit, dan krijg je wat meer vrijheid. Met de zorgsector waarin ik werkzaam was, had ik het wel gehad.”

De zomermaanden brengt het echtpaar door in Oosthem. In de winter trekken ze rond. „Daar hebben we dit schip voor gekocht.” Zo’n honderd eigenaren van varende historische schepen verenigden zich in de Schepencarrousel, waarvan Nieuwhof secretaris is. Doelstelling is het in beweging houden van het historisch varend erfgoed door het garanderen van ligplaatsen. „Veel gemeenten zijn beducht voor schepen”, licht Nieuwhof toe. „Ze vrezen dat die blijven liggen en verpauperen. Wij ontzorgen ze op dit gebied. Om lid te kunnen worden van de Schepencarrousel, moet het schip verzekerd, in goede staat en opgeruimd zijn. De schipper presenteert op de voor ons gereserveerde ligplaatsen het verhaal van het schip, via een banier of informatiebord met feitelijke en historische informatie. De maximale ligtijd is drie maanden. Dan moet je plaatsmaken voor een ander.”

De museale collectie van de Schepencarrousel omvat sleepboten, duwboten, inspectieschepen, vrachtschepen en zeilschepen. „Belangrijk is voor ons dat ze een verhaal hebben. Het scheepje dat je daar ziet liggen, is heel lang bewoond geweest door een oud vissersechtpaar. Rond hun negentigste hebben ze het pas verlaten.”

Intussen hebben een kleine twintig burgerlijke gemeenten en particuliere havens zich aangesloten bij de Schepencarrousel. Dat aantal zal de komende tijd snel toenemen, verwacht Nieuwhof. „Gemeenten weten dat ze via ons goede schepen krijgen. Ze kunnen daarmee hun ligplaatsen in de havens flexibel opvullen. Gemiddeld vragen ze zo’n 25 euro per week aan liggeld.”

Tot nu toe wordt er nog te weinig gevaren door de deelnemers, vindt de secretaris van de Schepencarrousel. „Een deel maakt een deal met de Havendienst en kan daardoor blijven liggen. Dat is niet de bedoeling. Met nieuwe havens proberen we strakke afspraken te maken, om circulatie te stimuleren.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer