Ontmoeting VS en Noord-Korea: top van vuur óf vrede
De Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un is van plan om over een paar weken de Amerikaanse president Donald Trump ontmoeten. Ze hebben elkaar eerder voor rotte vis uitgemaakt, maar straks drukken ze elkaar de hand. Wat zijn de posities en vooruitzichten?
Intussen is dat quasi-amicale optreden van de twee niet bepalend voor de vraag of daarna hun relatie wezenlijk beter zal worden. Dat wordt bepaald door de vraag of Kim wel of niet mee wil bewegen in de richting die Trump wil: meewerken aan de afbouw van zijn kernwapenarsenaal.
Wie is Kim Jong-un eigenlijk en hoe hervormingsgezind is hij? In zijn studie ”The real North Korea. Life and Politics in the failed stalinist Utopia”, schetst de Russische Noord-Koreakenner Andrei Lankov de 34-jarige leider als iemand die inderdaad een nieuwe weg wil inslaan met zijn land. „Toen Kim in 2011 aan de macht kwam, was hij een stuk jonger dan zijn vader, en dat geeft richting aan zijn beleid”, aldus Lankov. De Noord-Koreaanse leider beseft volgens Lankov dat het politiek-economische systeem zoals hij dat van zijn vader heeft geërfd, geen toekomst heeft. En dat is ernstig, want als dertiger moet hij het nog wel dertig, veertig jaar uithouden als president.
Wat te doen in deze situatie? Lankov vergelijkt Kim met iemand die lijdt aan een hersentumor en de keuze heeft tussen een riskante operatie of chemotherapie. Zo’n operatie heeft slechts 25 procent kans van slagen, maar geeft wel zicht op volledige genezing. Met chemotherapie wordt de ziekte weliswaar afgeremd, maar van genezing zal geen sprake zijn.
Ineenstorting
Net als de meeste jongeren kiest Kim voor zo’n riskante operatie, aldus Lankov: hij houdt daarmee zicht op een gezond en lang leven. In politieke termen vertaald: Kim kiest ervoor zijn land te hervormen om daarmee de volledige ineenstorting van het politiek-economische systeem te voorkomen.
En daarbij is hij rigoureus te werk gegaan. Toen in december 2011 zijn vader Kim Jong-il werd begraven, werd Kim Jong-un nog omringd door de oude garde van militairen en partijbonzen – mannen die behoorden tot de elite rond zijn vader. Drie jaar later waren vijf van de zeven topmilitairen ontslagen, verdwenen of geëxecuteerd.
De bruutheid waarmee Kim te werk ging bij het uit de weg ruimen van de oude garde, begrijpt Lankov wel. Door het plotseling overlijden van zijn vader kreeg Kim weinig tijd om een eigen kliek om zich heen te verzamelen. Hij kreeg een team opgedrongen van hoogbejaarde lieden, met leeftijden die het dubbele waren van die van hem. De ruimte om een eigen koers te varen was daardoor minimaal.
Met voor Noord-Koreaanse begrippen ongekende wreedheid heeft Kim zich direct daarna ontdaan van de oude garde.
Iemand die hem daarbij hielp, was zijn oom Chang Song-taek, een niet-militair uit de partijtop. De man was evenwel zelf ook een oudgediende uit de kring van Kim Jong-il. De oom was zelfs als voogd van de jonge Kim aangesteld, zeer tegen de zin van Kim. En dat laatste bleek toen Chang Song-taek eind 2013 zelf werd verwijderd en op brute wijze werd geëxecuteerd.
Verder valt op aan Kims beleid dat hij westerse uitingen in de publieke ruimte toestaat. Zo steekt hij zijn voorliefde voor Amerikaans basketbal niet onder stoelen of banken. Dat doet hij evenmin met zijn vriendschap met de excentrieke basketballer Dennis Rodman – de Amerikaan is een vaak geziene gast in Pyongyang.
Daarnaast verwacht Kim veel van toerisme. Met de aanleg van het skioord Masik hoopte hij van Noord-Korea het Zwitserland van Oost-Azië te maken, waarheen rijke westerlingen met volle portemonnees zouden afreizen. Vanwege de belabberde infrastructuur rond de skipistes en door de kernwapenkwestie loopt het nog niet zo’n vaart met die toestroom.
Landbouw
Ingrijpend zijn de maatregelen die Kim heeft genomen om zijn ”byungjin”-beleid te realiseren: het gelijktijdig ontwikkelen van kernwapens (vorig jaar gerealiseerd) én economische ontwikkeling om de welvaart in het land te vergroten (nu nog het enige te realiseren project).
Een voorbeeld zijn de experimenten op landbouwgebied, bekend onder de naam ”6.28”-instructies. Daarbij wordt het boerenfamilies toegestaan om als productie-eenheid te fungeren. Dat betekent dat de agrarische economie in nog beperkte mate is geprivatiseerd. Van de oogst mogen de families 30 procent houden, een deel ervan mogen ze op de vrije markt verkopen.
Kim geeft ook managers van staatsbedrijven meer vrijheid om hun bedrijf te runnen, waardoor er iets van vrij ondernemerschap ontstaat. Verder stimuleert hij de aanleg van speciale economische zones, waarbinnen buitenlandse investeerders de ruimte krijgen om bedrijven op te richten (en gebruik te maken van goedkope Noord-Koreaanse arbeiders).
Hoe voortvarend Kim ook bezig is met hervormingen, over de wreedheid van zijn regime hoeft niemand zich illusies te maken, aldus Lankov. Hij typeert Kims bewind als „hysterisch propagandistisch” en „repressief.” Van het welvarende en voor Noord-Koreaanse onderdanen aantrekkelijke buurland Zuid-Korea blijft een permanente dreiging voor het regime uitgaan: als aantrekkelijk alternatief. De Noord-Koreaanse elite rond Kim is bereid om elke vorm van protest wreed in de kiem te smoren.
Ondanks de hervormingen van het economisch leven blijft de Noord-Koreaanse elite rond Kim verweven met een hopeloos verouderd en haperend economisch systeem, waarvan de bevolking de dupe is. Dat systeem verder hervormen zou voor Kim en zijn kliek neerkomen op het ondermijnen van hun bevoorrechte positie. Het is de gestalte van wat Lankov een „ontwikkelingsdictatuur” noemt.
Hulp afdwingen
Wat overblijft is hulp van buiten vragen. En precies dat is wat er onder Kim Jong-un gebeurt. Nou ja, vragen? Er is eerder sprake van afdwingen van hulp, onder meer door met kernwapens te dreigen.
Vanwege de belabberde toestand van het land is Noord-Korea aangewezen op buitenlandse steun en dus ook op voortdurende aandacht van de internationale gemeenschap. Voor dit landje is niets zo funest als genegeerd te worden – alle grootspraak over ”Juche” (Noord-Koreaanse autonomie) ten spijt.
Door afwisselend voor crises en ontspanning te zorgen, verzekert Kim zich van die aandacht, inclusief de baten die dat oplevert. Want aan het alsnog inbinden tijdens zo’n crisis, of aan het zorgen voor ontspanning hangt een prijskaartje. Overlevingsdiplomatie heet dat: ”survival diplomacy”. De Noord-Koreanen zijn er ware meesters in.
Vage doelen, harde eisen
De historische topontmoeting op 27 april tussen de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un en zijn Zuid-Koreaanse ambtgenoot Moon Jae-in moest de weg banen voor de top tussen Kim en de Amerikaanse president Trump.
De werkelijkheid is echter een andere, want de afspraken tussen Kim en Moon staan haaks op wat de Amerikanen willen bereiken, stelde deze week Noord-Koreakenner Victor Cha in een analyse voor het Center for Strategic and International Studies (CSIS).
Het duidelijkst komt dat naar voren bij de wens van beide Koreanen om tot „denuclearisering” van het Koreaanse schiereiland te komen.
Die term is er een uit de oude Noord-Koreaanse doos en komt erop neer dat de nucleaire paraplu die de Verenigde Staten boven Oost-Azië –inclusief Zuid-Korea– houdt verdwijnt. Ook de nucleaire bescherming van Zuid-Korea door bondgenoot VS moet weg.
Dit doel staat haaks op Kims eis dat de VS –en de internationale gemeenschap als geheel– zijn land erkennen als kernwapenstaat. Noord-Korea heeft die status zelfs recent in zijn grondwet opgenomen. Nog niet zo lang geleden is uitbundig gevierd dat het land klaar is met de ontwikkeling en verwerving van kernwapens.
Dubbelzinnigheid
Tegenover die Noord-Koreaanse dubbelzinnigheid staat de Amerikaanse eis dat alle kernwapens worden opgedoekt en wel volgens de regels van CVID: totale (”complete”), controleerbare (”verified”) en onherroepelijke (”irreversible”) denuclearisering (”denuclearisation”).
Of Kim dit ook bedoelt? Dat is maar zeer de vraag. Het enige concrete wat hij heeft voorgesteld, is dat het testen van kernwapens wordt opgeschort (en daarvoor hoeven wat hem betreft niet eerst de Amerikaanse grondtroepen op Zuid-Koreaanse bodem te vertrekken).
Een ander vaag punt in de afspraken tussen Kim en Moon is het nastreven van de hereniging van beide Korea’s. Wie de ongekend grote ongelijkheid tussen Noorden en Zuiden beseft, verbaast zich over dit streven. Vergeleken met Zuid-Korea is Noord-Korea een economische dwerg. De economieën van West- en Oost-Duitsland verhielden zich voor de hereniging als 1 tot 3. Tussen Noord- en Zuid-Korea is dat 1 tot 15.
Vanouds streeft Pyongyang die hereniging na op exclusief Noord-Koreaanse voorwaarden. Dat betekent: met de punt van de Noord-Koreaanse bajonet, en dus op Kims voorwaarden en in zijn tempo. Een andere voor de Noord-Koreaanse elite te overleven hereniging is immers ondenkbaar.
Overigens is de gedachte van hereniging in Zuid-Korea niet populair. Vooral jongeren zijn minder nationalistisch dan hun ouders, en herkennen de Noord-Koreanen dan ook niet als broedervolk.
Over vredesduiven en haviken
Hoe gaat de Amerikaanse president Trump voorkomen dat zijn top met Kim Jong-un een fiasco wordt? Gezien de uiteenlopende standpunten is zo’n mislukking niet denkbeeldig. Zo willen de Amerikanen maar één ding: Kim overhalen tot een complete, controleerbare en niet terug te draaien ontmanteling van zijn kernwapens.
De Noord-Koreanen zijn tot nog toe nooit bereid geweest tot zo’n stap. En áls ze het wel waren, zoals in 1994 in het kader van het Agreed Framework, bleken ze in het geheim toch weer alternatieve bewapeningslijntjes te hebben uitgerold. Wederzijds wantrouwen speelt hier een rol, maar ook de wispelturigheid van democratieën als die in de VS en Zuid-Korea. Op het ene moment doe je zaken met een Amerikaanse of Zuid-Koreaanse regering die zich als vredesduif manifesteert, na vier jaar blijkt die te zijn weggestemd en zitten er haviken op het pluche.
Inspecties
Ook al zou Kim nu wel instemmen met de ontmanteling van kernwapens, dan nóg zijn moeizame, zich voortslepende onderhandelingen over daadwerkelijke ontwapening, precieze locaties en inspecties onvermijdelijk, waarbij iedere keer de vraag klinkt of de Noord-Koreanen de zaak zitten te dwarsbomen.
Nu president Trump zich heeft omringd met haviken als Mike Pompeo (minister van Buitenlandse Zaken) en John Bolton (veiligheidsadviseur) is het maar de vraag of het team-Trump bereid zal zijn om die extra 7 mijl met Kim te gaan.
Een andere mogelijkheid is om Kim te helpen de Noord-Koreaanse economie ingrijpend te hervormen in ruil voor ontwapening. En zó te hervormen dat Kims regime kans heeft tot overleven. Vrees voor zijn eigen hachje is immers het belangrijkste motief voor het bezit van kernwapens. Haal die vrees weg op een andere manier en die wapens zijn overbodig geworden. Dit was eerder deze week de suggestie van Chan Young-bang, econoom en Noord-Korea-kenner in een analyse voor NK News.
Zonder strenge controle, sancties en nauwe samenwerking van diverse betrokken landen (VS, Zuid-Korea, China, Japan en Rusland) zal deze stap niet slagen, want de Noord-Koreaanse elite zal er alles aan doen om zo’n miljardeninvestering zonder tegenprestatie in ontvangst te nemen.
En daar heeft die elite zo zijn reden voor. Vérgaande modernisering van de Noord-Koreaanse economie betekent dat die volgens Chinees model wordt hervormd. Maar precies dát schrikt de Noord-Koreaanse top af, verweven als die is met de huidige verouderde economie in het land.
Nucleair exhibitionisme
Noord-Korea heeft kernwapens om Amerika op afstand te houden, maar ook om er diplomatiek mee te chanteren. En dat doet het met succes. Een in zichzelf arm klein land ontwikkelde zich op deze manier tot dé aartsvijand van een supermacht.
Noord-Korea is qua nationaal inkomen en grootte te vergelijken met het Afrikaanse landje Ghana. Maar dat land slaagde er níét in om de aandacht van de groten der aarde op zich te vestigen en hun vele miljoenen dollars en euro’s te ontfutselen. Noord-Korea wel. „Nucleair exhibitionisme”, zo noemt Sicco van der Meer van Instituut Clingendael de werkwijze van Kim. Kernwapens zijn er niet zozeer om te gebruiken, maar om mee te dreigen en indruk te maken. Weinig landen hebben al zo lang zo’n rationeel buitenlands beleid als Pyongyang.
Nu de Amerikaanse president Trump soortgelijk militair machogedrag vertoont, wordt Noord-Korea’s exhibitionisme echter te riskant. Dat vinden ook buurlanden in de omgeving, waaronder China. Niet voor niets werken de strafsancties tegen Noord-Korea nu wel (in plaats van dat lakse bondgenoten van de VS ze tot gatenkaas laten verworden). Bijna 100 procent van de Noord-Koreaanse export is door sancties stilgelegd.
Het is daarom veel slimmer om nu zelf de vredesduif uit te hangen, zo moeten de Noord-Koreanen hebben gedacht. Daarmee schiet je immers gaten in het sanctiebeleid en: je verzwakt de strijdlustige Trump. Want tegen een rivaal die zwaait met een olijftak trek je niet snel ten strijde.