Kerk & religie

„Wat hebt u toch kostelijk gepreekt, dominee”

Het was hem nooit eerder overkomen, de emeritus predikant. Op een zondag in een Afrikaans land kreeg hij de gelegenheid om in een gemeente te preken. Het Schriftwoord dat oproept om te zaaien aan alle wateren deed hem besluiten de zondagse dienst te leiden.

J. Mastenbroek
2 May 2018 15:49Gewijzigd op 16 November 2020 13:13
Prekers en speellieden – ze staan bloot aan klacht en jubel. beeld RD, Anton Dommerholt
Prekers en speellieden – ze staan bloot aan klacht en jubel. beeld RD, Anton Dommerholt

Anders dan onder ons gebruikelijk, kreeg hij na afloop van de preek applaus. Dat ligt daar in de warmbloedige volksaard, het is kennelijk gewoonte. Wellicht dat het in ons land ook voorkomt in gemeenten met een charismatisch karakter. Enfin, de betreffende predikant keek ervan op. Handjeklap hoort op de markt thuis – maar om nu op deze wijze in een kerk instemming te betonen met de inhoud van de preek?

Ik denk aan wat er gebeurde in een van de oudste kerken van Rotterdam, de Hillegondakerk. Daar werd in de lijdenstijd een avond gewijd aan liederen die het lijden van Christus bezongen. Ds. T. D. van Soest (1925-2011) verzorgde opening en sluiting. Voor de bijeenkomst begon, verzocht hij de aanwezigen om na afloop „vanwege de ernst van de gezongen stukken” niet te applaudisseren. Nadat de laatste klanken verstorven waren bleef het ademloos stil. Een stilte die veel weldadiger aandeed dan een luid handgeklap.

Op 26 mei 2009 nam organist Jos van der Kooy het nieuwe Van Vulpenorgel in de Goudse gereformeerde gemeente in gebruik. Het is soms gebruikelijk dat organisten na een bespeling met een applaus worden bedankt. Zo niet deze avond; Van der Kooy vroeg om applaus achterwege te laten. Waarom? Lopend door de kerk viel hem meteen een tekst onder het orgelfront op: Soli Deo Gloria.

Prekers, sprekers en speellieden – ze staan bloot aan klacht en jubel. Ik weet niet wat erger is. Van een opbouwende klacht kan men leren, van jubel niet. Jubel is aangenaam voor het vlees, maar is het, om dat oude, verheven woord eens te gebruiken, ook profijtelijk? Niet als we er de hoogte mee ingaan. Ja, als we er klein onder mogen blijven en bedenken dat God Zijn eer niet aan een ander wil geven. „Wat hebt u toch kostelijk gepreekt, dominee”, hoorde ik eens iemand zeggen. De reactie: „Kunt u mij dan zeggen waar dat kostelijke uit bestaat?” Het werd stil…

Ds. W. van Gorsel (1931-2011) zei eens: „Als je met emeritaat bent, hoor je soms: „Preekt hij nog?” Een paar jaar later is het: „Leeft hij nog?” En als je er niet meer bent, word je opgehangen in de consistoriekamer. Sommigen hadden dat tijdens je leven al willen doen.”

Het gebeurde zo’n halve eeuw geleden in een Amerikaanse plattelandskerk. Er zou een kandidaat voorgaan, voor het eerst in zijn leven. Met knikkende knieën ging hij het podium op. Het ging niet, van geen kant! Ineens zag hij, zo aan het einde van de preek, een man achter in de kerk met een pistool zitten. Plots snelde hij met dat moordwapen naar de preekstoel. „Ik begrijp het, ik kom hier nooit meer terug!” riep de hevig geschrokken kandidaat. Waarop de man schreeuwde: „Het gaat me niet om jou, maar om de mensen die jou uitgenodigd hebben!” Iets heel anders dan applaus…

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer