Minder ongelijkheid op reformatorische scholen
De ongelijkheid in het onderwijs neemt toe door sociaal-economische factoren. De reformatorische scholen hebben er minder last van; zij bevinden zich vaak niet in de steden waar dit probleem extreme vormen aanneemt.
Dat blijkt uit een reactie van de VGS. Kinderen van hoogopgeleide ouders zitten steeds minder vaak in de klas bij kinderen met laagopgeleide ouders, aldus de inspectie. Ook in vorig jaren presenteerde ze deze conclusie. Het inspectierapport bevat minder nieuws dan het aantal reacties van organisaties suggereert.
De VGS stelt dat de bewering dat het niveau van het onderwijs over de hele linie daalt, in internationaal vergelijkend perspectief, „vreemd” lijkt omdat de inspectie constateert dat er steeds minder zwakke scholen zijn en ook de waardering ”goed” steeds vaker wordt uitgedeeld.
De VO-Raad, de vereniging van scholen in het voortgezet onderwijs, vindt de conclusie van de inspectie dat de kwaliteit van het onderwijs gestaag afglijdt, eenzijdig en onterecht. Er is ruimte voor verbetering, maar er is geen sprake van dat de kwaliteit daalt, zei voorzitter Rosenmöller.
SP-Kamerlid Kwint vindt de conclusies van de inspectie echter „vernietigend.” Ook PvdA-Kamerlid Van den Hul is somber. „Niveau daalt, segregatie groeit, maatschappelijke opdracht onder druk”, twitterde ze.
Volgens de Algemene Onderwijsbond is de dalende onderwijskwaliteit te wijten aan het lerarentekort, waardoor de werkdruk stijgt. Voor verbetering is geld nodig, stellen onderwijsorganisaties.