’Hoop Congolezen gevestigd op Strafhof’
In de Democratische Republiek Congo (RDC) zijn op grote schaal oorlogsmisdaden gepleegd, zoals massale verkrachtingen en kannibalisme. De plaatselijke justitie stelt geen onderzoek in, en voor de politieke leiding heeft de vervolging van oorlogsmisdadigers geen prioriteit. Daarom kijken veel Congolezen hoopvol naar het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag.
Dit zeggen vertegenwoordigers van Congolese niet–gouvernementele organisaties (ngo’s) die dezer dagen in Den Haag zijn op uitnodiging van de FIDH, een mensenrechtenorganisatie die het werk van het Strafhof steunt.
Het ICC is er sinds 1 juli 2002, maar heeft nog niemand aangeklaagd. ICC–hoofdaanklager Luis Moreno Ocampo richt zich bij zijn eerste formele onderzoek op de situatie in de RDC.