Binnenland

EH-onderzoek: Prestatiedruk beheerst jongeren

Christenen ademenen de ongezonde lucht van deze samenleving in, zegt Els van Dijk, directeur van de Evangelische Hogeschool (EH). Daardoor heeft de prestatiemaatschappij vat op jongeren, laat onderzoek van de school zien.

Anne Vader
6 April 2018 11:37Gewijzigd op 16 November 2020 12:59
beeld RD, Henk Visscher
beeld RD, Henk Visscher

Bij een college over roeping, woensdag, sprak ze over wat God van ieder persoonlijk vraagt. „Na anderhalf uur stonden de studenten op. Het eerste dat uit hun zak kwam, was die gekke telefoon. Jongens, zei ik, krijgen mijn woorden wel tijd om te resoneren? Of duw je ze weg?”

Het is hard werken, zegt Van Dijk, om de Bijbelse waarheid te laten dóórdringen als er via media 24/7 andere geluiden binnenkomen. „Zijn christenen werkelijk zo onderscheidend in de samenleving? Of doen we net zo hard mee met ons mediagebruik en het achternarennen van onze agenda?”

Die vraag komt naar boven bij het zien van de resultaten van een onderzoek dat de EH hield onder bijna duizend christelijke jongeren tussen de 16 en de 22 jaar. Van de respondenten is zo’n 60 procent jonger dan 18. Ongeveer een derde zit op een reformatorische school; de rest op een gereformeerde of evangelische school.

Angst voor toekomst

Vrijdag presenteerde de EH de uitkomsten op een symposium met het thema ”De moed om volwassen te zijn”. Dat die moed tekortschiet, blijkt uit de mate waarin christenjongeren zich onderscheiden van de „dictatuur van het geluk”, zoals Van Dijk het noemt. „Het gaat om míj, ík moet het leuk hebben. Jongeren denken dat het leven maakbaar is. Dat ze succes moeten hebben, de beste moeten zijn. Ik zie weinig verlangen om vrucht te dragen en in deze wereld van betekenis te zijn. Ik zie eerder jongeren die tegen de toekomst opzien.”

Meer dan de helft van de respondenten ervaart druk om te slagen; een op de vier is bang om te mislukken in het leven. Maar liefst 40 procent zegt geen concrete dromen voor de toekomst te hebben, deels uit angst voor teleurstelling.

Is het niet juist realistisch om geen hoge toekomstverwachting te hebben? „Het is on-Bijbels”, reageert Van Dijk, deze week zeventien jaar directeur bij de EH. Ze wijst op het verschil tussen succes en zegen. „Het leven is niet maakbaar. Je mag het goede doen, in antwoord op wat God vraagt. Dat begint met het ontvangen van Zijn zegen en vervolgens het daarvan ruimschoots uitdelen. Dat is iets heel anders dan scoren en jezelf bewijzen.”

Prestatiefabriek

Jongeren hanteren volgens haar wereldse maatstaven in hun denken over de toekomst. „Van de Heere Jezus leer ik iets anders: ernaar verlangen om van betekenis te zijn in deze wereld. Dat lukt niet altijd. En de zegen is niet aan mij, maar aan God. Heerlijk dat ik alleen kan doen wat aan mij is toevertrouwd.”

Ouders spelen volgens Van Dijk een grote rol in de druk om te voldoen aan de verwachtingen van deze wereld. Ze verwijst naar onderzoek waaruit onlangs bleek dat driekwart van de basisschoolleraren door ouders onder druk wordt gezet om een hoger schooladvies aan hun kind te geven.

Ook de toetsen waar kinderen al vanaf de kleuterschool mee te maken krijgen, bevorderen volgens haar het pedagogisch klimaat niet. „Christelijke scholen zouden niet alleen het hoofd, maar ook het hart moeten aanspreken. De school moet een oefenplaats zijn van verlangen, geen prestatiefabriek. Durven docenten daar tijd voor in te ruimen, terwijl de overheid zwaait met allerlei eisen?”

Bidden en Bijbellezen

Christenjongeren bidden vaker dagelijks (64 procent) dan dat ze uit de Bijbel lezen (40 procent), laat het onderzoek zien. Is bidden makkelijker? „De vraag is wat je verstaat onder bidden: een paar zinnetjes opzeggen, of echt stil worden voor God? Bijbellezen vraagt sowieso discipline”, zegt Van Dijk. Ze wijst erop dat jongeren sowieso nauwelijks meer lezen: de meeste minder dan tien minuten per week.

Jongeren zien God vooral als vertrouwenspersoon: Iemand bij Wie ze altijd terechtkunnen en Die naar hen wil luisteren. Dat bidden ‘populairder’ blijkt dan Bijbellezen, kan het godsbeeld versterken dat God voornamelijk Iemand is Die graag de menselijke problemen oplost en mensen gelukkig wil maken, staat in de onderzoeksconclusies.

Het geestelijk testament van ouders heeft grote invloed op jongeren: in welke mate er thuis uit de Bijbel wordt gelezen, bepaalt sterk of jongeren dat zelf overnemen. De EH noemt het in dat licht verontrustend dat slechts in 53 procent van de christelijke gezinnen samen hardop wordt gebeden.

Percentages

  • 65% van de christelijke jongeren weet dat hun ouders voor hen bidden.
  • 36% weet hoe ze het geloof moet laten zien in hun dagelijks leven.
  • 35% van de christelijke jongeren gaat met vragen over het geloof naar de ouders.
  • 26% is bang om te mislukken in het leven.

bron: Evangelische Hogeschool

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer