Het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA) tekende op 26 mei een serie overeenkomsten met de regering in Khartoem. Die moeten leiden tot een einde aan de slepende burgeroorlog tussen het Arabischsprekende, islamitische noorden en het niet-islamitische zwart-Afrikaanse zuiden.

De SPLA zegt echter geen deel te willen uitmaken van een regering die de strijd van de moslimmilities tegen de zwarte bevolking in Darfur steunt.

Net als in het zuiden van Sudan strijden in Darfur Arabische moslims tegen zwart-Afrikaanse stammen. De regionale conflicten zijn nochtans gescheiden gebleven.

De Sudanese president Omar Hassan al-Bashir staat onder grote druk van het Westen om vrede te sluiten met zwart-Afrikaanse bevolkingsgroepen in zijn land. Tot een compromis met de ”kufar” (ongelovigen) waren de strengislamitische leiders van het land tot mei van dit jaar nog niet bereid.

De Sudanese regering en afgevaardigden van zuidelijke rebellen leggen in Kenia de laatste hand aan een verdrag over een staakt-het-vuren dat een eind moet maken aan 21 jaar burgeroorlog in Sudan. De partijen moeten een datum vaststellen waarop het bestand ingaat en praktische zaken regelen over vredeshandhaving, demobilisatie van strijdkrachten en hun reïntegratie in de burgermaatschappij.

„Dit is heel belangrijk, want zonder de details houdt de oorlog niet op”, zei de leider van de Keniaanse bemiddelingsdelegatie, Lazaro Sumbeiywo, over de zondag begonnen besprekingen.

De Sudanese regering en het Volksbevrijdingsleger van Sudan werden het al eerder eens over de verdeling van rijkdom en macht in het land. Ook de demobilisatie, die moet worden uitgevoerd tijdens een zes jaar durende overgangsperiode, en het bestuur over drie omstreden regio’s in het midden van het land zijn al in grote lijnen geregeld. Sumbeiywo zei dat de huidige besprekingen in Naivasha, 100 kilometer ten noordwesten van Nairobi, tot 19 juli zullen duren. Een tweede ronde waarin de verdere uitvoering van het vredesverdrag ter sprake komt, wordt tussen augustus en oktober afgerond. Tijdens dat overleg moet een begindatum voor de overgangsperiode worden vastgesteld en een datum voor verkiezingen, waarschijnlijk halverwege de overgangsperiode.

Bij de conflicten in het Afrikaanse land zijn sinds het in 1956 onafhankelijkheid werd ten minste 2 miljoen doden gevallen en zijn ongeveer 4 miljoen mensen op de vlucht geslagen.