Aloserij overleefde drie concentratiekampen en een scheepsramp
Wim Aloserij overleefde drie concentratiekampen en een scheepsramp. Toen geallieerde vliegtuigen schepen vol gevangenen tot zinken brachten, behoorde Aloserij tot de schaarse groep overlevenden. In Kamp Amersfoort overhandigde hij woensdagavond het eerste exemplaar van zijn biografie aan CDA-leider Buma.
Elke maandag rijdt de 94-jarige Aloserij van Lochem naar zijn 96-jarige zus Jo in Terborg, waarna ze samen een biertje drinken langs de Rijn. Exemplaar twee van zijn 391 pagina’s tellende levensbeschrijving is dan ook voor haar; hij droeg het boek ook aan haar op. „Jo vertelde zoveel over mij wat ik niet meer wist.” Onder hilariteit: „Ook verhalen die ik liever niet…”
Wim Aloserij had al jong geleerd te overleven, als hij vluchtte voor zijn dronken stiefvader en over de straat zwierf in Amsterdam. Liggend op het dak van een trein ontvluchtte hij in 1943 de verplichte tewerkstelling in Duitsland. Hij dook onder bij een boer en sliep maandenlang in een kist onder de grond. Bij een razzia werd hij alsnog opgepakt. Via de beruchte Gestapo-gevangenis aan de Euterpestraat in de hoofdstad belandde hij in Kamp Amersfoort. Daarna overleefde hij de verschrikkingen van de concentratiekampen Husum en Neuengamme. En de ramp op de Cap Arcona, op 3 mei 1945. Drie schepen werden tot zinken gebracht; ruim 7000 gevangenen kwamen om. Aloserij sjorde zich op een vlot en behoorde tot de 350 overlevenden.
Respectvol, ingetogen, zorgvuldig, typeert CDA-leider Buma de wijze waarop Frank Krake in krap tien maanden tijd het levensverhaal van Aloserij te boek stelde (”De laatste getuige”; uitg. Achtbaan; ISBN 978 90 824 7641 5). Buma werd gevraagd het woord vooraf te schrijven, omdat zijn grootvader ook in Neuengamme zat. Hij overleefde de naziterreur niet en grootmoeder bleef met vier kinderen achter, de oudste tien, de jongste twee jaar.
Dodenboek
Sybrand Marinus van Haersma Buma was burgemeester van het Friese Wymbritseradeel en kwam al vroeg in verzet tegen het Duitse regime. „Mijn vader, pas 86 geworden, herinnert zich de huiszoeking, voorjaar 1941, toen mijn grootvader werd opgepakt”, zegt het Kamerlid.
Van Haersma Buma zat ruim een jaar in Scheveningen, in het ”Oranjehotel.” Via Kamp Amersfoort moest hij naar Neuengamme, waar hij kort na aankomst overleed. Het was 11 december 1942, en hij was 38 jaar jong.
Hij staat precies aangetekend –„bizarre bureaucratie”– op de pagina in het Totenbuch, het dodenboek waarvan Van Haersma Buma jr. een kopie overhandigd kreeg toen hij voorjaar 2010 met een delegatie uit de Tweede Kamer het voormalige concentratiekamp in Noord-Duitsland bezocht. „Een soort kasboek, met kolommen.”
Daar las hij dat zijn grootvader de 11.939e gevangene was die Neuengamme binnenkwam. Dat hij de 2493e dode was; het zouden er uiteindelijk 43.000 worden. Dat hij die dag de twaalfde was die om het leven kwam, en het was nog maar 11.30 uur. Gefingeerde doodsoorzaak: hartfalen. „Zo achteloos werd er omgesprongen met mensenlevens.”
Als de wereld nu maar lessen wilden trekken uit de gruwelen van de oorlog. Maar in de jaren negentig waren er opnieuw concentratiekampen op Europese bodem; op de Balkan. Toch, zegt Buma, Aloserij bewijst de huidige en volgende generaties een grote dienst door zijn levensverhaal te laten publiceren. „Hopelijk denken veel mensen: Dit nooit weer.”
Lezingen
Wim Aloserij overleefde. „Je hebt wel een bolle kop gekregen, zeg”, zei zus Jo toen hij terug was in Amsterdam. „Wim glimlachte alleen en zei maar niets over het oedeem en de pijn op zijn borst bij het ademhalen”, noteerde Krake. Broer en zus, van rooms-katholieke afkomst, sloten zich kort daarna aan bij de Jehova’s Getuigen.
Aloserij vertelde zijn verhaal al vele keren, al staat het nu pas volledig op schrift. De komende maand presenteert hij het boek nog dertien keer, her en der in het land. Eind april wil de krasse 94-jarige per vliegtuig naar Hamburg om in de regio Neuengamme lezingen te geven. Op 4 mei haalt Krake hem af op Schiphol en rijdt regelrecht naar de Nieuwe Kerk, waar Aloserij spreekt tijdens de jaarlijkse Dodenherdenking en vervolgens aanwezig is bij de plechtigheid op de Dam.
De volgende dag viert Nederland de vrijheid; Liberty, het is –volgens Krake– ook de „fantastische achternaam” van de zangeres die woensdagavond de boekpresentatie opluisterde en speciaal voor Aloserij een lied schreef „waarin zijn positiviteit doorklinkt.”
Slachtoffers
Al moest de presentatie „vooral een feestje” worden –„zo hebben we het afgesproken”–, geen aanwezige kan om de gruwelen van de nazitijd heen. Tijdens de bijeenkomst is er voortdurend zicht op de lange, donkere muur die dwars in het herinneringscentrum staat. Op die muur: namen, data, aantallen. Hier in de bossen bij Amersfoort sloten de nazi’s meer dan 35.000 mensen op. Velen stierven hier; voor anderen was het het voorportaal voor een lange reis langs Duitse kampen. De meesten keerden nooit terug.