Buitenland

Amazonegebied: een volk dat is geboren uit de knieën van Nutapa

Het Tikunavolk diep in het Amazonewoud heeft een andere oorsprong dan de rest van de mensheid, zo blijkt uit de verhalen van Augusto. Het is een lust om naar te luisteren, tot we erbij in slaap vallen.

Ynske Boersma
27 March 2018 16:05Gewijzigd op 16 November 2020 12:55
Augusto is een volleerd verhalenverteller. beeld Ynske Boersma
Augusto is een volleerd verhalenverteller. beeld Ynske Boersma

De nacht valt in het woud. In de verte brullen apen, wat klinkt als het huilen van de wind. Cicaden zoemen oorverdovend. We liggen in hangmatten, onder een dak van palmbladeren. Bij het licht van een kleine lantaarn begint gastheer Augusto te vertellen. Over Nutapa en Mapana, de man en de vrouw met wie de geschiedenis van het inheemse Tikunavolk eens begon, diep in de jungle.

De Tikuna hebben een geloofsbelijdenis met twee kanten, daar kom ik al snel achter. Elke zondag gaan Augusto en zijn familie naar de mis in een kerkje van golfplaten. Wanneer ik hem vraag welk geloof hij heeft, zegt hij overtuigd rooms-katholiek te zijn.

Maar daarnaast houden de Tikuna –met zo’n 50.000 het grootste inheemse volk van dit deel van de Amazone– er hun eigen vooroudergeloof op na. Volgens de Tikuna wordt het woud bevolkt door een veelheid van geesten, sommige goed, sommige slecht, waar de Tikuna hun wereld mee verklaren.

Een van hun verhalen gaat over het begin, over Nutapa en Mapana dus. Lang geleden, niemand weet hoelang, leefden Nutapa en Mapana diep in de jungle. „Maar er was een probleem”, vertelt Augusto, terwijl hij muggen van zich afslaat. „Mapana werd maar niet zwanger. Dus wilde Nutapa van haar af.”

Nutapa nam zijn vrouw mee naar een plek nog dieper in het woud en bond haar vast met de armen en benen in vier richtingen. Al snel bezorgde een horde mieren en wespen haar een ondraaglijke pijn. „Help”, riep Mapana. De havik Tatakao kwam daarop af. „Verander in een mens, zodat je me kunt losmaken”, zei Mapana tegen de havik.

„Dieren kunnen immers veranderen in mensen; dat geloven wij”, licht Augusto toe, en vertelt dan verder. „En zo veranderde de havik in een jongeman, en maakte Mapana los.”

Samen verzonnen ze een list om Nutapa te straffen. Die lag in zijn hangmat toen hij een bekende stem hoorde. Het was Mapana, die zong: „Ik straf je, ik straf je.” Zodra Nutapa haar zag, veranderde ze in een wesp, en stak hem in zijn knieën.

Met gezwollen knieën keerde Nutapa terug naar de hangmat. De zwelling werd alsmaar groter. Totdat Nutapa eens goed keek. Er kroop iets uit. „Maar dat zijn mensen”, riep hij verbaasd uit. In zijn knieën was een legertje Tikuna druk aan het werk. Ze maalden ”yuca”, weefden manden, maakten pijlen om mee te jagen.

Nutapa sprong uit zijn hangmat, maar struikelde en viel op zijn knieën. Daarop kon het legertje Tikuna ontsnappen. Zo werd dit volk geboren. Uit de knieën van Nutapa.

Dat er in de Bijbel een heel ander verhaal staat, lijkt de Tikuna niet te deren. Het scheppingsverhaal gaat probleemloos samen met hun eigen verhalen, die soms sterk lijken op die van de Bijbel. Zo wordt Yoi, een van de twee zoons uit de knie van Nutapa, als Jezus Christus beschouwd.

Omdat de inheemse volkeren geen geschreven geschiedenis kennen, is elke Tikuna een getrainde verhalenverteller. Alles wat ze van generatie op generatie doorvertellen, zit in hun hoofd. En zo luister ik elke avond naar de verhalen van Augusto, omringd door de geluiden van de jungle.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer