Geestelijke strijd
Hebreeën 12:1b
„Laat ons afleggen alle last en de zonde die ons lichtelijk omringt, en laat ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan die ons voorgesteld is.”
De zondelast is een gewone rover, die velen op weg vermoordt. De last lokt sommigen van de weg af, zodat ze in valse rust in slaap vallen, zoals een dronken reiziger, die in een moeras ligt te slapen tot zonsondergang, en dan uit zijn slaap ontwaakt en begint te roepen. De zondelast verblindt sommigen, zoals Paulus toen hij farizeeër was. Hij drijft hen op een verkeerde weg naar de hel in plaats van naar de hemel.
Dan krijgen zij een soort bekering om hun zonden te doden en keren zij tot hun vorige gang terug. Dat zijn degenen die gewillig zachtjes wandelen en tot de zonde terugkeren. De apostel geeft de vermaning: „Laat ons de loopbaan lopen.” Dit is meer dan wandelen en op ons gemak lopen. Lopen geeft te kennen dat er een bestemde tijd is die voorbij zal gaan. En dat de weg lang is en het een zwaar werk is om de zonde gedood te krijgen. Daarom moeten wij ons spoeden op de weg en vlug lopen.
Het Koninkrijk der hemelen moet met geweld worden genomen. „Strijdt om in te gaan” (Lukas 13:24). „Eén ding doe ik, vergetende hetgeen dat achter is, en strekkende mij tot hetgeen dat voor is, jaag ik naar het wit tot de prijs der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus” (Filippenzen 3:14).
Samuel Rutherford, hoogleraar te St. Andrews
(”De leer en de eer van Christus”, 1640)