Zolang ze Kremlin niet dwarsbomen zijn Russische protestanten vrij
De kerk die het Kremlin dwarsboomt, krijgt het vroeg of laat moeilijk. Maar elk genootschap dat Poetin en zijn mannen negeert, kan uitgroeien tot een grote megakerk. En zo bloeit de geloofsvrijheid in Rusland.
De spreker op het Nationaal Gebedsontbijt van Rusland wil de vrijheid vieren. „Laten we danken voor de morele waarden die vandaag in Rusland weer centraal staan”
De Rode Zaal van het Presidentshotel zit vol met enkele honderden goed geklede mannen. Buiten raast het verkeer over de Yakimankastraat, een van de verkeersaders vanuit het centrum van Moskou. Binnen lopen de obers af en aan met koffie, thee en croissantjes.
Het geheel maakt een welvarende indruk. De entreeprijs past daarbij: 9000 roebel (130 euro). Wie deze bijeenkomst bezoekt, ziet dat het geloof in Rusland geen zaak meer is van arme sloebers, maar van mensen in goede doen.
Het Nationaal Gebedsontbijt is bedoeld om de nood van het land aan God voor te leggen. Maar het is ook geschikt als netwerkbijeenkomst. Tijdens de toespraken en muziekoptredens zoeken velen elkaar op om even bij te praten.
Het Nationaal Gebedsontbijt wordt in Rusland sinds 2000 jaarlijks georganiseerd. Net als in veel andere landen wordt het voorbeeld van het National Prayer Breakfast in Washington gevolgd. Het verschil is dat het Russische gebedsontbijt niet in het parlement wordt gehouden. Het Presidentshotel mag de allure hebben van het Amstelhotel in Amsterdam, het is geen overheidsgebouw.
Wel heeft het Kremlin twee ambtenaren gestuurd. Daarnaast zijn er enkele leden van het parlement.
Opvallend is het hoge aantal buitenlandse sprekers. Een pastor uit Zuid-Korea prijst de inspanningen van de Russische president Poetin voor de hereniging van Noord- en Zuid-Korea.
Activistisch
Een van de bezoekers is dr. Roman Lunkin. De jurist van het Slavic Centre for Law and Justice (SCLJ) kent veel van de bezoekers door zijn werk. Het valt hem op dat er vooral pinkstervoorgangers zijn. „Die zijn vandaag de dag in Rusland heel activistisch, ook in de politiek.”
Hij heeft ook de indruk dat er dit jaar meer buitenlandse sprekers zijn dan normaal. „Zodoende horen we veel over andere landen, maar weinig over onze eigen problemen in Rusland zo vlak voor de verkiezingen”, zegt hij glimlachend.
Problemen in Rusland zijn er genoeg, zegt hij. En hij kan het weten. Hij treedt op als raadsman voor kerken en christenen. In die rol heeft hij enkele zaken gevoerd bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg.
Lunkin heeft recent 300 zaken van boetes tegen protestantse kerken geteld. Deze boetes kunnen over van alles gaan: van verouderde brandblussers tot fouten in de financiële administratie.
In Rusland leven momenteel zo’n 3 miljoen protestanten, verdeeld over zo’n 10.000 groepen (waarvan de helft niet officieel is geregistreerd), volgens schattingen van Lunkin. Dat is ongeveer 2 procent van de bevolking van 143 miljoen. Tot de Russisch-Orthodoxe Kerk behoort 82 procent van de bevolking.
Over de godsdienstvrijheid hebben Russische protestanten niet te klagen, meent de jurist. „Het is veel beter dan in de Sovjet-Unie. Er zijn vandaag zelfs megakerken.”
Enkele jaren geleden was Lunkin nog bang dat de kerk de vrijheid zou verliezen. „Rond de presidentsverkiezing in 2012 waren er veel protesten, die werden gevolgd door strengere wetten.”
In die periode werd is ook de angst voor het Westen gevoed. „Omdat veel kerken contacten met het Westen hebben, kan dat uitlopen op een angst voor religie. Zo ging het in de Sovjet-Unie ook.”
Toch is de vrijheid niet verdwenen, maar Lunkin ziet de beperkingen wel toenemen. „Boekentafels op straat waren een middel om het Evangelie te verkondigen, maar dat mag niet meer. Hetzelfde geldt voor andere missionaire activiteiten. Toch denk ik niet dat deze beperkingen evangelisatie en kerkplanting zullen afremmen. Het is natuurlijk onzin om te denken dat je alle activiteiten van kerken kunt controleren.”
Spionage
Het afgelopen jaar heeft de regering de Jehova’s Getuigen verboden. „Die waren ook direct verbonden aan westerse organisaties, en werden daarom in de media beschuldigd van spionage.”
Een uitbreiding van het verbod op de Jehova’s Getuigen naar andere groepen lijkt Lunkin echter onwaarschijnlijk. „Zo’n beetje alle christenen beschouwen de Jehova’s Getuigen als sekte. Bovendien waren hun banden met Amerika heel direct. Het enige wat ik me kan voorstellen is een verbod op bepaalde charismatische groepen die tijdens diensten doen aan hypnose. Er lopen momenteel enkele strafzaken hierover.”
Een ander risico is er voor ongeregistreerde baptisten. „Dat zijn kleine groepen die soms woonhuizen gebruiken voor samenkomsten. Volgens de nieuwe wetten mag dat niet meer. Dat kan ertoe leiden dat iemand zijn huis kwijtraakt.”
De grote angst voor de Russische elite is volgens Lunkin dat Rusland te maken krijgt met opstanden die net als in Oekraïne leiden tot het vertrek van de president. „Zoiets brengt de stabiliteit van de macht in gevaar. Alle organisaties die veel contacten met het Westen of met Oekraïne hebben, zijn daarom een potentieel gevaar.”
Intussen denkt Lunkin niet dat er voor zo’n opstand veel steun bij protestanten zou zijn. „De evangelicalen in ons land zijn doorgaans heel patriottisch. Net als Poetin staan ze voor traditionele waarden en maken ze zich zorgen over het lot van christenen in het Midden-Oosten.”
Kalm
Twee dagen na het gebedsontbijt houdt de Russische Evangelische Alliantie (REA) haar jaarlijkse vergadering. Niet in een deftig hotel, maar in de kelder van de evangelisch-lutherse kerk van Moskou, de Petrus- en Pauluskathedraal. Daar verzamelen zich zo’n dertig mensen uit alle hoeken van het verdeelde Russische protestantisme.
Voorzitter Alexander Feditsjkin gaat in op vragen over de nieuwe wetten tegen extremisme. „Wij denken dat het beter is kalm te blijven en door te gaan met het gewone werk van de kerk.”
In de pauze vertelt pinkstervoorganger Ivan Borisjevski hoe zijn gemeente een uitgebreide inspectie kreeg. „We waren de afgelopen jaren hard gegroeid, en dat leidde tot boze brieven van omwonenden aan de politie. Toen is werkelijk alles onderzocht; van de administratie tot de verf op de muur. Alles bleek in orde. Ons standpunt was steeds om transparant te zijn. Wij hebben vrede in ons hart en willen dit land dienen.”
Bestuurslid Vitaly Vlasenko van de Russische Unie van Evangeliebaptisten ziet nog wel iets goeds in het verbod op de Jehova’s Getuigen. „Die maakten ons gek. Ze gingen avond aan avond langs de deur, terwijl de mensen dachten dat wij dat deden. Dat heeft ons veel kwaad gedaan.”
Hij hoort vaak klachten van christenen over de beperkingen waarmee ze te maken hebben, maar heeft daar bedenkingen bij. „Tot 1863 had je in Rusland lijfeigenen. Die slavenmentaliteit zit er bij ons nog sterk in. Mensen zijn niet vrij en kijken onnodig veel naar leiders. In de huidige tijd moeten ze leren op eigen benen te staan.”
Bijbelgenootschap
Terug naar het gebedsontbijt. Bij die bijeenkomst is één man in priestergewaad. Dat is Alexander Borisov, priester van de Russisch-Orthodoxe Kerk van Sint-Cosmas en Damianus in het centrum van Moskou. Van 1991 tot 2010 was hij voorzitter van de Russian Bible Society. „Zodoende ken ik alle protestantse leiders in ons land.”
Hij prijst de vrijheid die er vandaag voor het geloof is. „De Russische kerk is in de ruim duizend jaar dat ze bestaat nog nooit zo vrij geweest”, zo vertelt hij later in zijn werkkamer in de kerk.
Als seminariestudent maakte Borisov in 1972 mee hoe de geheime politie hem uitnodigde voor een gesprek. Of hij de KGB over de docenten wilde rapporteren. „Dat weigerde ik. Toen voorspelden ze dat ik het moeilijk zou krijgen. Ik begreep de werkelijke natuur van de verhouding tussen kerk en staat niet. Onder Stalin zou ik door mijn weigering naar de goelag zijn gestuurd, maar in 1972 remden ze alleen mijn loopbaan af. Tot 1989 ben ik deken gebleven, omdat de KGB niet wilde dat ik tot priester zou opklimmen.”
Nu is dat allemaal anders. „De KGB onderzocht af en toe mijn studentenkamer om te zien wat ik las. Dat heb ik hier nooit meegemaakt.”
Hij wijst naar de boekenplank, met werk van westerse theologen zoals Tom Wright, Hans Küng en Karl Barth. „Vroeger zou dit nooit vertaald zijn. In de Sovjet-Unie kon je in de boekhandel niet eens een Bijbel kopen. Nu zijn er wel vier versies.”
Borisov kwam bij het Bijbelgenootschap als opvolger van Alexander Men. Deze priester had in 1990 het genootschap heropgericht, nadat het tientallen jaren verdwenen was. Kort daarna werd hij vermoord.
De Bijbelkennis onder Russen is echter zwak gebleven, zegt Borisov. „In de Sovjet-Unie was de Bijbelstudie het eerste wat verdween, terwijl de liturgie overeind bleef. Wij proberen in de kerk de Bijbelstudie weer te bevorderen. Alexander Men heeft daar de prikkel toe gegeven.”
Borisov herkent niets van het beeld uit het Amerikaanse Uscirfrapport dat de Russisch-Orthodoxe Kerk kleinere kerken wegdrukt. „Misschien gaat het zo in de hoge politiek, maar niet in het dagelijks leven van de parochie. Als voorzitter van het Bijbelgenootschap was ik juist bezig groepen te verbinden. Dat deed ik met steun van de patriarch.”
Last
Lunkin is het ook niet eens met het verwijt in het Uscirfrapport dat de Russisch-Orthodoxe Kerk het optreden van de staat tegen kleine protestantse groepen steunt, om zelf wat meer ruimte te krijgen. „De regering wekt met de wetten tegen extremisme een angst tegen religie in het algemeen. Daar heeft de orthodoxe kerk ook last van.”
Daarnaast denkt Lunkin dat radicale orthodoxen de wetten tegen extremisme juist te liberaal vinden. „Ze hadden liever een totaalverbod op alle niet-traditionele religies gezien. Maar de meeste orthodoxe kerken zullen gewoon focussen op het normale kerk-zijn en op de sociale projecten van de kerk.”
Toch blijft er spanning tussen de Russisch-Orthodoxe Kerk en de protestanten, meent Lunkin. „Bij vrijwel alle welzijnsorganisaties zitten evangelicalen in de leiding. Dat blijken gewoon de beste managers. Voor de orthodoxe kerkleiding is dat een probleem. Daarom hamert de orthodoxe patriarch Kyrill erop dat hun kerken sociaal actief zijn.”
Verkiezingen Rusland
Dit is het vierde deel van een reeks artikelen in de aanloop naar de Russische presidentsverkiezingen op 18 maart. Donderdag deel 5.