Stroomstoring hindert Amsterdam langdurig
De grote stroomstoring die Amsterdam vrijdag trof, heeft tot ver in de avond voor veel problemen gezorgd. Zo bleef het donker op het Rembrandtplein, brandde de straatverlichting niet overal, konden veel trams nog niet rijden en functioneerden veel pinautomaten niet.
Graafwerkzaamheden in Amsterdam-Zuid zijn de vermoedelijke oorzaak van de stroomstoring. De werkzaamheden veroorzaakten een kettingreactie, waardoor de stroom in een groot deel van de buurt uitviel. Twee klusjesmannen werden daarbij tijdens het plaatsen van een terrasbrander voor een café op het Weteringcircuit weggeblazen door een enorme steekvlam die uit de grond kwam. In een stroomverdeelkast in de Quellijnstraat had een explosie plaats en brak brand uit.
Door de stroomstoring moesten alle 1500 bezoekers aan het Rijksmuseum het gebouw uit. De evacuatie verliep rustig, aldus een woordvoerster. Volgens haar zijn de kunstwerken niet in gevaar geweest, omdat een noodaggregaat de beveiliging garandeert. Het museum bleef de rest van de dag dicht. Wie zijn kaartje nog heeft, mag een keer terugkomen.
De politie stuurde, zoals gebruikelijk bij grote stroomstoringen, extra agenten de straat op. Daar was de verwarring desondanks groot: wie heeft wanneer voorrang? Verkeersregelaars deden hun best om orde aan te brengen, maar veel automobilisten trokken zich weinig aan van de gebaren.
Cafés in de wijk de Oude Pijp, normaal vol met lunchende mensen en zzp’ers achter hun laptop, bleven lange tijd leeg en donker. Twee medewerkers van café-restaurant De Stadskantine vroegen zich tijdens de stroomstoring hardop af hoelang de storing nog zou gaan duren: hopelijk niet al te lang, want dan zouden alle producten in de koeling moeten worden weggegooid. Ook op straat was de stroomstoring onderwerp van gesprek. Groepen mensen stonden met elkaar te praten: blijkbaar verbroedert een stroomstoring. „Het heeft ook wel iets gezelligs, we hebben ineens tijd voor een praatje”, aldus een Amsterdammer. „Al is het bizar om te zien hoe afhankelijk we zijn geworden van stroom. Niets doet het meer. Alles staat stil.”