Spaanse politie pakt Madrid-verdachte op
De Spaanse politie heeft donderdag in Las Palmas op de Canarische Eilanden een man gearresteerd op verdenking van betrokkenheid bij de aanslagen in Madrid.
De Spanjaard wordt ervan verdacht te hebben geholpen bij de diefstal van de gebruikte explosieven uit een mijn in de regio Asturië, waar de man vandaan komt.
Volgens het persbureau Europa Press had de man zijn toevlucht gezocht bij familieleden op de Canarische Eilanden om aan arrestatie te ontkomen. In totaal zijn dertig mensen in staat van beschuldiging gesteld in verband met de aanslagen, die op 11 maart aan 190 mensen het leven kostten.
De Franse minister van Binnenlandse Zaken, De Villepin, heeft donderdag in Parijs gezegd dat de bomaanslagen in Madrid zijn betaald uit de opbrengst van 30 kilo cannabis. Volgens de bewindsman worden de banden tussen terroristen en de internationale drugshandel hoe langer hoe sterker. De Villepin is van plan daar hard tegen op te treden, bijvoorbeeld door persoonlijk eigendommen van drugshandelaren in beslag te nemen, zoals hun woningen. Hij zei dat bij de presentatie van een nieuw plan om op te treden tegen terrorisme, drugs, illegale immigratie, cybercriminaliteit, racisme en antisemitisme en voor de gelijkheid van kansen.
De Spaanse ex-premier Aznar heeft Mariano Rajoy, zijn opvolger als leider van de centrumrechtse Volkspartij (PP), laten weten dat hij bereid is te verschijnen voor de parlementaire commissie die de handelwijze van de regering in de eerste dagen na de aanslagen van 11 maart onderzoekt, aldus Spaanse media donderdag.
Een speciale commissie van het Spaanse parlement begon vorige week achter gesloten deuren met het onderzoek dat opheldering moet geven over wat precies gebeurde in de dagen na de aanslagen van 11 maart. Ook dient de commissie uit te zoeken welke gevolgen de terreuracties hadden voor de verkiezingen van 14 maart. De Volkspartij van Aznar leed in die stembusgang een verrassende nederlaag tegen de socialistische PSOE van de in april aangetreden premier José Luís Rodriguez Zapatero.
Direct na de aanslagen van 11 maart schoof de regering-Aznar de schuld in de schoenen van de Baskische terreurbeweging ETA. De regering hield dat enkele dagen vol, ook al werd steeds duidelijker dat militante moslims met banden met het terreurnetwerk al-Qaida achter de aanslagen zaten. De socialisten betichtten de regering daarop van het achterhouden van informatie over het onderzoek naar de aanslagen. De Volkspartij zou hebben willen voorkomen dat de kiezers zouden denken dat Spanje met de terreuracties werd gestraft voor de steun van Aznar aan de invasie in Irak.