Veenendaal strijdt om één zetel
De Veenendaalse politiek strijdt al jaren om één stoel in de raadszaal. De vorige raadsperiode was er een nipte meerderheid voor de niet-confessionele partijen. Toen werd het ambtsgebed afgeschaft. Tijdens de huidige raadsperiode hebben CU, CDA en SGP met 16 zetels de meerderheid.
In 2000 botsten beide flanken in de raad over het prostitutiebeleid. Het CDA wil, samen met CU en SGP, alle bordelen uit de gemeente weren. „De mens is beelddrager Gods en dat verhoudt zich niet met prostitutie”, aldus CDA-fractieleider mevrouw G. de Wal. Bij de komende verkiezingen zijn er twee raadszetels meer te verdelen en dat maakt de strijd nòg spannender.
Ze is voorzichtig, maar beslist. Gerry de Wal zit al twaalf jaren in de Veenendaalse gemeenteraad, waarvan geruime tijd als fractieleider. „Ik vind het leuk werk en doe het graag. Nee, lijsttrekker en wethouder wilde ik niet worden, dat kan ik fysiek niet aan. Ik sta op nummer 2 van de lijst en dat is prima. Bovendien is Gert van de Ham, de huidige wethouder en de lijsttrekker, een hele goeie. Jammer dat hij besloten heeft wegens gezinsomstandigheden een volgende periode niet meer kandidaat te zijn voor het wethouderschap.” In de raad bezet het CDA zes stoelen. Eentje minder dan de ChristenUnie. „We liggen dicht tegen elkaar aan, maar er is wel onderscheid”. Samen met de SGP hebben de ’confessionelen’ de meerderheid in de raad. En dat levert nogal eens felle, politieke gevechten op. In oktober 2000 viel het college, dat gevormd werd door CDA, CU en VVD, op het zogenaamde bordeelverbod. Gerry: „Simpel gezegd stelde het college voor om een van de twee bestaande bordelen in Veenendaal op termijn te sluiten en één bordeel te legaliseren. De CDA-wethouder stelde zich in beginsel achter dit standpunt, vooral omdat hij dacht dat er juridisch geen mogelijkheid meer was voor een gemeente om bordelen buiten de deur te houden. De CU-wethouder nam een minderheidsstandpunt in. Onze fractie vond echter dat, op planologische gronden, beiden bordelen op termijn zouden moeten verdwijnen. We noemden dat de dubbele sterfhuisconstructie. De CU sloot zich bij die zienswijze aan. De SGP benaderde het wat directer en wilde beide bordelen gewoon direct sluiten. Wij gingen, door er planologische argumenten onder te leggen, iets indirecter te werk. Natuurlijk hebben wij ook gesproken met onze wethouder en uiteindelijk heeft hij zijn mening bijgesteld en de kant van de fractie gekozen. Tot groot ongenoegen van de VVD die vond dat hij door die switch op dat late tijdstip onbetrouwbaar was geworden. Dus viel het college, zeer tot onze spijt.”
Mevrouw De Wal meent dat de VVD al langer vond dat ze te weinig een stempel kon drukken op het collegebeleid. „Ondanks dat ze twee van de vier wethouders leverden.”
Resultaat was dat de VVD zich terugtrok uit het college en dat de CDA-wethouder, Van Herpen, zijn positie opgaf. „Hij kon het niet langer bolwerken en dat heb ik heel erg gevonden. Die periode heeft ons allemaal heel veel energie gekost”.
Een nieuw college trad aan, bestaande uit een wethouder van het CDA, een van de CU, een GroenLinkser en een PvdA’er. „Een heel breed college dus dat vooraf had afgesproken om het door de raad genomen meerderheidsbesluit over de prostitutie loyaal uit te voeren”. Ze wordt fel als het daarover gaat. „Als ons voorstel het niet had gehaald, hadden wij ook meegewerkt aan uitvoering van het collegebeleid. Natuurlijk zijn we daar als CDA op aangevallen en natuurlijk vonden mensen het raar dat partijen als PvdA en GroenLinks, die vóór de opheffing van het bordeelverbod zijn, uiteindelijk besloten loyaal mee te werken aan uitvoering van een besluit waar ze het zelf niet mee eens zijn. Maar dàt is nu democratie.”
Vindt u dat je zo met principes om kunt gaan?
„Principes gaan altijd voor. Maar als ik wethouder zou zijn en ik zou uitvoering van een bepaald besluit niet met mijn geweten kunnen verenigen, dan zou ik niet op die stoel blijven zitten. Ik zou me in zo’n situatie tegen een ander standpunt verzetten, ik zou een minderheidsstandpunt in het college innemen, maar als het besluit eenmaal gevallen was, zou ik het uitvoeren.”
Waarom voert u de wet die in Den Haag is aangenomen over het opheffen van het bordeelverbod dan niet uit? U probeert daar onderuit te komen door met planologische redenen prostitutie buiten de gemeentegrenzen te houden.
„Nee, dat is niet waar. Wij proberen de ruimte te gebruiken die er volgens ons in de wet zit. Het is niet duidelijk of gemeenten nu wel of niet voor een zogenaamde nuloptie kunnen kiezen. Als dat niet duidelijk is, dan moet dat desnoods maar door de bestuursrechter getest worden. Als die zegt dat wij een bordeel moeten toestaan, zullen we daar aan meewerken. Natuurlijk.”
Provinciale Staten van Utrecht hebben een motie aangenomen waarin Gedeputeerde Staten worden opgeroepen een bestemmingsplan van een gemeente niet te vernietigen als die gemeente planologische redenen kan aandragen om te komen tot een bordeelverbod. Dat krijgt Veenendaal toch nooit voor elkaar?
„De provincie heeft de zaak weer op ons bordje gelegd. En dat maakt de kwestie niet eenvoudiger. Maar ik beloof u dat we er alles aan zullen doen om hier uit te komen. Nee, ik noem het aannemen van die motie geen schijnoverwinning. We zijn er juist heel erg blij mee en gelooft u maar dat onze ambtenaren al druk aan het overleggen zijn wat we hiermee kunnen.”
Toen de niet-confessionele partijen de meerderheid hadden in de raad is het ambtsgebed afgeschaft. U hebt nu met uw huidige collegepartners afgesproken die kwestie niet opnieuw aan de orde te stellen. Was dat soms het wisselgeld om die partijen mee te laten werken aan uw bordeelstandpunt?
„Absolúút niet. Wij hebben als CDA-fractie gezegd dat de afschaffing van het ambtsgebed ons ontzettend veel pijn heeft gedaan. Maar we hebben daarbij ook gezegd dat we juist een kwestie die zo gevoelig ligt, niet tot speelbal willen maken van wisselende meerderheden in de raad. Dat is een helder standpunt en daar houden we ons aan. Je kunt niet om de zoveel jaar die kwestie weer aan de orde stellen en verschillende besluiten nemen. Daarvoor mag je het ambtsgebed niet gebruiken.”
Dus als er van een partij, bijvoorbeeld de SGP, een voorstel komt om het ambtsgebed weer in te voeren, dan stemt u tegen, ondanks dat u samen met CU en SGP de meerderheid hebt in de raad?
„Ja.”
Is er verschil tussen het Veendaalse CDA en het landelijke CDA?
„Wij vinden het belangrijk om de C te benadrukken. Dat heeft natuurlijk te maken met onze achterban hier en ook met de aanwezige politieke partijen. Dat kan niet anders. Dan leg je soms iets andere accenten. Wij staan voor christelijk, sociaal en solide. Maar dat staat het landelijke CDA niet minder.”