Veerman: boeren tijd geven voor aanpassing
Het nieuwe Europese landbouwbeleid moet geleidelijk worden doorgevoerd in Nederland, anders kunnen de ondernemers de gevolgen niet dragen. Dat heeft minister Veerman van Landbouw donderdag de fracties in de Tweede Kamer op het hart gedrukt.
De bewindsman reageerde hiermee op kritiek vanuit met name de oppositiepartijen, die vinden dat hij te veel tijd neemt voor de hervormingen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en te weinig voor stimulering van de duurzame landbouw doet. De „kolossale inkomensdalingen" van 20 tot 30 procent, waarmee de melkveehouders door de nieuwe spelregels de komende jaren te maken hebben, dwingt de minister stapsgewijs te werk te gaan. „Met het tempo van de veranderingen zorgen we ervoor dat bedrijven zich kunnen aanpassen."
Verschillende fracties zeggen donderdag „teleurgesteld" te zijn in hoe de minister het Europese landbouwbeleid wil invoeren. Volgens SP–Kamerlid Van Velzen kiest Veerman er min of meer voor „alles bij het oude te laten" en zal de gekozen weg over vijf jaar „op de schop moeten". Vendrik van GroenLinks vermoedt dat de daadwerkelijke ontkoppeling van subsidie en wat een bedrijf produceert te laat zijn beslag krijgt. „Dat is stilstand en in deze dus achteruitgang." Zijn collega van de PvdA, Waalkens, zou graag wat meer daadkracht van de minister zien, die hij volgens hem wel buiten Den Haag toont. „In Europa forse taal, knikkende knieën hier", aldus de PvdA’er.
Veerman benadrukt dat de kleinere stappen, die hij in de ogen van de Kamerleden zet, ingrijpend zijn voor de sector. De kritiek dat er weinig voor de duurzame landbouw wordt gedaan, pareert hij met onder meer het nieuwe mestbeleid en de regels voor de gewasbeschermingsmiddelen. „Wij spannen ons bij voortduring in. Ik wijs het daarom van de hand en wijs op wat er wél is gebeurd."