Dromen van een opvanghuis voor ex-moslims in Gambia
Een opvanghuis voor ex-moslims die tot het christendom bekeerd zijn. Dat is de droom van ds. A. B. Jassey, een baptistenpredikant in het West-Afrikaanse Gambia.
Waarom dat nodig is? „Veel mensen worden hier door hun familieleden verstoten, omdat ze hun leven aan Christus geven”, zegt ds. Jassey telefonisch vanuit Gambia.
Ds. Jassey wil ex-moslims een veilig onderkomen bieden. Zijn opvanghuis is een uniek project in Gambia, en waarschijnlijk in de hele West-Afrikaanse regio. „Christenen kunnen in Gambia wel rechtshulp krijgen, maar geen onderdak. En juist dat wordt noodzakelijker met het groeiende aantal moslims dat zich tot het christendom bekeert.”
Gambia staat bekend als een land met een voor Afrikaanse begrippen relatief grote godsdienstvrijheid. Vriendschappen tussen moslims (90 procent van de bevolking) en leden van de christelijke minderheid zijn niet ongewoon.
Een van de eerste maatregelen van president Adama Barrow, die in december 2016 aantrad, was de afschaffing van het predicaat ”islamitische republiek”. Daarmee is de dreiging van vervolging door de staat van de baan. Maar dat wil niet zeggen dat de problemen voor de christelijke minderheid (tussen de 5 en de 9 procent van de bevolking) voor- bij zijn. In de familiesfeer heerst er nog steeds een taboe op andere godsdiensten dan de islam.
Ds. Jassey heeft daar in zijn omgeving vele voorbeelden van gezien. Hij noemt het geval van Modou, een moslim van de Fulastam, die op een dag besloot om Jezus te aanvaarden. „Zijn familie nam hem uit wraak zijn huis, vrouw en kinderen af”, zegt hij. „Modou had het geluk dat een protestantse predikant zich over hem ontfermde. Nu is Modou zelf predikant.”
Voor zijn opvanghuis hoopt ds. Jassey op steun uit Nederland en de Verenigde Staten. Uit beide landen heeft hij inmiddels toezeggingen ontvangen. Samen met verschillende Nederlanders die hem in Gambia opgezocht hebben, is hij bezig om de Christelijke Zorgstichting Gambia van de grond te tillen. Ds. Jassey beseft dat het een ambitieus project is, de Christian Care Foundation The Gambia. „Eerst moeten we bouwgrond zien te krijgen, groot genoeg voor zo’n tien kamers en een kapel. En er moet straks ook ruimte zijn voor gezinnen. Bijvoorbeeld voor een weduwe met kinderen die verstoten werd door de familie van haar man omdat zij Jezus Christus aanvaardde.”
Een geheim adres uit vrees voor represailles is volgens hem niet nodig. „We weten dat mensen agressief kunnen worden”, zegt hij. „Maar we zijn niet bang. In Gambia bestaat godsdienstvrijheid. Wie ons aanvalt, zal vervolgd worden.”
Als het aan ds. Jassey ligt blijft het niet bij onderdak en opvang. Hij wil ook beroepsopleidingen aanbieden, zodat mensen voor zichzelf kunnen zorgen. Hij heeft daarvoor werkplaatsen van christelijke vaklieden op het oog, zoals die van een bevriende timmerman.
Uiteindelijk moet de opvang van Jassey zichzelf kunnen bedruipen. Hij wil inkomsten halen uit de bouw en exploitatie van toeristenappartementen en het aanbieden van vervoersdiensten. „We hebben een helpende hand nodig. Maar we moeten snel op eigen benen leren staan.”