Zeven terroristen in Macedonië gedood
De politie van Macedonië heeft zaterdag zeven vermoedelijke terroristen doodgeschoten.
Volgen de Macedonische autoriteiten gaat het waarschijnlijk om Pakistanen en hadden zij aanvallen in de zin op westerse ambassades in de hoofdstad Skopje.
De politie zei dat het groepje had geprobeerd een politiepatrouille te overvallen bij Butel, een buitenwijk van Skopje. De politie had het vuur beantwoord en de zeven doodgeschoten. Een politiefunctionaris die anoniem wilde blijven zei dat ondervraging van twee Jordaniërs en twee Bosniërs in de afgelopen weken het bestaan aan het licht had gebracht van een groep die het op Macedonische functionarissen en de ambassades van de VS, Groot-Brittannië en Duitsland begrepen hadden. In verband daarmee waren extra veiligheidsmaatregelen genomen. Ook bij de ambassades was de bewaking in verband met de dreiging opgevoerd, zeiden westerse zegslieden.
Functionarissen die aanwezig waren geweest bij de autopsie, zeiden dat de doden een donkere huidskleur hadden en op foto’s van de politie waren identiteitskaarten te zien met de namen Omer Farooq en Bilal Hussain. De politie zei in een door de groep gebruikte een bestelwagen zeven AK47’s, handgranaten en munitie te hebben aangetroffen. Ook werden er uniformen gevonden met de letters NLA, de afkorting van de inmiddels ontbonden etnisch-Albanese organisatie die vorig jaar tegen het Macedonische leger heeft gevochten.
In een regeringsverklaring werd ook melding gemaakt van een schietpartij op vrijdag in de noordelijke stad Tetovo. Daarbij waren twee politieagenten gewond geraakt.
In Macedonië moeten internationale waarnemers onder bescherming van een door Duitsland geleide internationale troepenmacht voorkomen dat de Slavische meerderheid en de Albanese minderheid slaags raken. Zij moeten ook toezien op de uitvoering van het vredesakkoord, waardoor de etnisch-Albanese bevolking meer rechten krijgt. Dat heeft gezorgd voor een langere periode van rust.