Vergeven zonder berouw ook in Rusland moeilijk
Na Auschwitz was er theologische reflectie, maar na de Sovjetterreur kwam er niets. Een groep theologen en slavisten wil in die leemte voorzien.
Na de apartheid in Zuid-Afrika was er een Waarheids- en Verzoeningscommissie. Het ene kon niet zonder het andere. De zittingen van het verwerkingstribunaal waren ongemeen heftig en leidden tot schuldbekentenissen, vergeving, maar ook tot ontkenning en verharding.
Na de Holocaust en andere misdaden van het naziregime, was er –laat, moeizaam en langdurig– ook een verwerkingsproces. Er bestaat een Auschwitztheologie die geloof en het ultieme kwaad in balans probeert te brengen. In Duitsland is holocausttheologie een apart vak. In Nederland schreef theoloog Hans Jansen in de jaren tachtig zijn driedelige ”Christelijke theologie na Auschwitz”.
En na de goelag? Dat woord is de afkorting voor ”staatsstrafkampen” in de Sovjet-Unie en na 1991 in Rusland. „Er is geen publiek berouw, er zijn geen processen tegen daders en organisaties, niemand legt verantwoording af en waarheidsvinding wordt steeds moeilijker”, zegt Katja Tolstaja. Zij is een Russisch theoloog die in 1993 naar Nederland kwam, in Kampen promoveerde en nu een eigen instituut leidt aan de Vrije Universiteit in Amsterdam: INaSEC. Dat staat voor Institute for the Academic Study of Eastern Christianity.
Politisering
In Rusland is ook geen theologische verwerking van het leed op gang gekomen, zegt Tolstaja. Dat kan ook moeilijk in een land waarin de erfgenamen van de communistische daders in een nieuwe, nationalistische gedaante gewoon aan de macht bleven. Het Rusland van nu vertoont steeds meer trekjes van de Sovjet-Unie. En de geschiedenis wordt herschreven tot een nationalistisch heldenepos. „Het echte verleden wordt onbespreekbaar. Ons onderzoek naar de mogelijkheden van een goelagtheologie wordt zo bijna onontkoombaar gepolitiseerd.”
Tolstaja, slavist Wil van den Bercken en de Russin Elena Volkova, die theologie doceerde aan een universiteit in Moskou, stemmen overeen in hun conclusie: in het Rusland van nu dringen de orthodoxe kerk en de staat er bij de slachtoffers van de terreur op aan te vergeven zonder dat de daders berouw hebben getoond.
„Vooral de Russisch-Orthodoxe Kerk is daarop uit: verzoening zonder schuldbelijdenis. En door de overheid wordt het blootleggen van het verleden en het verzamelen van feiten steeds meer gedwarsboomd. Het enige goelagmuseum, voormalig kamp Perm-36, is heropend als herdenkingsoord, gewijd aan de trouwe dienst van de bewakers.”
IJswakken
De Russisch-Orthodoxe Kerk is weer teruggekropen in de rol die ze onder tsaren en partijleiders speelde. In ruil voor teruggave van kerken en bezittingen, macht en geld verleent een verkapte staatsreligie de overheid morele legitimatie. In 1988, duizend jaar nadat de eerste vorst in Rusland zich liet dopen, waren er 6000 orthodoxe parochies. Dertig jaar later zijn er 36.000.
Het Britse weekblad The Economist registreerde dat op 18 januari. Toen sprongen gelovigen en staatslieden in Russische steden in ijswater in een traditionele nieuwjaarsdoop. De uitgehakte wakken symboliseerden de doop van Jezus en natuurlijk was ook de president Vladimir Poetin weer van de partij. De machodictator ontbloot het bovenlijf gretiger dan een Zuid-Europees voetballer na het maken van een doelpunt.
De Russisch-Orthodoxe Kerk wil het liefste gewoon verder met de overheid. Dat moet ook wel, want hoewel driekwart van de 170 miljoen Russen zich als orthodox betitelt, gaat slechts 6 procent nog naar de kerk, stelde onderzoeksbureau Pew.
Lippendienst
Formeel erkent de Russisch-Orthodoxe Kerk de verschrikkingen van de goelag wel. Metropoliet Hilarion Alfejev vergeleek de wrede Sovjetdictator Jozef Stalin in 2009 nog met Adolf Hitler en omschreef hem als „een monster dat een antihumaan systeem schiep, gebaseerd op leugens, geweld en terreur.”
Maar dat citaat is niet meer dan lippendienst aan de politieke correctheid. Alfejev is een prelaat die namens de Russisch-Orthodoxe Kerk de public relations verzorgt met het Westen. Voor eigen parochie klinkt er een heel ander geluid. Bisschop Tichon Sjevkunev, in The Economist gekenschetst als de biechtvader van Poetin, woonde een concert bij ter ere van het eeuwfeest van de Russische geheime dienst. Het koor van zijn klooster, ooit geplunderd en vernietigd door diezelfde organisatie, trad op voor de FSB.
Zulke dingen zorgen voor een kloof tussen clerus en gelovigen, die allemaal familieleden hebben die onder Stalin omkwamen. Levada Center, het steeds minder onafhankelijke opinie-instituut in Rusland, mat onlangs iets opvallends: slechts 38 procent van de Russen vindt dat kerk en staat samen moeten optrekken.
Waar in de politiek dissidenten en tegenkandidaten worden weggewerkt, onderdrukt de kerk haar critici zelf. Sergej Tsjapnin, ooit een getrouw en invloedrijk priester, maar in 2015 ontslagen door de kerk, zei het keer op keer. „Geld is voor de orthodoxie veel belangrijker dan de reputatie als kerk.”
Ontmenselijkt
Het leed in de Sovjetkampen deed niet onder voor dat in de Konzentrationslager van de nazi’s, stelt Tolstaja. Ze raakte diep onder de indruk van de schrijver Varlam Sjalamov (1907-1982). Hij bracht achttien jaar door in de kampen van Kolyma, de Siberische regio waar in diepgevroren slow motion de Sovjetversie van Auschwitz plaatsvond.
Sjalamov registreerde in korte verhalen als geen ander de ontmenselijking van de gevangenen. Waar in Duitse kampen ”Muselmänner” rondliepen, die als aanstaande skeletten levende doden waren, zombies zonder gevoel, was er in de goelag een veelvoud aan ”dochodjagi”, ontmenselijkte iglo’s die alleen nog bestonden uit haat, woede en zinloosheid. Tolstaja: „Hun bestaan staat haaks op wat je als mens en christen onderscheidt: mededogen, opoffering, liefde. Sjalamov dringt je tot een keuze, nadenken over het diepste bestaan.”
Zelfs Nobelprijswinnaar Solzjenitsyn, schrijver van ”De Goelag Archipel” en op het eind van zijn verbanning vurig belijder van Russisch-orthodox nationalisme, erkende Sjalamov als meerdere: „Zijn kampervaring was harder en langer dan de mijne en ik erken met het grootste respect dat hij en niet ik de bodem heeft bereikt van de verdierlijking en de wanhoop waar alles in het dagelijkse leven van de kampen ons naartoe trok.”
Martelaren
Katja Tolstaja stelt dat het lijden in de goelag fysiek gezien bovenmenselijk was, niet te beschrijven. Miljoenen Russen maakten dat tientallen jaren mee. De christelijke martelaren waren beter af dan de slachtoffers van de Sovjetterreur, zegt Van den Bercken. „Zij kozen vrijwillig voor hun lot en wisten waarom ze dat ondergingen. Onder Stalin was er geen keus en wisten mensen vaak tot hun dood niet waarom ze gevangenzaten.
De Russisch-Orthodoxe Kerk veroordeelt de repressie in de Sovjet-Unie wel, maar heel erg halfhartig. In de kerkelijke documenten komen woorden als ”partij” of ”Stalin” niet voor. Ook niet in de Tuin der Herinnering bij het executieterrein in Butovo, de Russische Waalsdorpervlakte. En evenmin op de 20.762 namen tellende Muur van Verdriet in Moskou.”
Beide monumenten werden in oktober 2017 onthuld. Elena Volkova: „President Poetin en patriarch Kyrill deden dat samen. Ze claimden de slachtoffers voor hun eigen ambitie. Op de muur staan vier woorden: Herinner, Weet, Veroordeel en Vergeef. Maar herinneren wordt onmogelijk gemaakt doordat onderzoeksinstanties zoals Memorial en het Sacharov Instituut voortdurend worden lastiggevallen. Er is nog nooit een beul veroordeeld. En hoe kun je vergeven zonder berouw?”
Vijfde rijk
Na het christelijke en het communistische Rusland is er nu een hybride christelijk nationalisme ontstaan, zegt de Russische theologe Elena Volkova. Daarbij wordt Poetin gezien als door de hemel gezonden en het land als zijn bruid. Patriarch Kyrill stelde eind juli vorig jaar dat nazi-Duitsland antihumaan was en de Sovjet-Unie alleen repressief. De slachtoffers van Stalin waren als martelaren het zaad der kerk. Vijanden van Rusland mag je met een ”heilige haat” bestrijden. Volkova: „Ik moet denken aan het boek dat Alexander Prochanov in 2006 schreef: ”Het vijfde rijk”. Dat is voorafgegaan door vorstendom Kiev, het tsarenrijk Moskou, de Romanovdynastie in Sint-Petersburg en de rode heersers in het Kremlin. Het vijfde rijk krijgt gestalte met Poetin en de orthodoxie.”