President tribunaal eist medewerking Servisch Bosnië
De president van het Joegoslavië-Tribunaal, Theodor Meron, heeft woensdag in Srebrenica gezegd dat de autoriteiten in Servisch Bosnië eindelijk eens moeten beginnen samen te werken met het tribunaal. Meron zei dit in een toespraak bij de begraafplaats van Potocari, in de omgeving van Srebrenica, tijdens een bezoek aan Bosnië-Herzegovina. De tekst werd woensdag in het tribunaal in Den Haag verspreid.
Het is volgens Meron onaanvaardbaar dat de autoriteiten in de Servische Republiek (in Bosnië) nog steeds geen enkele door het tribunaal gezochte figuur hebben aangehouden. Het is hoog tijd voor een dramatische verandering in de politiek van de Bosnische Serviërs.
Een van de meest gezochte figuren is in Bosnië de voormalige politieke leider van de Bosnische Serviërs, Radovan Karadzic. De hoofdaanklaagster van het tribunaal stelde recent dat hij voor eind juni zou kunnen worden aangehouden. Maar concrete aanwijzingen daarvoor zijn er nog steeds niet.
Het tribunaal zou zijn werk in 2008 moeten hebben afgerond. Dat werk omvat onder meer een proces tegen Karadzic en een proces tegen de ook nog steeds voortvluchtige ex-bevelhebber van de Bosnische Serviërs, Ratko Mladic.
Begin 2005 zou een speciaal tribunaal in Bosnië gaan functioneren voor de berechting van oorlogsmisdaden. De autoriteiten in Sarajevo hebben dit woensdag tegen Meron gezegd. Het is de bedoeling dat de betrokken landen in de regio zelf de misdaden uit de afscheidingsoorlogen in voormalig Joegoslavië (1991-1995) gaan berechten. Het steeds duurder wordende internationale tribunaal in Den Haag zou in 2008 zijn deuren moeten sluiten.