Kerk & religie

Dorpsevangelist: Hallo, ik ben van de kerk. Kunnen we even praten?

Een dorp met 1700 inwoners, één kerk en een groot aantal mensen die de Heere Jezus niet kennen. Zo schetst Victor van der Meer in enkele pennenstreken het Betuwse Andelst. Zelf opgegroeid in een niet kerkelijk meelevend gezin, werkt hij als evangelist in het dorp aan de rand van de Biblebelt.

16 February 2018 08:23Gewijzigd op 16 November 2020 12:38
Evangelist Victor van der Meer bij de hersteld hevormde kerk te Andelst. beeld VidiPhoto
Evangelist Victor van der Meer bij de hersteld hevormde kerk te Andelst. beeld VidiPhoto

Een jonge kerel gooit lege flessen in een glascontainer bij een winkelcentrum. „Weet je waar je naartoe gaat als je sterft?” vraagt Van der Meer hem. „Ik ben heel bang voor de dood, heb er zelfs nachtmerries van”, antwoordt hij. Terwijl de man de ene na de andere drankfles in de container mikt, wijst de evangelist hem op de Heere Jezus. „Ik gaf hem een Bijbel mee en onderstreepte daarin een tekst uit 1 Johannes 5: „En dit is de getuigenis, namelijk dat ons God het eeuwige leven gegeven heeft; en ditzelve leven is in Zijn Zoon.””

Het is een van de ontmoetingen die Van der Meer (25), getrouwd en vader van twee kinderen, bijbleef. Sinds september 2016 is hij een dag per week als evangelist aan de hersteld hervormde gemeente (hhg) te Andelst-Zetten verbonden. Hij combineert dit met zijn masterstudie theologie aan het Hersteld Hervormd Seminarie in Amsterdam en een parttime baan als jeugdwerkadviseur bij de christelijke gereformeerde jongerenorganisatie LCJ. Ook is hij catecheet in twee gemeenten.

Het is, zegt Van der Meer, „redelijk uniek” dat een dorpsgemeente een evangelist benoemt. Toch ziet hij goede redenen om juist ook in een plaats als Andelst het missionaire werk volop serieus te nemen. „We zijn zo naar binnen gericht, maar wat merkt het dorp ervan dat wij de Heere vrezen? Dat was de nood die de kerkenraad ervoer.”

Open en direct

Met financiële steun vanuit het kerkverband kon de hhg Andelst-Zetten, die 177 leden telt, in 2016 voor twee jaar een parttime evangelist benoemen die de lokale zendings- en evangelisatiecommissie ondersteunt. De functie sprak Van der Meer, die in Oud-Alblas woont en eerder twee seizoenen catecheet in Andelst was, aan. „Ik heb een passie om het Evangelie te vertellen aan verloren zielen, binnen en buiten de kerk. Er zijn zo veel mensen die niet weten Wie God is en geen adres hebben waar ze met hun problemen terechtkunnen.”

Na de inleidingsdienst ging Van der Meer eenvoudig aan de slag. „Ik belde gewoon aan bij huizen in het dorp: „Hallo, ik ben van de kerk. Kunnen we even praten?”” Ook doet hij geregeld met enkele gemeenteleden aan straatevangelisatie op onder meer een winkelplein in het buurdorp Herveld. „We delen dan folders uit en zoeken het gesprek met voorbijgangers.”

Van der Meer typeert de bewoners van Andelst en Herveld als gemoedelijk. „Mensen zijn open en direct. Velen, vooral ouderen, zien zichzelf als gelovig. Ze zijn dan meestal rooms-katholiek of aangesloten bij de protestantse gemeente in Herveld. Ik ontmoet ook mensen die met de kerk hebben gebroken vanwege pijnlijke ervaringen. Sommigen hebben zich erg gekwetst gevoeld door kerkmensen. In de gesprekken voel je de pijn en het verdriet. Maar ik ontmoet ook mensen die in Boeddha geloven. En onlangs bezocht ik Syrische vluchtelingen die moslim zijn”

Veel mensen hebben geen behoefte aan een inhoudelijk gesprek, maar soms gaan er deuren open. „Bij een aantal adressen ben ik binnen geweest en mocht ik later terugkomen. Een van de contacten heb ik inmiddels overgedragen aan ds. J. Kommerie, die hier sinds juni 2016 predikant is. Een enkeling komt wel eens naar de diensten op zondag of luistert via internet mee.”

In de week voor Kerst en Pasen belegt de gemeente een laagdrempelige samenkomst waarvoor de dorpsgenoten worden uitgenodigd. Gemeenteleden zorgen voor muzikale begeleiding van de liederen met onder meer een cello en fluit. Van der Meer houdt een overdenking van een minuut of twintig. Deze samenkomsten trekken zo’n vijftien rand- of buitenkerkelijken.

„Ik zoek aansluiting bij mensen die niet gewend zijn naar de kerk te komen, maar breng wel een eerlijke boodschap. Met Kerst heb ik vanuit Titus 2:11-13 aangegeven dat mensen hun eigen fundament moeten opgeven om Jezus te volgen. „Nu weet ik waar ik aan toe ben”, zei iemand tijdens het koffiedrinken na afloop. Zij voelde –dat is heel belangrijk– dat de gemeente open en gastvrij is, en wilde graag nog eens terugkomen.”

Uitgaansleven

Van der Meer weet hoe het is om zonder God te leven. „Ik ben gedoopt, maar groeide in een min of meer onkerkelijk gezin op. Toen ik nog jong was, zijn mijn ouders gescheiden. Ik was lange tijd erg gesteld op mijn vrijheid en eigen rechten. De boodschap van het Evangelie gaat daar precies tegenin.”

Hij ontmoette zijn vrouw, die kerkelijk was opgevoed, in het uitgaansleven. „Ze was los geraakt van de kerk, maar na verloop van tijd kreeg ze het verlangen om er weer naartoe te gaan. We sloten ons samen aan bij de hersteld hervormde gemeente van Rotterdam-Kralingseveer.”

Van der Meer memoreert een ontdekkend gesprek met ds. G. A. van den Brink, ruim vier jaar geleden, toen hij al getrouwd was. „Ik leidde een dubbelleven, ging wel naar de kerk maar was door de week met heel andere zaken bezig. In een gesprek met ds. Van den Brink ging het over Galaten 5, de werken van het vlees en de vrucht van de Geest. De Heere liet me zien dat er door Zijn genade herstel mogelijk was en ik mocht uit de duisternis overgaan tot Zijn wonderbaar licht.”

Een halfjaar later ervoer hij de roeping om predikant te worden, waarna hij aan de studie theologie begon. „De Heere sprak tot mij uit Jesaja 61 dat er nog veel zielen toegebracht moesten worden en dat uitlanders zoals ik de kudde van Israël zouden weiden.”

Het werk dat hij doet als evangelist noemt Van der Meer zowel mooi als zwaar. „Je wilt graag vrucht zien, maar de praktijk is dat er ook veel deuren dicht gaan. In dit werk kom je erachter dat het waar is wat in Romeinen 3 staat: Er is niemand die God zoekt. Maar evangelisatie is wel de roeping van de kerk. Hierbij staat de eer van God centraal.”

Er zijn momenten dat Van der Meer opziet tegen het werk. „Op een dag zat ik in de auto en durfde niet uit te stappen om bij huizen aan te bellen. Ik pakte een boekje en bleef er net zo lang in lezen tot er onvoldoende tijd meer was om nog gesprekken aan te gaan. Op zo’n moment voel je je heel klein en besef je des te beter wat Paulus schrijft in Efeze 6: „Bid voor mij.” Want uit jezelf kun je dit werk niet doen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer